Headerafbeelding
Zorgverleners overleggen op de afdeling endoscopie
Onderzoek

Kijkonderzoek van de galwegen en de afvoerbuis van de alvleesklier (E.R.C.P.)

Een E.R.C.P is een kijkonderzoek van de galwegen en/of alvleesklier.

De arts bekijkt via uw keelholte of er afwijkingen te zien zijn aan uw galwegen en/of alvleesklier. Dit gebeurt met een bestuurbare buigzame slang, de endoscoop. Het onderzoek gebeurt onder diepe sedatie. Voor dit onderzoek wordt u kortdurend opgenomen in het ziekenhuis. U leest hier welke voorbereidingen u moet treffen voor het onderzoek en hoe het onderzoek verloopt.

Hoe verloopt het onderzoek?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over uw onderzoek

Praktische tips

Wat neemt u mee bij een (dag)opname?

Als u voor een opname of dagopname naar het ziekenhuis komt, neem dan uw geldig identiteitsbewijs mee. Maar bijvoorbeeld ook de medicijnen die u thuis gebruikt. Hier vindt u een overzicht van alles wat u mee moet nemen.

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Bekijk uw zorgverzekering

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Code INT-013
Laatste revisie: 12 maart 2024 - 16:08
Hoe verloopt het onderzoek?

Kijkonderzoek van de galwegen en de afvoerbuis van de alvleesklier (E.R.C.P.)

Bent u diabetespatiënt?

Dan moet u speciale maatregelen treffen. Vraag naar de speciale voorbereidingsfolder voor diabetespatiënten of neem contact op met de diabetesverpleegkundige.

Zwangerschap

Als u (mogelijk) zwanger bent, neemt u dan contact op met uw behandeld arts. Deze overlegt dan met u of het onderzoek moet doorgaan.

Preoperatieve Screening en Centraal Apotheek Punt

Het is belangrijk dat u goed en veilig wordt voorbereid op de operatie.

Daarom wordt u enige tijd voor uw opname in het ziekenhuis gebeld door het Centraal Apotheek Punt (CAP) en door de afdeling PreOperatieve Screening (POS)

De medewerker van het CAP controleert met u de medicatie die u (eventueel) gebruikt. De medewerker van de POS stelt u een aantal vragen over uw thuissituatie en over uw gezondheid.

De anesthesist kan het om medische redenen nodig vinden dat u naar de afdeling Preoperatieve Screening in het ziekenhuis komt. Deze afspraak duurt dan ongeveer 1 uur.

Let op! De gesprekken met het CAP en POS zijn belangrijk; uw operatie kan zonder deze gesprekken niet door gaan. 

Op www.jbz.nl/anesthesie leest u meer over de verdoving en bewaking tijdens de operatie. Als u hierover vragen heeft, kunt u deze stellen tijdens het gesprek met de POS-medewerker.

Nuchter zijn

Voor het onderzoek of behandeling mag u vanaf een bepaald tijdstip niets meer eten en drinken.

Het is heel belangrijk dat u zich houdt aan de instructies van de behandelend specialist en aan de volgende regels:

Vanaf 6 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag niets meer eten (ook geen kauwgom of snoepjes).
  • U mag nog wel drinken: water.

Vanaf 2 uur voor het tijdstip van opname:

U mag niets meer eten en drinken (ook geen kauwgom of snoepjes).

Medicijnen

De Sedatie Praktijk Specialist en/of op de afdeling POS/Intake vertellen we u welke medicijnen u vóór het onderzoek of behandeling moet stoppen en welke medicijnen u mag blijven gebruiken.

Gebruikt u bloedverdunners?

  • Tijdens de E.R.C.P. kan de arts stukjes weefsel wegnemen. Dit veroorzaakt wat bloedverlies. Heeft u een stoornis van de bloedstolling? Of gebruikt u medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden zoals Acenocoumarol (Sintrom) en Fenprocoumon (Marcoumar), dan moeten deze in overleg met u arts gestopt worden. De Trombosedienst zorgt er voor dat de stolling van uw bloed goed is op de dag van het onderzoek.
  • Bloedverdunnende middelen zoals aspirine, Ascal, Acetylsalicylzuur en Carbasalaatcalcium kunt u bij dit onderzoek gewoon door gebruiken.
  • Gebruikt u Ascal en Plavix samen, dan moet u de Plavix 5 dagen voor het onderzoek stoppen. Doe dit altijd in overleg met arts die dit medicijn heeft voorgeschreven.

