Headerafbeelding
afdelingen chirurgie verpleegafdeling verpleegkundige patiënt
Behandeling

Endo-SPONGE

Door een aandoening of ingreep kan er een holte ontstaan in uw darm die niet goed wil genezen. De Endo-SPONGE is een spons die met behulp van vacuüm ervoor zorgt dat de holte in uw darm schoon wordt en dicht kan groeien.

De Endo-SPONGE is een spons die met behulp van een endoscoop ingebracht wordt in die holte. De spons is met een slangetje verbonden met een vacuümpot. Het vuil uit de darmholte komt via het slangetje terecht in de vacuümpot die u bij u draagt. Op deze manier wordt er voor gezorgd dat de holte in uw darm schoon wordt en dicht kan groeien.

Het plaatsen van de Endo-SPONGE vindt plaats op de afdeling Endoscopie. Uw arts spreekt met u af of de behandeling poliklinisch plaatsvindt of dat u enkele uren wordt opgenomen op afdeling Dagbehandeling.

U leest hier meer over de voorbereiding en het verloop van de behandeling en over de nazorg thuis.

Hoe verloopt de behandeling?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over de behandeling.

Praktische tips

Wat neemt u mee bij een (dag)opname?

Als u voor een opname of dagopname naar het ziekenhuis komt, neem dan uw geldig identiteitsbewijs mee. Maar bijvoorbeeld ook de medicijnen die u thuis gebruikt. Hier vindt u een overzicht van alles wat u mee moet nemen.

Bekijk uw zorgverzekering

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Code CHI-089
Laatste revisie: 30 augustus 2023 - 13:13
Hoe verloopt de behandeling?

Endo-SPONGE

Kunt u op de vastgestelde datum niet komen?

Belt u dan zo snel mogelijk, maar uiterlijk een werkdag voor de afspraak, naar de polikliniek Maag-, Darm- en Leverziekten, telefoonnummer (073) 553 30 51.

Voorbereiding thuis

U hoeft voor deze behandeling niet nuchter te zijn. U mag gewoon eten en drinken.

Wij raden u aan om een half uur tot 1 uur voor de behandeling 2 tabletten paracetamol (500 mg) in te nemen. Als u nog andere pijnmedicatie gebruikt voor deze aandoening adviseren wij u deze mee te nemen.

Gebruikt u medicijnen?

Het kan zijn dat u bepaalde medicijnen niet mag innemen voor de behandeling. Uw arts bespreekt dit met u.

Vervoer naar huis

Wij adviseren u dringend om na de behandeling niet zelf met de auto naar huis te rijden. Regel daarom iemand die u naar huis kan brengen. Heeft u slaapmedicatie gekregen? Dan mag u de eerste 24 uur niet zelfstandig aan het verkeer deelnemen.

Waar meldt u zich?

Op de dag van opname meldt u zich bij de infobalie bovenaan de roltrap. Daar wordt u doorverwezen naar de juiste verpleegafdeling.

Komt u poliklinisch? Dan meldt u zich aan via de gele aanmeldzuil op de Polikliniek Maag,- Darm en Leverziekten (Gebouw B, Verdieping 1, Ontvangst 5, wachtkamer C).

Komt u voor een vervolgbehandeling poliklinisch?  Meldt u zich dan een half uur voor de afspraaktijd op de polikliniek Maag-, Darm- en Leverziekten (Gebouw B, Verdieping 1, ontvangst 5).

Voor de behandeling

Wordt u opgenomen op afdeling Dagbehandeling? Dan brengt de verpleegkundige van deze  afdeling een infuusnaald in. Via deze infuusnaald krijgt u tijdens de behandeling slaapmedicatie en pijnmedicatie toegediend.

Komt u poliklinisch (dus zonder opname op afdeling Dagbehandeling) dan krijgt u geen infuus.

Op de Endoscopie afdeling wordt u verder voorbereid op de behandeling.

Tijdens de behandeling

Op de behandelkamer komt u op een onderzoekstafel op uw linkerzijde liggen, met ontbloot onderlichaam en opgetrokken knieën. De MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) brengt een flexibele slang (endoscoop) in de anus. Dit kan een wat drukkend gevoel of kramp veroorzaken, omdat er lucht in de darm wordt geblazen. De MDL-arts inspecteert de holte, brengt de spons in en zuigt deze vacuüm.

