Headerafbeelding
Zorgverleners overleggen op de afdeling endoscopie
Onderzoek

Gastroscopie

Bij een gastroscopie bekijkt de arts het slijmvlies van uw slokdarm, maag en twaalfvingerige darm.

Dit gebeurt met een bestuurbare buigzame slang, de gastroscoop. De slang wordt via uw keelholte naar binnen gebracht. Bij dit onderzoek kan de arts eventuele afwijkingen opsporen. 

Krijgt u een gastroscopie in combinatie met een coloscopie (darmonderzoek)? Volg dan de voorbereiding voor de coloscopie.

Je kunt deze video niet zien. Wat nu?

Je hebt onze cookies (nog) niet geaccepteerd. Daarom kun je deze en andere video's niet bekijken op onze website. Wil je de video's wel kunnen zien? Klik dan op Accepteer cookies. Meer weten? Lees dan onze cookieverklaring.

Bekijk hier de video met ondertitels.

Hoe verloopt het onderzoek?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over het onderzoek

Praktische tips

Wat neemt u mee bij een (dag)opname?

Als u voor een opname of dagopname naar het ziekenhuis komt, neem dan uw geldig identiteitsbewijs mee. Maar bijvoorbeeld ook de medicijnen die u thuis gebruikt. Hier vindt u een overzicht van alles wat u mee moet nemen.

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Code INT-014
Laatste revisie: 12 maart 2024 - 16:03
Hoe verloopt het onderzoek?

Gastroscopie

Nuchter zijn

Voor het onderzoek of behandeling mag u vanaf een bepaald tijdstip niets meer eten en drinken.

Het is heel belangrijk dat u zich houdt aan de instructies van de behandelend specialist en aan de volgende regels:

Vanaf 6 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag niets meer eten (ook geen kauwgom of snoepjes).
  • U mag nog wel drinken: water.

Vanaf 2 uur voor het tijdstip van opname:

U mag niets meer eten en drinken (ook geen kauwgom of snoepjes).

Heeft u een stoornis van de bloedstolling of gebruikt u medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden?

Tijdens de gastroscopie kan de arts stukjes weefsel wegnemen. Heeft u een stoornis van de bloedstolling? Of gebruikt u medicijnen van de trombosedienst die de bloedstolling beïnvloeden? Geeft u dit dan door bij het maken van de afspraak.

Diabetes?

Bent u diabetespatiënt? Dan moet u speciale maatregelen nemen. Vraag naar de speciale voorbereidingsfolder voor diabetespatiënten of neem contact op met de diabetesverpleegkundige.

Heeft u problemen met uw tanden of kiezen (gebit)?

Tijdens het onderzoek krijgt u een bijtring tussen uw tanden om uw tanden en de endoscoop te beschermen. Als u te hard op deze bijtring bijt, kan uw gebit beschadigen. Dat heeft vooral te maken met de staat van uw gebit. Heeft u een zwakke plek in uw gebit? Vertel dit dan voordat het onderzoek start aan de arts of verpleegkundige.

Heeft u een prothese of een gedeeltelijke prothese die uit kan? Dan vragen wij u in het kader van duurzaamheid zelf een gebitbakje mee te nemen.

Vragenlijstje

Hieronder staan een aantal vragen over uw medische conditie die belangrijk zijn voor het onderzoek. Wilt u deze vragen vast thuis beantwoorden en meenemen naar het onderzoek? Als u een van deze vragen met 'ja' beantwoordt en u heeft dit nog niet besproken, neemt u dan contact op met uw arts.

  • Heeft u een stoornis van de bloedstolling?
  • Bent u op dit moment onder behandeling van de Trombosedienst?
  • Gebruikt u acenocoumarol of fenprocoumon?
  • Heeft u een pacemaker?
  • Heeft u een I.C.D. (implanteerbare defibrillator)

Resistente bacterie (BRMO)

Draagt u een resistente bacterie (bijvoorbeeld MRSA of ESBL) bij u? Dan kan dit voor uzelf en voor medepatiënten een risico geven bij een medische behandeling.

Het is daarom heel belangrijk dat u doorgeeft als u:

  • in de afgelopen 2 maanden opgenomen of behandeld bent geweest, in een buitenlandse zorginstelling;
  • in de afgelopen 2 maanden opgenomen bent geweest in een Nederlands ziekenhuis of verpleeghuis, waar een resistente bacterie aanwezig was;
  • in de afgelopen 2 maanden in een instelling voor asielzoekers heeft gewoond;
  • door uw beroep in contact komt levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens (bijvoorbeeld: varkens-, kalver- en pluimveehouders, veeartsen, medewerkers slachthuis);
  • woont op een bedrijf met varkens, kalveren of vleeskuikens;
  • ooit besmet bent geweest met een resistente bacterie;
  • contact heeft met iemand die een resistente bacterie bij zich draagt.

Zo nodig onderzoeken we dan of u een resistente bacterie bij u draagt of dat u een COVID-19-besmetting heeft. Als dat zo is dan nemen we in het ziekenhuis maatregelen om te voorkomen dat de bacterie of het virus zich verspreidt.

Geldt een van bovenstaande punten voor u, geef dit dan door aan de polikliniek of afdeling die het onderzoek of de behandeling met u heeft afgesproken.

Waar moet u verder nog aan denken?

