Headerafbeelding
Afspraak op de polikliniek Algemene Interne Geneeskunde
Onderzoek

Nierbiopsie

Bij een nierbiopsie neemt de arts met een holle naald een stukje weefsel (biopt) uit 1 van uw nieren.

Dit weefsel wordt in het laboratorium onderzocht. De reden voor een nierbiopsie kan zijn dat er tekenen van een ontsteking zijn in uw nieren, er eiwit in uw urine is gevonden of dat uw nier minder goed werkt. De nierbiopsie kan een belangrijke bijdrage leveren bij het stellen van de juiste diagnose en de behandeling door uw arts.

Hoe verloopt het onderzoek?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over het onderzoek.

Praktische tips

Wat neemt u mee bij een (dag)opname?

Als u voor een opname of dagopname naar het ziekenhuis komt, neem dan uw geldig identiteitsbewijs mee. Maar bijvoorbeeld ook de medicijnen die u thuis gebruikt. Hier vindt u een overzicht van alles wat u mee moet nemen.

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Bekijk uw zorgverzekering

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Betrokken afdelingen

Code INT-015
Laatste revisie: 9 mei 2023 - 16:50
Hoe verloopt het onderzoek?

Nierbiopsie

  • Wij raden u aan om gemakkelijk zittende kleding of een pyjama aan te trekken. U moet na het onderzoek in bed blijven.
  • U moet voor de nierbiopsie nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf 24.00 uur niets meer mag eten of drinken.

Wanneer mag er bij u geen nierbiopsie gedaan worden?

Er mag bij u geen nierbiopsie worden gedaan als 1 of meer van de situaties hieronder voor u gelden. Bespreek dit met uw behandelend arts of bel naar de polikliniek Nefrologie als:

  • uw bloedstolling niet goed is;
  • uw bloeddruk te hoog is;
  • u blaasontsteking heeft. Dit kunt u merken aan pijn bij het plassen of koorts;
  • u de adem niet een paar seconden kunt vasthouden;
  • u koorts heeft.

Bloedstolling

Een paar dagen voor de biopsie laat de arts bepalen of uw bloedstolling normaal is. Een normale stolling is erg belangrijk, omdat de arts een wondje in de nier maakt. De stollingsfactoren in het bloed zorgen ervoor dat dit wondje snel dicht gaat. Sommige medicijnen hebben invloed op de stolling, zoals:

  • bloedverdunners die u via de trombosedienst krijgt: acenocoumarol of fenprocoumon (Marcoumar©);
  • plaatjesaggregatie remmers: acetylsalicylzuur (Ascal © of Carbasalaatcalcium©), clopidogrel (Grepid© of Plavix©) of dipyridamol (Persantin©);
  • direct werkende bloedverdunners, zogenaamde DOACS: rivaroxaban (Xarelto©), apixaban (Eliquis©) , dabigatran (Pradaxa©) of edoxaban (Lixiana©);
  • overige: ticagrelor (Brilique©).

Ook pijnstillers zoals aspirine, ibuprofen, naproxen, diclofenac en de zogenaamde NSAID's die u zonder recept kunt kopen, kunnen een nadelige invloed hebben op uw stolling. Overleg daarom van tevoren met uw arts met welke medicijnen u moet stoppen en welke u wel kunt blijven gebruiken. Overleg ook met uw arts als u twijfelt over een medicijn dat u gebruikt.

Kunt u niet naar uw afspraak komen?

Belt u dan zo snel mogelijk, maar uiterlijk een werkdag voordat u de afspraak heeft naar de polikliniek. Uw plaats kan dan gebruikt worden om een andere patiënt te helpen. Zo werkt u ook mee om de wachtlijsten zo kort mogelijk te houden!

Voor het onderzoek

  • U wordt de middag vóór de biopsie opgenomen op de afdeling Interne Geneeskunde.
  • De volgende dag doet de arts de nierbiopsie bij u.
  • Ongeveer 1 uur voor de biopsie krijgt u een rustgevende tablet diazepam. Hierdoor kunt u zich tijdens het onderzoek goed ontspannen.
  • De verpleegkundige brengt u daarna naar de afdeling Radiologie.

