Zwangerschapscontrole in het ziekenhuis

Uw verloskundige of huisarts verwijst u voor uw zwangerschapscontroles door naar het ziekenhuis als u een medische indicatie heeft.

Dit betekent dat er tijdens de zwangerschap een verhoogd risico is voor moeder en/of kind.

Hoe vaak heb ik een afspraak in het ziekenhuis?

De zwangerschapscontroles vinden regelmatig plaats. In het begin van uw zwangerschap heeft u om de 4-5 weken een afspraak in het ziekenhuis. Vanaf ongeveer 24 weken is dit om de 3-4 weken. Vanaf 30 weken om de 2-3 weken en vanaf 36 weken iedere week.

Hoe verloopt een zwangerschapscontrole in het ziekenhuis?

Als u voor de eerste keer naar het ziekenhuis komt voor een zwangerschapscontrole, vragen wij u vooraf een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst is bedoeld om een compleet beeld te krijgen van uw voorgeschiedenis. U kunt hier bijvoorbeeld aangeven hoe eventuele vorige zwangerschappen zijn verlopen en of er bepaalde afwijkingen of ziektes in uw familie of die van uw partner zijn.

De zwangerschapscontrole wordt gedaan door de gynaecoloog, de arts-assistent of de klinisch verloskundige. De gynaecoloog is altijd eindverantwoordelijk voor uw zwangerschapscontrole. Tijdens elke zwangerschapscontrole wordt u onderzocht. We meten uw bloeddruk en luisteren naar het hartje van het kindje. Soms wegen we u ook. Daarnaast onderzoeken we uw buik van buiten om de groei van uw baarmoeder en het kindje te bepalen. Als dat nodig is, maken we ook een echo.

Als u vanaf het begin van uw zwangerschap naar het ziekenhuis komt voor uw zwangerschapscontrole, krijgt u ook een bloedonderzoek. Als u pas later naar het ziekenhuis komt, heeft de verloskundige dit al gedaan. Uw bloed wordt gecontroleerd op:

  • Bloedgroep/rhesusfactor
  • Irregulaire antistoffen
  • Hb (ijzergehalte)  
  • HIV (aidstest)
  • TPHA (syphilis)
  • Hepatitis-B (geelzucht)
  • Glucose

Prenataal onderzoek

De gynaecoloog bespreekt in het begin van uw zwangerschap ook met u of u en uw partner gebruik willen maken van een prenataal onderzoek. De verschillende onderzoeken kunnen alleen in het begin van de zwangerschap worden uitgevoerd. Komt u pas later in uw zwangerschap bij de gynaecoloog? Dan heeft de verloskundige dit al met u besproken. 

Echo’s

Wanneer u 20 weken zwanger bent, krijgt u een uitgebreide echo waarbij uw kindje wordt nagekeken op eventuele afwijkingen. Dit wordt ook wel de 20-weken echo genoemd. Tegen het einde van de zwangerschap bepaalt de gynaecoloog met behulp van een echo de ligging van uw kind (bijvoorbeeld hoofdligging of stuitligging).  

Aanvullend onderzoek

Soms is aanvullend onderzoek nodig, zoals een gedetailleerde echo, een CTG (hartfilmpje) of urineonderzoek. Met een gedetailleerde echo worden, in tegenstelling tot een ‘gewone’ echo, alle organen van uw kindje nauwkeurig bekeken. Een CTG is een scan waarbij het kloppen van het hart van uw kind en eventuele weeënactiviteit grafisch wordt weergegeven. Urineonderzoek kan nodig zijn als uw bloeddruk te hoog is. Uw urine wordt dan gecontroleerd op de aanwezigheid van eiwit.

Code GYN-774
Laatste revisie: 8 september 2022 - 10:51