Het vacuüm in het wondgebied veroorzaakt soms een pijnlijk gevoel dat na een paar minuten minder wordt. De slang wordt vastgeplakt aan uw been of bil, zodat u mobiel bent en zich veilig kunt bewegen. 

Het plaatsen van de Endo-SPONGE duurt 15 tot 30 minuten.

Meer informatie over de behandeling

De arts legt aan de hand van de onderstaande plaatjes de behandeling uit:

Endosponge behandeling

Een opgeblazen en onaangenaam gevoel na de behandeling is heel normaal. Winden laten helpt hierbij.

Er wordt een nieuwe afspraak gemaakt om de spons te wisselen. De behandeling wordt in principe 2 keer per week herhaald. De behandeling met de Endo-SPONGE varieert van een paar weken tot een paar maanden. Dit hangt af van de omvang van de holte en het tempo van het genezingsproces. 

Risico's

Bij deze behandeling komen complicaties amper voor. Soms blijft een deel van de spons achter of komt de spons niet goed los. In dat geval moet de spons op de operatiekamer onder narcose of met een ruggenprik verwijderd worden.

Naar huis

Afhankelijk of de behandeling poliklinisch of in dagbehandeling plaatsvindt, mag u aansluitend direct naar huis, of slaapt u uit op de afdeling Dagbehandeling. Zorg er in ieder geval voor dat er iemand bij u is om u naar huis te begeleiden.

 

Wisselen van de Endosponge

De Endo-SPONGE moet minstens 2 keer per week vervangen worden. Het Endo-SPONGE systeem wordt dan 20 tot 30 minuten voor de geplande wissel losgekoppeld en van het vacuüm gehaald. Een verpleegkundige spuit een verdovende vloeistof (lidocaïne) in de spons. U wordt zo plaatselijk verdoofd en de spons wordt wat losgeweekt. Dit maakt het verwijderen en plaatsen makkelijker. De voorbereiding duurt ongeveer 30 minuten.

U komt minstens 2 keer per week op de afdeling Endoscopie om de spons te wisselen. U hoeft thuis weinig te doen met de spons en de opvangpot. U moet wel in de gaten houden of de pot nog vacuüm zuigt of niet. Hoe kunt u dit zien? Er is geen vacuüm meer op als:

  • de blauwe markering van de pot helemaal tot onderen is gedaald;
  • de pot vol is;
  • de aansluiting van de spons op de aansluiting van de pot heeft losgelaten.

De pot zelf verwisselen

U kunt de vacuümpot (Redyrob) thuis wisselen als deze vol is, of als de blauwe markering van de vacuümpot helemaal tot onderen is gedaald (dat betekent dat er geen vacuüm meer is). Dit doet u als volgt:

  1. Verschuif het klemmetje op de slang. Deze staat nu dicht.
  2. Draai de draaiknop op de vacuümpot naar stand ‘0’.
  3. Draai de verbinding tussen de slang en de vacuümpot los.
  4. Haal het rode dopje van de nieuwe vacuümpot.
  5. Sluit de vacuümpot aan op de slang.
  6. Zet de draaiknop van de vacuümpot op stand ‘1’.
  7. Schuif het klemmetje van de slang los zodat de slang open is. De vloeistof zal nu langzaam gaan lopen. 
  8. Plak de slang vast op uw been of bil, zodat u mobiel bent en veilig kunt bewegen.

Belangrijk: Bewaar de volle pot in een afgesloten plastic zak, zodat de arts de productie kan beoordelen. 

Wanneer neemt u contact op met het ziekenhuis?

Krijgt u na afloop van de behandeling steeds meer pijn of koorts boven de 38°C? Bel dan naar het ziekenhuis. Ook bij problemen met het vacuüm kunt u ons bellen.

  • tijdens kantooruren naar de Polikliniek Maag-, Darm- en Leverziekten, telefoonnummer (073) 553 30 51
  • tijdens kantooruren naar de Polikliniek Chirurgie, telefoonnummer: (073) 553 60 05.
  • buiten kantooruren naar de Spoedeisende Hulp, telefoonnummer: (073) 553 27 00.

 

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Bel dan naar de polikliniek Maag-, Darm- en Leverziekten of naar polikliniek Chirurgie.

De verpleegkundige en arts vertellen u tijdens de behandeling steeds wat er gaat gebeuren. U kunt natuurlijk ook zelf vragen stellen, vooraf en na afloop van de behandeling.