Headerafbeelding
Binnentuin met groene bomen
Behandeling

Hoortoestel BCD, op de (Poliklinische)OK

Een BCD (Bone Conduction Device) is een hoortoestel dat in het bot wordt geplaatst. 

Een BCD is een hoortoestel dat stevig in het bot wordt vastgemaakt. Het systeem bestaat uit een titanium implantaat en het hoortoestel. Het implantaat wordt in het schedelbot achter het oor bevestigd en bestaat uit een schroef en een verbindingsstuk waar later het hoortoestel op wordt vastgeklikt. De BCD versterkt het geluid en zet het om in trillingen die via het bot het binnenoor bereiken. Het geluid gaat dan direct door het bot naar het binnenoor.

 

Hoe verloopt de behandeling?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over uw behandeling.

Praktische tips

Bekijk uw zorgverzekering

Controleer zelf vóór een afspraak in het JBZ of uw zorg wordt vergoed:

  • Bekijk hier met welke zorgverzekeraars het JBZ een contract heeft.
  • Het hangt ook af van uw polis of uw zorgverzekeraar alle zorg volledig vergoedt.
  • Onze zorg valt voor volwassenen onder het wettelijk eigen risico. Dit betekent dat u ieder jaar eerst een bedrag zelf moet betalen, voordat uw zorgverzekeraar kosten gaat vergoeden. 

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Wat neemt u mee?

Bij iedere afspraak in het ziekenhuis neemt u mee:

  • een geldig identiteitsbewijs
  • uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO).

Hier vindt u meer informatie over wat u moet meenemen.

Afspraak op onze locatie in 's-Hertogenbosch, Boxtel, Drunen of Rosmalen? Meld u eerst digitaal aan. Lees hier hoe dit werkt.

Betrokken afdelingen

Code KNO-753
Laatste revisie: 20 juni 2025 - 11:41
Hoe verloopt de behandeling?

Hoortoestel BCD, op de (Poliklinische)OK

U krijgt een BCD wanneer een klassiek hoortoestel geen verbetering van het gehoor oplevert. Redenen hiervoor kunnen zijn:

  • Een zeer nauwe gehoorgang, soms met erg veel oorsmeer;
  • Eenzijdig gehoor;
  • Vaak terugkerende oorontstekingen of gehoorgang-ontstekingen. De gehoorgang kan dan niet worden afgesloten met een hoortoestel;
  • Allergische reactie op het materiaal van een oorstukje en/of gehoortoestel; 
  • Als een gewoon hoortoestel niet voldoende versterking geeft vanwege problemen in het middenoor;
  • Bij een niet geheel aangelegde gehoorgang (atresie) waarbij het slakkenhuis wel goed is;
  • Bij een niet goed gevormd of open buitenoor (microtie), maar waarbij het slakkenhuis wel goed is.

Proefperiode

Voordat het implantaat wordt geplaatst, wordt er een proefperiode doorlopen met een BCD om te kijken of het een geschikte hooroplossing is voor u. Dit proeftoestel wordt op een band of beugel geplaatst achter uw oor op uw schedelbot, om een zo goed mogelijk idee te geven van de uiteindelijke werking.
Daarnaast krijgt u uitleg over het gebruik van de BCD. Er kan een app op uw telefoon gekoppeld worden met de BCD, voor meer bedienings-mogelijkheden.

De proefperiode bedraagt enkele weken; indien deze periode positief is afgerond zal de daadwerkelijke keuze van het toestel en de verdere procedure worden uitgelegd en in gang worden gezet voor het plaatsen van het implantaat.

Hoe wordt het BCD geplaatst?

Vlak voor de operatie wordt eerst een beetje haar achter het oor weggeschoren. De arts bepaalt de plaats waar het implantaat moet komen. Daarna wordt een kleine snede in de huid achter het oor gemaakt. Vervolgens wordt het titanium implantaat geplaatst in het bot van de schedel. Hiervoor maakt de arts een klein gaatje in het bot.

De titanium schroef wordt vlak achter het oor in het schedelbot geplaatst. De schroef steekt door de huid heen en is zichtbaar achter het oor.

Er wordt een smal gaasje met antibioticazalf om de schroef gedraaid. Dit geheel wordt tijdelijk afgedekt door een rond kunststof afschermkapje. De ingreep duurt ongeveer 1 uur.

Na de operatie heeft u een drukverband om uw hoofd. Dit verband moet 24 uur blijven zitten en mag u de volgende dag zelf verwijderen.

Een week na de operatie worden de hechtingen en de gaastampon om de BCD-schroef verwijderd.