  • Tijdens het onderzoek kunt u het beste gemakkelijk zittende kleding dragen.
  • Gebruik voor het onderzoek geen lippenstift.
  • Roken versterkt de aanmaak van maagzuur. Daarom kunt u op de dag van het onderzoek beter niet roken. 
  • U wordt naar de onderzoekskamer gebracht. Hier vragen we u om eventuele losse gebitsdelen uit te doen.
  • Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzijde op de onderzoekstafel.
  • De assistent plaatst een ring tussen uw kaken. Dit is om de gastroscoop en uw tanden te beschermen.
  • De gastroscoop is een soepele, bestuurbare slang van 1 cm dikte. De arts brengt de gastroscoop door de ring in uw keel en vraagt u te slikken. Daarbij helpt de arts om de slang in uw slokdarm te brengen. Dit gaat het beste als u zich zo goed mogelijk ontspant. Is dit eenmaal gebeurd, dan kan de arts de slang verder naar binnen schuiven.
  • Tijdens het onderzoek wordt via de gastroscoop lucht ingeblazen. Hierdoor ontplooien de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm. De arts kan die dan beter bekijken. De ingeblazen lucht kan een vol gevoel geven. Probeert u om niet te boeren.
  • Soms neemt de arts tijdens de gastroscopie een stukje weefsel weg voor verder onderzoek. Dit wordt een biopsie genoemd, en is niet pijnlijk.
  • Bij het inbrengen van de gastroscoop en tijdens het verdere onderzoek houdt u voldoende ruimte in uw keelholte over om normaal te kunnen ademen. Het is belangrijk dat u zo rustig mogelijk probeert door te ademen. Dan heeft u het minst last van het onderzoek. Probeer ook zo weinig mogelijk te slikken, want bij elke slikbeweging voelt u de slang in uw keel.

Hoe lang duurt het onderzoek?

De voorbereiding duurt 5 tot 10 minuten. Het onderzoek zelf duurt ook ongeveer 5 tot 10 minuten.

  • Na het onderzoek is uw keel waarschijnlijk wat gevoelig. Dit gevoel gaat vrij snel weer weg.
  • Gebruikt u antistollingsmedicijnen en bent u daar mee gestopt in verband met het onderzoek? Overleg dan met uw arts wanneer u deze weer moet gebruiken.

De arts die het onderzoek heeft aangevraagd, bespreekt de uitslag met u. Vaak kan de arts die het onderzoek heeft gedaan u al de bevindingen meedelen.

Als er een stukje weefsel is weggenomen, wordt dit verder onderzocht in het laboratorium. Ook daarvan krijgt u de uitslag via uw behandelend arts. Deze bespreekt ook de behandelingsmogelijkheden met u.

Wat zijn de risico's?

Een gastroscopie is meestal een veilig onderzoek. Een enkele keer kunnen er complicaties optreden. Met complicaties bedoelen we bijkomende (onverwachte) problemen. Dit gebeurt gemiddeld bij 1 of 2 op de duizend onderzoeken.

  • De meeste complicaties treden op bij gebruik van een kalmeringsmiddel. Als gevolg van een kalmeringsmiddel kunnen ademhalingsproblemen en/of stoornissen in de hartfunctie optreden.
  • Verder kan een luchtweginfectie of een longontsteking optreden als u zich verslikt in de maaginhoud. Het kan ook voorkomen bij spoedonderzoeken als iemand geen lege maag heeft, bijvoorbeeld bij een maagbloeding.
  • Als u tijdens het onderzoek krachtig opboert, kan er een beschadiging optreden in het laatste deel van de slokdarm. Dit kan soms een bloeding tot gevolg hebben.
  • Een enkele keer kan een scheurtje in de slokdarm (of uiterst zelden in de maag) optreden. Dit komt voor als de slang heel moeizaam de keel kan passeren of als er vernauwingen in de slokdarm zijn.
  • Als tijdens het onderzoek een ingreep wordt verricht (bijvoorbeeld het oprekken van vernauwingen), neemt de kans op complicaties toe.

Wel of niet reanimeren

Tijdens een opname, operatie of onderzoek kan het heel af toe gebeuren dat bij een patiënt de ademhaling of bloedsomloop plotseling stopt. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis wordt iedere patiënt bij wie dit gebeurt, gereanimeerd. Als u een niet-reanimeren beleid heeft, zijn we daar graag van op de hoogte. Dat hoeft absoluut niet te betekenen dat u een verhoogd risico loopt op een levensbedreigende situatie.

Als u tijdens een onderzoek niet gereanimeerd wilt worden, laat dit dan voorafgaand aan het onderzoek weten. Belt u naar (073) 553 3051 (keuze 1), dan wordt voor u een afspraak ingepland om dit te bespreken.

Complicaties

Krijgt u in de dagen na het onderzoek last van complicaties zoals ernstige buikpijn of koorts? Neem dan contact op met de dienstdoende arts.

  • Tijdens kantooruren belt u de afdeling Endoscopie, telefoonnummer (073) 553 30 51.
  • Buiten kantooruren belt u de Spoedeisende Hulp, telefoonnummer (073) 553 27 00.

Als u vragen heeft, stelt u die dan gerust voor het onderzoek. U kunt bellen naar de afdeling Endoscopie, telefoonnummer (073) 553 30 51.