Headerafbeelding
De operatiekamer van het ziekenhuis
Behandeling

Hybride operatie (operatie liesslagader en dotterbehandeling bekken- en/of beenslagader)

Wanneer u vaatafwijkingen heeft in de liesslagader en in de bekken- of beenslagader, kan uw vaatchirurg behandelen via een hybride operatie.

Bij een hybride operatie worden 2 technieken van opereren met elkaar gecombineerd, namelijk de trombo-endarteriectomie en de dotterbehandeling. U wordt voor deze operatie enkele dagen opgenomen in het ziekenhuis.

Lees meer

Een trombo-endarterectomie (TEA) is een operatie van een vernauwing in de liesslagader. De vaatchirurg maakt een opening in de liesslagader en schraapt de binnenzijde van de liesslagader schoon.

Bij een dotterbehandeling wordt een vernauwing in een bloedvat opgerekt door het opblazen van een ballon. Daarna wordt, als daar reden voor is, een stent geplaatst. Een stent is een buisje van geweven metaal. Het buisje wordt gevouwen via een katheter naar de plaats van de vernauwing gebracht. Daarna kan het buisje zich ontplooien en het bloedvat wijder maken. Het bloed kan dan weer beter door de slagader stromen. In uw geval voert de vaatchirurg de dotterbehandeling uit via de schoon geschraapte liesslagader.

Hoe verloopt de behandeling?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over de behandeling.

Praktische tips

Wat neemt u mee?

Bij iedere afspraak in het ziekenhuis neemt u mee:

  • een geldig identiteitsbewijs
  • uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO).

Hier vindt u meer informatie over wat u moet meenemen.

Afspraak op onze hoofdlocatie in 's-Hertogenbosch? Meld u eerst digitaal aan. Lees hier hoe dit werkt.

Bekijk uw zorgverzekering

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Betrokken afdelingen

Code CHI-088
Laatste revisie: 6 maart 2024 - 13:35
Hoe verloopt de behandeling?

Hybride operatie (operatie liesslagader en dotterbehandeling bekken- en/of beenslagader)

Kunt u op de vastgestelde opnamedatum niet komen?

Belt u dan zo snel mogelijk, maar uiterlijk een werkdag voor de opnamedatum, naar de polikliniek. Bent u de dagen voor de operatie erg verkouden? Moet u veel hoesten of heeft u koorts? Neemt u dan minimaal 24 uur van tevoren contact op met de polikliniek.

Preoperatieve Screening en Centraal Apotheek Punt

Het is belangrijk dat u goed en veilig wordt voorbereid op de operatie.

Daarom wordt u enige tijd voor uw opname in het ziekenhuis gebeld door het Centraal Apotheek Punt (CAP) en door de afdeling PreOperatieve Screening (POS)

De medewerker van het CAP controleert met u de medicatie die u (eventueel) gebruikt. De medewerker van de POS stelt u een aantal vragen over uw thuissituatie en over uw gezondheid.

De anesthesist kan het om medische redenen nodig vinden dat u naar de afdeling Preoperatieve Screening in het ziekenhuis komt. Deze afspraak duurt dan ongeveer 1 uur.

Let op! De gesprekken met het CAP en POS zijn belangrijk; uw operatie kan zonder deze gesprekken niet door gaan. 

Op www.jbz.nl/anesthesie leest u meer over de verdoving en bewaking tijdens de operatie. Als u hierover vragen heeft, kunt u deze stellen tijdens het gesprek met de POS-medewerker.

Informatieboekje voorbereiding opname

Van de afdeling Preoperatieve Screening (POS) krijgt u een informatieboekje. Hierin leest u belangrijke informatie die u nodig heeft bij de voorbereiding op uw (dag)opname. U krijgt het boekje als papieren versie en/of als digitale versie in uw MijnJBZ. Lees dit boekje goed door!

Nuchter zijn

Opereren kan alleen als u nuchter bent. ‘Nuchter’ betekent dat uw maag leeg is. Zo wordt voorkomen dat de inhoud van uw maag tijdens de operatie in de luchtpijp en longen terechtkomt. Dit zou tot ernstige complicaties kunnen leiden.

U moet voor een operatie altijd nuchter zijn, ook als u een regionale verdoving (bijvoorbeeld ruggenprik) krijgt. Om te zorgen dat u nuchter bent, houdt u zich aan de volgende regels:

Tot 6 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag normaal eten en drinken.

Vanaf 6 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag niets meer eten (ook geen snoepjes). U mag nog wel kauwgom kauwen, maar u mag de kauwgom niet doorslikken. 
  • U mag nog wel drinken: water, helder appelsap, thee of koffie zonder melk (eventueel met zoetjes of suiker).
  • U mag niet meer drinken: melk(producten), koolzuurhoudende dranken of alcohol.

Vanaf 2 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag niets meer eten en drinken (ook geen snoepjes). U mag nog wel kauwgom kauwen, maar u mag de kauwgom niet doorslikken. Gooi de kauwgom weg als u naar de operatieafdeling gaat.
  • Een slokje water om medicijnen in te nemen - of bij het tandenpoetsen - mag wel.

Na opname op de afdeling: 

  • Na opname kunt u nog tot 300 ml ranja (dat zijn 2 glaasjes) met paracetamol op de afdeling van opname aangeboden krijgen. 

Als u een dag vóór de operatie wordt opgenomen, volgt u de instructies van de verpleegafdeling over het nuchter zijn.  

Waar meldt u zich?

Op de dag van de opname meldt u zich bij de Infobalie bovenaan de roltrap. Daar wordt u doorverwezen naar de juiste verpleegafdeling.