Na ongeveer 2 maanden is het implantaat in het bot vastgegroeid. Een audioloog plaatst het koppelstuk op de schroef. Het definitieve hoortoestel wordt opnieuw ingesteld zodra het mogelijk is.

Poliklinisch of op de operatiekamer?

Het plaatsen van een BCD kan worden gedaan op de poliklinische operatiekamer (POK) of in het operatiecentrum. Lees hieronder de informatie die voor u van toepassing is.

Medicijnen

  • Gebruikt u medicijnen? Bent u overgevoelig voor verdovingsvloeistof, pleisters of andere stoffen? Meld dit dan aan de arts of assistente.
  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan kan het zijn dat u deze tijdelijk moet stoppen. De arts heeft dit dan met u besproken.

Kunt u niet naar uw afspraak komen?

Belt u dan zo snel mogelijk, maar uiterlijk een werkdag voordat u de afspraak heeft naar de polikliniek. Uw plaats kan dan gebruikt worden om een andere patiënt te helpen. Zo werkt u ook mee om de wachtlijsten zo kort mogelijk te houden!

Poliklinische Operatiekamer (POK)

Voor een ingreep op de Poliklinische Operatiekamer (POK) hoeft u niet nuchter te zijn. U krijgt een plaatselijke verdoving. Na de ingreep mag u meteen naar huis, maar hou er rekening mee dat u niet zelf mag autorijden.

Lees meer over de Poliklinische Operatiekamers

Waar meldt u zich?

U meldt zich met uw QR-code aan bij het gele aanmeldpunt in gebouw B, verdieping 1, ontvangst 4. Zo weten we dat u er bent. U mag plaatsnemen in de wachtkamer. Een medewerker komt u halen.

Als u met uw KNO-arts heeft afgesproken dat de ingreep plaats vindt op de operatiekamer, wordt u 1 dag opgenomen. De ingreep is precies hetzelfde als op de polikliniek, alleen bent u nu helemaal onder narcose. 

Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer. Als u zich goed voelt, mag u aan het eind van de dag naar huis.

Preoperatieve Screening en Centraal Apotheek Punt

Het is belangrijk dat u goed en veilig wordt voorbereid op de operatie.

Daarom wordt u enige tijd voor uw opname in het ziekenhuis gebeld door het Centraal Apotheek Punt (CAP) en door de afdeling PreOperatieve Screening (POS)

De medewerker van het CAP controleert met u de medicatie die u (eventueel) gebruikt. De medewerker van de POS stelt u een aantal vragen over uw thuissituatie en over uw gezondheid.

De anesthesist kan het om medische redenen nodig vinden dat u naar de afdeling Preoperatieve Screening in het ziekenhuis komt. Deze afspraak duurt dan ongeveer 1 uur.

Let op! De gesprekken met het CAP en POS zijn belangrijk; uw operatie kan zonder deze gesprekken niet door gaan. 

Op www.jbz.nl/anesthesie leest u meer over de verdoving en bewaking tijdens de operatie. Als u hierover vragen heeft, kunt u deze stellen tijdens het gesprek met de POS-medewerker.

Informatiefolder voorbereiding voorbereiding (dag)opname

Lees voor de opname de informatie "Voorbereiding op een (dag)opname".  Deze folder wordt voor u klaargezet in MijnJBZ. Als u wilt kunt u de folder ook op papier ontvangen. Vraag hier dan naar op de polikliniek. 

Nuchter zijn

Het is belangrijk dat uw maag voor de operatie leeg is. Dit noemen we nuchter. Dit voorkomt dat de inhoud van uw maag tijdens de operatie in de luchtpijp en longen terechtkomt. Als dit gebeurt, kan dat ernstige complicaties geven. 

Bent u niet nuchter? Dan kan de operatie niet door gaan.

U moet voor een operatie altijd nuchter zijn, ook als u een regionale verdoving (bijvoorbeeld ruggenprik) krijgt. Om te zorgen dat u nuchter bent, houdt u zich aan de volgende regels:

Tot 6 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag normaal eten en drinken.

Vanaf 6 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag niets meer eten (ook geen snoepjes). U mag nog wel kauwgom kauwen, maar u mag de kauwgom niet doorslikken. 
  • U mag nog wel drinken: water, helder appelsap, thee of koffie zonder melk (eventueel met zoetjes of suiker).
  • U mag niet meer drinken: melk(producten), koolzuurhoudende dranken of alcohol.

Vanaf 2 uur voor het tijdstip van opname:

  • U mag niets meer eten en drinken (ook geen snoepjes). U mag nog wel kauwgom kauwen, maar u mag de kauwgom niet doorslikken. Gooi de kauwgom weg als u naar de operatieafdeling gaat.
  • Een slokje water om medicijnen in te nemen - of bij het tandenpoetsen - mag wel.

