Behandeling

Stijve grote teen (hallux rigidus) - operatieve behandeling

Het Voet- en Enkelteam kijkt eerst of een stijve grote teen behandeld kan worden met een aanpassing van schoenen of medicijnen. Wanneer dit geen resultaat geeft of de klachten ernstig zijn kan een operatie besproken worden.

Het is afhankelijk van uw klachten welke operatie de orthopedisch chirurg uitvoert aan uw grote teen gewricht. We geven u hier meer informatie over de mogelijke operaties.

Hoe verloopt de behandeling?

Praktische tips

Wat neemt u mee?

Bij iedere afspraak in het ziekenhuis neemt u mee:

  • een geldig identiteitsbewijs
  • uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO).

Hier vindt u meer informatie over wat u moet meenemen.

Afspraak op onze hoofdlocatie in 's-Hertogenbosch? Meld u eerst digitaal aan. Lees hier hoe dit werkt.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Bekijk uw zorgverzekering

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

Betrokken afdelingen

Code ORP-102b
Laatste revisie: 11 maart 2024 - 16:52
Hoe verloopt de behandeling?

Stijve grote teen (hallux rigidus) - operatieve behandeling

Preoperatieve Screening en Centraal Apotheek Punt

Het is belangrijk dat u goed en veilig wordt voorbereid op de operatie.

Daarom wordt u enige tijd voor uw opname in het ziekenhuis gebeld door het Centraal Apotheek Punt (CAP) en door de afdeling PreOperatieve Screening (POS)

De medewerker van het CAP controleert met u de medicatie die u (eventueel) gebruikt. De medewerker van de POS stelt u een aantal vragen over uw thuissituatie en over uw gezondheid.

De anesthesist kan het om medische redenen nodig vinden dat u naar de afdeling Preoperatieve Screening in het ziekenhuis komt. Deze afspraak duurt dan ongeveer 1 uur.

Let op! De gesprekken met het CAP en POS zijn belangrijk; uw operatie kan zonder deze gesprekken niet door gaan. 

Op www.jbz.nl/anesthesie leest u meer over de verdoving en bewaking tijdens de operatie. Als u hierover vragen heeft, kunt u deze stellen tijdens het gesprek met de POS-medewerker.

Informatieboekje voorbereiding opname

Van de afdeling Preoperatieve Screening (POS) krijgt u een informatieboekje. Hierin leest u belangrijke informatie die u nodig heeft bij de voorbereiding op uw (dag)opname. U krijgt het boekje als papieren versie en/of als digitale versie in uw MijnJBZ. Lees dit boekje goed door!

Nuchter zijn

Opereren kan alleen als u nuchter bent. ‘Nuchter’ betekent dat uw maag leeg is. Zo wordt voorkomen dat de inhoud van uw maag tijdens de operatie in de luchtpijp en longen terechtkomt. Dit zou tot ernstige complicaties kunnen leiden.

U moet voor een operatie altijd nuchter zijn, ook als u een regionale verdoving (bijvoorbeeld ruggenprik) krijgt. Om te zorgen dat u nuchter bent, houdt u zich aan de volgende regels:

Tot 6 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag normaal eten en drinken.

Vanaf 6 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag niets meer eten (ook geen snoepjes). U mag nog wel kauwgom kauwen, maar u mag de kauwgom niet doorslikken. 
  • U mag nog wel drinken: water, helder appelsap, thee of koffie zonder melk (eventueel met zoetjes of suiker).
  • U mag niet meer drinken: melk(producten), koolzuurhoudende dranken of alcohol.

Vanaf 2 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag niets meer eten en drinken (ook geen snoepjes). U mag nog wel kauwgom kauwen, maar u mag de kauwgom niet doorslikken. Gooi de kauwgom weg als u naar de operatieafdeling gaat.
  • Een slokje water om medicijnen in te nemen - of bij het tandenpoetsen - mag wel.

Na opname op de afdeling: 

  • Na opname kunt u nog tot 300 ml ranja (dat zijn 2 glaasjes) met paracetamol op de afdeling van opname aangeboden krijgen. 

Als u een dag vóór de operatie wordt opgenomen, volgt u de instructies van de verpleegafdeling over het nuchter zijn.  

Stop met roken

Zeker als u geopereerd bent of moet worden, is het beter niet te roken. De ademhalingswegen van rokers zijn vaak geïrriteerd en daardoor gevoeliger voor ontstekingen. Daarnaast verdringt het koolmonoxide in de rook het zuurstof uit het bloed. Roken is slecht voor de wondgenezing en vergroot de kans op complicaties. Tenslotte kan hoesten na de operatie erg veel pijn doen.

Houdt u er ook rekening mee dat u in en om het ziekenhuis niet mag roken. Het hele gebouw, het ziekenhuisterrein en de parkeervoorzieningen zijn rookvrij.