Voor de behandeling

De verpleegkundige ontvangt u op de afdeling en bereidt u verder voor op de operatie.

Tijdens de behandeling

De operatie wordt meestal uitgevoerd onder algehele anesthesie (narcose).

De vaatchirurg maakt bij deze operatie een snede in de lies, om bij de liesslagader te komen. De liesslagader wordt afgeklemd en de vaatchirurg maakt een opening in de lengte van de slagader. Dan verwijdert de chirurg de verstopping of vernauwing. Tenslotte sluit de vaatchirurg het bloedvat meestal met een patch. Een patch is een lapje kunststof of een stukje van uw eigen ader.

Als de vaatchirurg uw eigen ader gebruikt, is soms een extra snee op uw enkel nodig om daar een stukje ader weg te nemen.

Vervolgens prikt de vaatchirurg in de lies een slagader aan. In dit bloedvat wordt een dun slangetje geschoven. Hierdoor wordt contrastvloeistof in de slagader gespoten. De contrastvloeistof geeft soms een warm gevoel. De contrastvloeistof maakt het mogelijk om de slagaders op een beeldscherm zichtbaar te maken. Zo kan de vaatchirurg de vernauwing in beeld brengen. Ook worden er verschillende röntgenbeelden gemaakt. Tijdens het maken hiervan vraagt de vaatchirurg u even niet te ademen om een duidelijk röntgenbeeld te krijgen.

Wanneer de plaats van de vernauwing is bepaald, schuift de vaatchirurg via het ingebrachte slangetje een ballonkatheter naar de vernauwing. De ballon wordt opgeblazen. Daardoor wordt de vernauwing weg geperst en wordt de slagader op die plaats wijder gemaakt (zie afbeelding). De vaatchirurg kan het resultaat van de behandeling direct beoordelen.

Ballondilletatie bloedvat

Als er ondanks de ballondilatatie nog steeds een vernauwing bestaat, wordt mogelijk besloten om een stent te plaatsen. De stent blijft in het bloedvat achter. Soms is van tevoren al duidelijk dat een stent moet worden geplaatst. Dat kan het geval zijn wanneer het bloedvat volledig is afgesloten.

De behandeling duurt 1 tot 2 uur.

Risico's

Bij iedere ingreep is er kans op complicaties. Zo zijn ook bij deze operaties de normale risico’s van een operatie aanwezig, zoals wondinfectie en bloeding.

Minder vaak komen trombose en longembolie, longontsteking of blaasontsteking voor. In het operatiegebied kan een veranderd gevoel optreden. Ook een hartinfarct kan als complicatie optreden.

Er zijn ook complicaties die specifiek voorkomen bij operaties aan een slagader, namelijk een nabloeding of een afsluiting van de vaatprothese of de gebruikte ader. Als één van deze complicaties optreedt, moet soms opnieuw geopereerd worden.

Op de uitslaapkamer en op de verpleegafdeling worden regelmatig een aantal controles gedaan. Er wordt gekeken naar:

  • het kloppen van de slagaders op de voet;
  • lekkage van de wond;
  • uw bloeddruk, hartslag en temperatuur.

Het is belangrijk dat u na de operatie zo snel mogelijk weer gaat lopen.

Na de operatie blijft u medicijnen gebruiken om het bloed dunner te houden. Het herstel kan langer duren dan u denkt.

Een gezonde levenswijze is heel belangrijk voor uw herstel. Het is daarom belangrijk dat u niet rookt, genoeg beweegt, en geen overgewicht heeft. Suikerziekte, een te hoge bloeddruk of een te hoog cholesterolgehalte moeten goed onder controle zijn.

U komt regelmatig terug naar het ziekenhuis voor controle. Op het Vaatlaboratorium wordt onderzocht of de liesslagader nog goed werkt. Eventuele nieuwe vernauwingen worden hierdoor vroeg opgespoord en kunnen snel worden behandeld.

Wat doet u bij problemen thuis ?

Krijgt u vóór uw controleafspraak meer pijn of blijft u pijn houden? Of zijn er andere problemen die te maken hebben met de operatie? Dan belt u het ziekenhuis. Tijdens kantoortijden belt u naar de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer: (073) 553 60 05. In dringende gevallen buiten kantoortijden belt u verpleegafdeling Chirurgie, telefoonnummer (073) 553 20 23.

Bij vragen of problemen ná uw eerste controleafspraak belt u uw huisarts.

Heeft u geen controleafspraak in het ziekenhuis? Dan belt u met het ziekenhuis bij problemen in de eerste 10 dagen na de operatie. Ná 10 dagen belt u met uw huisarts.

Registratie van uw implantaat

Het JBZ registreert de gegevens van een ingebracht implantaat in uw dossier. U kunt deze gegevens zien in uw MijnJBZ onder het kopje ‘Dossier’ en vervolgens ‘Implantaten’. De informatie over uw implantaat staat ook in uw ontslagbrief. Staat een implantaat niet in uw MijnJBZ? Neem dan contact op met de polikliniek waar u onder behandeling bent.

Het JBZ levert de informatie over ingebrachte implantaten aan bij het Landelijke Implantaten Register (LIR). Dit is wettelijk verplicht. In het register staan alleen gegevens over het implantaat en niet uw patiëntgegevens. Mocht er een probleem optreden met een bepaald implantaat, dan neemt het LIR contact op met de zorgverleners die de implantaatgegevens hebben aangeleverd, zodat zij hun patiënten kunnen informeren.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u bellen naar de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer: (073) 553 60 05.