Na opname op de afdeling: 

  • Na opname kunt u nog tot 300 ml ranja (dat zijn 2 glaasjes) met paracetamol op de afdeling van opname aangeboden krijgen. 

Dit zijn algemene instructies voor het nuchter zijn. Het kan zijn dat u van de arts andere instructies krijgt. U ontvangt hierover bericht in uw MijnJBZ en eventueel op papier. 

Als u een dag vóór de operatie wordt opgenomen, volgt u de instructies van de verpleegafdeling over het nuchter zijn.  

Waar meldt u zich?

U meldt zich bij de Infobalie van het ziekenhuis. De medewerker van de Infobalie wijst u verder naar de juiste afdeling.

Na de ingreep op de polikliniek, mag u meteen naar huis. Als de ingreep op de operatiekamer is gedaan (onder volledige narcose), gaat u aan het eind van de dag naar huis. We raden u aan niet zelf naar huis te rijden, maar iemand te vragen u op te halen.

We bespreken met u hoe u de wond moet verzorgen en geven u ook andere adviezen. De persoon die u op komt halen, mag hierbij aanwezig zijn. De belangrijkste adviezen vindt u hieronder terug, in het hoofdstuk 'Thuis'.

Complicaties komen niet vaak voor. Complicaties die kunnen optreden zijn:

  • Een bloeding. De KNO-arts kan dit behandelen door een tijdelijk drukverband aan te brengen.
  • Infectie van de huid. Hierdoor kunt u pijn hebben. Ook komt er een vieze afscheiding met korstvorming rond de schroef. De KNO-arts behandelt dit door de huid schoon te maken en zalf met antibiotica voor te schrijven.

De adviezen die we u meegeven helpen u om te herstellen. Ook heeft u hierdoor minder kans op eventuele problemen die kunnen ontstaan door de operatie (complicaties).

  • Het kunststof kapje moet 1 week blijven zitten.
  • De wond mag de eerste 2 weken niet nat worden. Als u uw haren wast, plaats dan een bekertje over de schroef.
  • Het is belangrijk om de huid rondom de schroef goed schoon te houden. Een zacht doekje is goed. De KNO-arts adviseert vaak om een baby/billendoekje (vochtig doekje) te gebruiken.
  • U mag geen gebruik maken van sauna of zonnebank.
  • Na enkele dagen tot een week kunt u weer werken.
  • U kunt een week na de operatie weer sporten zoals fitnessen of hardlopen. Contactsport waarbij er iets tegen uw hoofd kan komen mag pas na 2 maanden. Dan is de BCD goed in het bot vastgegroeid.
  • Als u pijn heeft, kunt u paracetamol gebruiken.

Wat doet u bij problemen thuis?

Krijgt u vóór uw controleafspraak meer pijn of blijft u pijn houden? Of zijn er andere problemen die te maken hebben met de operatie? Dan belt u het ziekenhuis. Ook als u geen controleafspraak heeft.

Tijdens kantoortijden belt u naar de polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde, dan kunnen wij u het beste helpen. Het telefoonnummer is (073) 553 60 70. Heeft u een probleem buiten kantooruren dat niet kan wachten? Bel dan naar de afdeling Spoedeisende Hulp, (073) 553 27 00.

U krijgt een controleafspraak mee voor een week na de operatie. Dan worden de hechtingen en de gaastampon om de BCD-schroef verwijderd.

Dan kan de BCD op de schroef geplaatst worden. Nadat het implantaat is bevestigd duurt het 6 tot 7 weken voordat u het definitieve hoortoestel kan dragen. Dit wordt opnieuw ingesteld zodra het mogelijk is.

Registratie van uw implantaat

Het JBZ registreert de gegevens van een ingebracht implantaat in uw dossier. U kunt deze gegevens zien in uw MijnJBZ onder het kopje ‘Dossier’ en vervolgens ‘Implantaten’. De informatie over uw implantaat staat ook in uw ontslagbrief. Staat een implantaat niet in uw MijnJBZ? Neem dan contact op met de polikliniek waar u onder behandeling bent.

Het JBZ levert de informatie over ingebrachte implantaten aan bij het Landelijke Implantaten Register (LIR). Dit is wettelijk verplicht. In het register staan alleen gegevens over het implantaat en niet uw patiëntgegevens. Mocht er een probleem optreden met een bepaald implantaat, dan neemt het LIR contact op met de zorgverleners die de implantaatgegevens hebben aangeleverd, zodat zij hun patiënten kunnen informeren.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u bellen naar de polikliniek Keel-, Neus- en Oorheelkunde, telefoonnummer: (073) 553 60 70.