Voor hulp bij stoppen met roken kunt u kijken op www.rookvrijookjij.nl of belt u naar (076) 889 51 95.

Vervoer naar huis

Wij adviseren u dringend om niet zelf auto te rijden. Regel daarom iemand die u naar huis kan brengen.

Kunt u op de vastgestelde opnamedatum niet komen?

Belt u dan zo snel mogelijk, maar uiterlijk een werkdag voor de opnamedatum, naar de polikliniek. Bent u de dagen voor de operatie erg verkouden? Moet u veel hoesten of heeft u koorts? Neemt u dan minimaal 24 uur van tevoren contact op met de polikliniek.

Operatieve behandeling; een artrodese van het MTP 1 gewricht

Bij de operatie 'artrodese MTP 1 gewricht' zet de orthopedisch chirurg het grote teen gewricht vast. Dit is de meest effectieve operatie; de pijn is vaak direct na de ingreep al minder. Soms schrikken patiënten van het idee dat de grote teen helemaal wordt vastgezet door de operatie en dus niet meer bewegelijk zal zijn. Maar u merkt weinig verschil met de situatie voor de operatie omdat u al gewend was aan een stijve grote teen. Het is ook alleen het grote teen gewricht wat vastgezet wordt. Het teenkootje boven het gewricht blijft in zijn beweging en functie hetzelfde.

Bij de operatie wordt er een snee aan de zijkant van de voet gemaakt ter hoogte van het grote teen gewricht. Het kraakbeen wat nog aanwezig is in het gewricht wordt verwijderd. Daarna wordt het gewricht in de juiste stand gezet en dan wordt het vast geschroefd met 2 of meerdere schroeven. De schroeven verzinken in het bot en kunnen gewoon blijven zitten. Mocht het bot zachter zijn of de chirurg heeft twijfels of alleen schroeven afdoende zijn dan kan er voor een klein plaatje met schroeven worden gekozen. De teen staat altijd iets omhoog vast gezet om de functie van het afwikkelen te vervullen. De grote teen raakt net niet de grond wanneer u op blote voeten staat. Het vastzetten is blijvend en zal de rest van uw leven in deze stand blijven staan.

Operatie hallux rigidus met schroeven

Bij een succesvolle operatie verdwijnt de pijn voor altijd en zullen er geen knobbels groeien aan het grote teen gewricht. Als er knobbels aanwezig zijn op het gewricht voor de operatie dan zullen deze tijdens de operatie verwijderd worden.

95% van de patiënten is 10 jaar na de operatie nog steeds tevreden over het resultaat. De meeste patiënten kunnen na de operatie hun eerdere sportactiviteiten weer oppakken zoals hardlopen (75%), golf (80%), wandelen (92%) en tennis (75%).

Operatie behandeling van knobbels op grote teen gewricht (cheilectomie)

Deze operatie kan worden toegepast als u last heeft van knobbels (osteofyten) op het grote teen gewricht en er minder slijtage van het gewricht zelf aanwezig is. De chirurg haalt de knobbels van het grote teen gewricht weg en daardoor verdwijnt de bult op de voet. Dit maakt het weer makkelijker om schoenen te dragen en kan de bewegelijkheid vergroten. Het voordeel van de operatie is dat het gewricht bewegelijker wordt, waardoor bijvoorbeeld vrouwen een hakje kunnen blijven dragen. Het nadeel van deze operatie is dat er pijnklachten kunnen blijven of dat de knobbels terug komen. Het gewricht wordt niet beter door de operatie zelf en het gedeelte dat al was versleten blijft ook versleten. Vaak zet de slijtage een tijdje na de operatie door en verergeren de pijnklachten weer.

hallux rigidus - voor de cheilectomie operatie
Afbeelding: voor de cheilectomie operatie
hallux rigidus - na de cheilectomie operatie
Afbeelding; na de cheilectomie operatie

Wat gebeurt er na de behandeling?

Op de operatiekamer krijgt u een drukverband om de voet. Dit moet blijven zitten tot de eerste controle op de gipskamer. Het verband wordt aangelegd om de wondinfectie en zwelling zo veel mogelijk te voorkomen.

Zwelling van de voet

Tot aan de eerste controle op de gipskamer moet u het been zo veel mogelijk hoog houden en zo min mogelijk belasten. Dit zorgt namelijk voor minder pijn en nabloedingen. U mag wel kortdurend op de hak steunen.

U houdt de voet het beste hoog door de voet hoger te leggen dan de knie en de knie hoger dan de heup. Zo voorkomt u dat de voet te veel opzwelt. U kunt de voet eventueel koelen maar zorg dat het verband droog blijft.

Medicijnen tegen de pijn

Het hooghouden van de voet helpt meestal goed tegen de pijn. Eventueel mag u ook paracetamol gebruiken, 4 keer per dag 2 tabletten van 500 mg.

Verder krijgt u geen medicijnen voorgeschreven in verband met deze operatie.