Heeft u problemen met uw tanden of kiezen (gebit)?

Tijdens het onderzoek krijgt u een bijtring tussen uw tanden om uw tanden en de endoscoop te beschermen. Als u te hard op deze bijtring bijt, kan uw gebit beschadigen. Dat heeft vooral te maken met de staat van uw gebit. Heeft u een zwakke plek in uw gebit? Vertel dit dan voordat het onderzoek start aan de arts of verpleegkundige.

Heeft u een prothese of een gedeeltelijke prothese die uit kan? Dan vragen wij u in het kader van duurzaamheid zelf een gebitbakje mee te nemen.

Vragenlijstje

Hieronder staan een aantal vragen over uw medische conditie die belangrijk zijn voor het onderzoek. Wilt u deze vragen vast thuis beantwoorden en meenemen naar het onderzoek? Als u een van deze vragen met 'ja' beantwoordt en u heeft dit nog niet besproken, neemt u dan contact op met uw arts.

  • Heeft u in het verleden een maagoperatie gehad? ja / nee
  • Heeft u een stoornis van de bloedstolling? ja / nee
  • Bent u op dit moment onder behandeling van de Trombosedienst? ja / nee
  • Gebruikt u carbasalaatcalcium, acenocoumarol of fenprocoumon? ja / nee
  • Heeft u een pacemaker? ja / nee
  • Heeft u een I.C.D. (implanteerbare defibrillator)? ja / nee

Resistente bacterie (BRMO)

Draagt u een resistente bacterie (bijvoorbeeld MRSA of ESBL) bij u? Dan kan dit voor uzelf en voor medepatiënten een risico geven bij een medische behandeling.

Het is daarom heel belangrijk dat u doorgeeft als u:

  • in de afgelopen 2 maanden opgenomen of behandeld bent geweest, in een buitenlandse zorginstelling;
  • in de afgelopen 2 maanden opgenomen bent geweest in een Nederlands ziekenhuis of verpleeghuis, waar een resistente bacterie aanwezig was;
  • in de afgelopen 2 maanden in een instelling voor asielzoekers heeft gewoond;
  • door uw beroep in contact komt levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens (bijvoorbeeld: varkens-, kalver- en pluimveehouders, veeartsen, medewerkers slachthuis);
  • woont op een bedrijf met varkens, kalveren of vleeskuikens;
  • ooit besmet bent geweest met een resistente bacterie;
  • contact heeft met iemand die een resistente bacterie bij zich draagt.

Zo nodig onderzoeken we dan of u een resistente bacterie bij u draagt of dat u een COVID-19-besmetting heeft. Als dat zo is dan nemen we in het ziekenhuis maatregelen om te voorkomen dat de bacterie of het virus zich verspreidt.

Geldt een van bovenstaande punten voor u, geef dit dan door aan de polikliniek of afdeling die het onderzoek of de behandeling met u heeft afgesproken.

Wat voor kleding trekt u aan?

Kies voor kleding die u gemakkelijk kunt aan- en uittrekken. U krijgt tijdens het onderzoek een operatiejasje aan.

Een eventuele begeleider kan niet aanwezig zijn in de onderzoeksruimte tijdens het onderzoek. Alleen in bijzondere situaties is dit eventueel mogelijk. Helpen met omkleden is altijd toegestaan.

Kortdurende opname

Om een ERCP te kunnen doen, wordt u korte tijd opgenomen in het ziekenhuis (als u al niet opgenomen bent). In de meeste gevallen brengt u de nacht na het onderzoek in het ziekenhuis door en mag u de volgende ochtend weer naar huis. Neem dus uw toiletspullen en nachtgoed mee.