Tijdens het onderzoek

  • De nierbiopsie gebeurt onder plaatselijke verdoving.
  • U ligt tijdens de biopsie op uw buik of zij.
  • Met een echoapparaat controleert de laborant nog een keer de plaats van de nier waar de arts de biopsie neemt. Dit is meestal de linker nier. Het echo-apparaat werkt met geluidsgolven, daar voelt u niets van.
  • De laborant maakt uw huid schoon en bedekt uw rug met steriele doeken. Daarna verdooft de arts de huid rondom de biopsieplaats. Dit doet even pijn en geeft een brandend gevoel.
  • Voelt u tijdens de ingreep nog pijn, dan moet u dat zeggen. Zo nodig krijgt u extra verdoving.
  • De arts neemt de biopsie met een speciale biopsienaald. De arts kijkt op het echoapparaat mee tijdens het inbrengen van de naald.
  • Uw nier beweegt mee met uw ademhaling. Daarom vragen we u tijdens de biopsie steeds om even diep in te ademen en dan uw adem in te houden.
  • Terwijl u uw adem inhoudt, neemt de arts het biopt. Uit de naald schiet een iets dunner naaldje, dat met een heel snelle beweging een dun pijpje nierweefsel meeneemt. De arts probeert 2 stukjes nierweefsel te krijgen, dus minimaal 2 biopten te nemen.

Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

  • Na het nemen van het biopt draait u op uw rug of zij, op de kant van de punctieplaats. Zo moet u 6 uur lang blijven liggen.
  • De verpleegkundige brengt u weer terug naar de afdeling en meet de eerste 3 uur elke 30 minuten uw bloeddruk en pols.
  • Na de biopsie mag u 3 uur niet eten of drinken.
  • Daarna moet u juist veel drinken om bloed dat mogelijk in de urine komt goed te verdunnen. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat er geen stolsels ontstaan. U mag dan ook weer gewoon eten.
  • Na 6 uur kunt u voorzichtig gaan bewegen en mag u ook naar het toilet.
  • Er wordt ook nog bloedonderzoek gedaan.

Wat zijn de risico's?

  • Bij een nierbiopsie bestaat het risico op een bloeding. De kans op een merkbare bloeding is klein. Hier heeft u meer kans op bij sterk overgewicht en als u niet stil ligt tijdens of kort na de biopsie.
  • De gevolgen van een bloeding zijn rugpijn en/of bloedplassen. Meestal gaat dit met medicijnen tegen de pijn of vanzelf over.
  • Heeft u een ernstige bloeding? Dan is een bloedtransfusie nodig.
  • Het is bijna nooit nodig dat de arts het wondje dicht moet maken via de bloedbaan. Als dit wel nodig is, doet de arts dit via een katheterisatie in de lies.
  • Heel soms is een operatie nodig.

Naar huis

Zijn er geen bijzonderheden? Dan mag u de ochtend na de biopsie weer naar huis. Dit is dan na de controles door de verpleegkundige en het bezoek van de arts.

Het is belangrijk dat u voorzichtig omgaat met de nier waar de arts de biopsie heeft genomen. Daarom is het belangrijk dat u zich houdt aan de volgende adviezen:

  • Doe de eerste 3 dagen rustig aan.
  • U mag de eerste 3 dagen niet sporten.
  • U mag 1 week niet zwaar tillen.
  • U mag 1 week niet zwaar sporten. Doe vooral geen krachtsporten.

Wanneer mag u uw bloedverdunners weer innemen?

U hoort van uw behandelend arts wanneer u weer mag starten met het innemen van uw bloedverdunners.

Wat moet u doen bij problemen thuis?

Heeft u vóór uw controleafspraak klachten zoals pijn in of rond uw nier, bloed of bloedstolsels in uw urine, koorts, neiging tot flauwvallen of u opeens niet goed voelen? Dan belt u het ziekenhuis.

Vertel duidelijk dat u laatst een nierbiopsie heeft gehad.

  • Tijdens kantooruren belt u naar de polikliniek Nefrologie, telefoonnummer (073) 553 30 71.
  • In dringende gevallen buiten kantoortijden belt u naar de afdeling Spoedeisende Hulp, telefoonnummer (073) 553 27 00.

Bij vragen of problemen ná uw 1e controleafspraak belt u uw huisarts.

Heeft u geen controleafspraak in het ziekenhuis? Dan belt u met het ziekenhuis bij problemen in de eerste 10 dagen na de ingreep. Ná 10 dagen belt u met uw huisarts.

Dan kunt u deze stellen aan de arts of verpleegkundige die bij u de biopsie nemen.