Douchen

Douchen kan eventueel met een speciale beenzak om het verband droog te houden. Ook adviseren we een krukje om te kunnen zitten onder de douche. Na het verwijderen van het verband, kunt u weer gewoon douchen als de wond droog is.

Wanneer neemt u contact op?

Neemt contact op met het ziekenhuis of uw huisarts als:

  • de wond dik of rood wordt of als er vocht uit komt;
  • als u veel pijn krijgt;
  • u zich ziek gaat voelen en koorts krijgt.

Wat doet u bij problemen thuis?

Krijgt u vóór uw controleafspraak meer pijn of blijft u pijn houden? Of zijn er andere problemen die te maken hebben met de operatie? Dan belt u het ziekenhuis.

  • De eerste 24 uur na ontslag belt u tijdens kantooruren naar de polikliniek Orthopedie, telefoonnummer (073) 553 60 50. In dringende gevallen buiten kantooruren belt u naar de verpleegafdeling Orthopedie, telefoonnummer (073) 553 25 21. 
  • Zijn er problemen ná de eerste 24 uur thuis? Dan kunt u bellen naar (073) 553 67 86. Afhankelijk van het tijdstip komt u via dit telefoonnummer in contact met de polikliniek Orthopedie tijdens kantooruren) of met de afdeling Spoedeisende Hulp (buiten kantooruren).

Bij vragen of problemen ná uw eerste controleafspraak belt u uw huisarts.

Heeft u geen controleafspraak in het ziekenhuis? Dan belt u met het ziekenhuis bij problemen in de eerste 10 dagen na de operatie. Ná 10 dagen belt u met uw huisarts.

Oefenen en hervatten activiteiten

Na genezing van de wond en eventueel het bot en de spieren, mag u de voet langzaam meer gaan belasten en in eigen tempo steeds sterker maken. Meestal is daarbij geen hulp van een fysiotherapeut nodig.

Het is normaal dat u na de operatie nog enkele maanden last van de voet heeft. Hoe lang en in welke mate hangt af van hoe uitgebreid de operatie was. U zult dikwijls kortdurende steken en pijn voelen. Soms is er sprake van een lichte verkleuring van de huid, overmatig transpireren en het anders aanvoelen van de voet. Deze klachten kunnen een jaar aanhouden en verdwijnen meestal geleidelijk.

De eerste 2 weken na de operatie kunt u nog geen staand werk doen. Hierna mag u geleidelijk meer gaan lopen. De eerste 6 weken na de operatie kunt meestal nog niet fietsen, autorijden of zwemmen. U kunt de eerste 6 weken na de operatie niet staan of lopen zonder de achtervoetloopschoen.

U mag uw activiteiten als volgt hervatten:

Na 2 weken kunt u weer zittend werk doen, zodra u voldoende mobiel bent om naar het werk te gaan en u de voet voldoende lang naar beneden kunt houden. Staand werk mag u weer doen zodra u voelt dat u dit aankunt (eventueel in overleg met de arbo-arts of
bedrijfsarts).

Na 6 weken mag u weer gaan fietsen; zodra u voldoende veilig op- en af kunt stappen. Zwemmen mag zodra u veilig het water in en uit kunt stappen. Autorijden mag zodra u weer redelijk kunt lopen en voldoende zeker bent dat u de pedalen met de geopereerde voet kunt bedienen. Autorijden met de achtervoetloopschoen wordt sterk ontraden, omdat u hiermee onvoldoende controle over de pedalen heeft. Bij gips rond de voet en/of enkel keert de verzekering niet uit bij schade.

Controle na de behandeling

Ongeveer een week na de operatie komt u terug op controle, op de gipskamer in het JBZ. De gipsverbandmeester verwijdert het verband en beoordeelt de wond. U krijgt een vaste gipsschoen of een kunststof teenspalk die om uw grote teen en de middenvoetsbeentjes zit. De spalk is afneembaar en draagt u altijd met een achtervoetloopschoen (zie afbeelding). U kunt dit zelf aan en uit doen, maar zorg ervoor dat u het zoveel mogelijk draagt en de voet nog niet te veel belast.

U draagt de spalk 5 weken. U komt 6 weken na de operatie bij de orthopedisch chirurg op controle. Er wordt dan ook een röntgenfoto gemaakt. Daarna mag u de voet zonder spalk belasten. De teen zal nog stijf zijn en het lopen zal lastig zijn voor nog een aantal maanden. Of er fysiotherapie nodig is wordt met u besproken.

Het advies is om ruime soepele schoenen met een vroege afwikkeling te dragen.

spalk na operatie hallux valgus
Afbeelding: spalk grote teen en middenvoetsbeentjes
achtervoetloopschoen
Afbeelding: achtervoetloopschoen

Vragen?

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u bellen naar de polikliniek Orthopedie. Zij zijn bereikbaar van maandag t/m vrijdag 8.30 - 17.00 uur op nummer (073) 553 60 50.