Vervoer naar huis

Wij adviseren u dringend om niet zelf auto te rijden. U mag 24 uur niet aan het verkeer deelnemen.

Sedatie

Waarom krijgt u sedatie?

Met sedatie kunnen we een vervelend en/of pijnlijk onderzoek of behandeling voor u zo comfortabel mogelijk maken. Dat wil zeggen dat u minder ongemak heeft, zoals stress, angst en pijn.

Wie is de Sedatie Praktijk Specialist (SPS)?

Dit is een anesthesiemedewerker die speciaal is opgeleid voor het geven van sedatie. De SPS werkt onder de verantwoordelijkheid van een anesthesioloog.

De SPS gebruikt 2 soorten medicijnen voor de sedatie. Een om uw bewustzijn te verlegen en een om de pijn te verminderen. Deze medicijnen versterken elkaar.

Wat gebeurt er als u sedatie krijgt?

  • Sedatie vermindert uw bewustzijn.
  • U wordt slaperig, suf.
  • U maakt daardoor het onderzoek of de behandeling niet heel bewust mee. U kunt het na het onderzoek/behandeling zelfs vergeten.
  • U voelt minder of geen pijn.
  • Uw eigen reflexen blijven intact. Dat wil zeggen dat u zelf blijft ademen, slikken of hoesten.
  • U bent in principe wakker te maken. U kunt dit vergelijken met slapen.
  • U bent dus niet onder algehele anesthesie.

Waar meldt u zich?

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de Infobalie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, bovenaan de roltrap. De medewerker van de Infobalie wijst u verder naar de juiste afdeling.

We doen ons best om u te helpen op de aangegeven tijd. Toch kan het gebeuren dat u niet precies op de afgesproken tijd geholpen wordt. Dit komt omdat spoedgevallen voorgaan. Bovendien weten we niet altijd precies hoe lang een onderzoek zal duren. We vragen uw begrip hiervoor.

Voor het onderzoek

Op de afgesproken tijd brengt de verpleegkundige u naar de afdeling Endoscopie.

  • Voor het onderzoek moet u losse gebitsdelen uit doen.
  • De assistent verdooft uw keel met een spray. Dit helpt om de kokhalsreflex zoveel mogelijk tegen te gaan.
  • U krijgt een soort bijtring tussen uw kaken, om het kijkinstrument en uw gebit te beschermen.

Wat gebeurt er tijdens de sedatie?

Op de behandelkamer wordt u aangesloten op de bewakingsmonitor. Dit houdt in dat:

  • uw hartritme wordt bewaakt, met 3 of 5 plakkers op uw borstkas;
  • via een sensor op een van uw vingers, meten we het zuurstofgehalte in uw bloed (saturatie);
  • uw bloeddruk regelmatig wordt gemeten met een band om uw bovenarm;
  • u zuurstof krijgt via uw neus en dat we uw ademhaling meten.

Na de veiligheidscheck start de Sedatie Praktijk Specialist met de sedatie. Hij/zij blijft u tijdens het hele onderzoek of behandeling bewaken.

Tijdens het onderzoek

  • Tijdens het onderzoek ligt u op uw buik.
  • De arts brengt een flexibele slang (endoscoop) door de ring in uw keel. De arts voert de endoscoop tot in de twaalfvingerige darm. Daar komen de galwegen en afvoergang van de alvleesklier in de darm uit.
  • Via de endoscoop brengt de arts een dun slangetje (katheter)naar binnen. Dit slangetje komt uit in de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier.
  • Door de katheter wordt contrastvloeistof ingespoten. Hierdoor kan de arts de galwegen en/of afvoergang van de alvleesklier zichtbaar maken op röntgenfoto’s.

Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Als het moeilijk is om de katheter in de galwegen of de afvoergang van de alvleesklier te brengen, kan het onderzoek uitlopen tot 60 minuten.

Afwijkingen

Als de arts bij het onderzoek afwijkingen vindt, kunnen deze eventueel direct behandeld worden. Het kan zijn dat er afwijkingen zijn waardoor het afvloeien van gal en/of alvleeskliersap wordt belemmerd. In dat geval kan de arts de kringspier, die de afvoergangen afsluit, doorsnijden. Dit wordt papillotomie genoemd en is niet pijnlijk. Het resultaat is een grotere uitgang. Hierdoor kan de arts eventuele galstenen verwijderen, of een buisje in de galwegen plaatsen. Zo nodig haalt de arts tijdens het onderzoek een stukje weefsel weg voor nader onderzoek. Dit is niet pijnlijk.

Als het onderzoek of de behandeling klaar is stopt de Sedatie Praktijk Specialist met de sedatie. Hierna gaat u naar de uitslaapkamer, tot u weer goed wakker bent. Een verkoever-verpleegkundige meet uw bloeddruk, hartslag en het zuurstofgehalte in uw bloed tot u weer naar de verpleegafdeling mag.

  • Krijgt u na het onderzoek last van buikpijn of koorts, waarschuw dan de verpleegkundige.
  • De eerste 2 uur na het onderzoek mag u niet eten of drinken. Als zich in deze periode geen bijzonderheden voordoen, mag u wat drinken. Begin met een slokje water. Als dit goed gaat, kunt u gewoon drinken. Als u geen klachten heeft, kunt u ook weer eten.
  • Als bij het onderzoek een ingreep is gedaan, dan controleert de verpleegkundige regelmatig uw hartslag en bloeddruk.
  • Zijn er complicaties opgetreden bij het onderzoek? Dan bespreekt de arts die het onderzoek heeft uitgevoerd met u wat er verder gaat gebeuren.

Wat zijn de risico’s?

Een E.R.C.P. is meestal een veilig onderzoek. Toch kunnen er problemen (complicaties) optreden.

  • Er kan een luchtweginfectie of een longontsteking ontstaan als iemand zich verslikt in de maaginhoud. Dit komt vaker voor na een keelverdoving of na toediening van een kalmeringsmiddel.
  • U kunt na het onderzoek last hebben van keelpijn. Dit gaat meestal na enkele uren weer over.
  • Bij 10-15% van de onderzoeken lukt het niet om een katheter in de galwegen of de afvoergang van de alvleesklier op te voeren. Meestal wordt dan een tweede poging gedaan.
  • De alvleesklier kan ontstoken raken als gevolg van het onderzoek. Zo’n ontsteking heet pancreatitis. Het komt voor bij 2 tot 5% van alle onderzoeken. Deze ontsteking herstelt meestal in enkele dagen, maar kan ook zeer zelden (0,2%) een bijzonder ernstig verloop hebben.
  • Er kan een infectie van de galwegen of galblaas optreden. Zo’n infectie komt voor bij 0,5 tot 1% van de onderzoeken en kan een ernstig beloop hebben.
  • Bij het insnijden van de sluitspier van de galwegen en/of de uitvoergang van de alvleesklier kan soms een bloeding ontstaan. Meestal is er maar weinig bloedverlies, waarvoor geen aanvullende behandeling nodig is.
  • Soms kan er een gaatje (perforatie) in de darmwand ontstaan, waarvoor verdere medische behandeling nodig is.

Wanneer neemt u contact op?

Als u thuis last krijgt van ernstige buikpijn of koorts krijgt, bel dan meteen naar de dienstdoende arts of naar de Spoedeisende Hulp.

  • Tijdens kantooruren belt u de afdeling Endoscopie, telefoonnummer (073) 553 30 51.
  • Buiten kantooruren belt u de Spoedeisende Hulp, telefoonnummer   (073) 553 27 00.

De arts die het onderzoek heeft uitgevoerd, kan u vaak al wel vertellen wat hij heeft gezien. Als de arts een stukje weefsel heeft weggenomen, dan wordt dit verder onderzocht in het laboratorium. De uitslag daarvan bespreekt uw behandelend arts, die het onderzoek heeft aangevraagd bij een eventuele vervolgafspraak. Deze bespreekt ook de eventuele behandelingsmogelijkheden met u.

Stelt u ze dan gerust voor het onderzoek. U kunt ook bellen naar de afdeling Endoscopie, telefoonnummer (073) 553 30 51, kies dan optie 1, het secretariaat.