Headerafbeelding
Vaas op tafel in wachtkamer met zicht op binnentuin
Behandeling

Suprapubische katheter

Een suprapubische katheter (blaaskatheter) laat doorlopend urine uit de blaas afvloeien. Daarvoor wordt de katheter via de buikwand in de blaas geplaatst.

De meest voorkomende reden om een suprapubische katheter te plaatsen is retentie. Dit wil zeggen dat de urine niet op natuurlijke wijze geloosd kan worden. Vaak vraagt de suprapubische katheter om een speciale verzorging. Na instructie kunt u, of iemand uit uw omgeving, dit zelf doen. Deze verzorging kan meestal ook gegeven worden door een (wijk)verpleegkundige. 

Hoe verloopt de behandeling?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over uw behandeling

Praktische tips

Wat neemt u mee bij een (dag)opname?

Als u voor een opname of dagopname naar het ziekenhuis komt, neem dan uw geldig identiteitsbewijs mee. Maar bijvoorbeeld ook de medicijnen die u thuis gebruikt. Hier vindt u een overzicht van alles wat u mee moet nemen.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Bekijk uw zorgverzekering

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

Betrokken afdelingen

Code URO-029
Laatste revisie: 21 maart 2024 - 14:48
Hoe verloopt de behandeling?

Suprapubische katheter

Hoe bereidt u zich voor?

Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt moet u dit van te voren melden aan de uroloog. In overleg met de arts die de medicijnen voorschrijft, zult u het gebruik van deze medicijnen een aantal dagen voor de behandeling moeten stoppen. Deze medicijnen kunnen bijvoorbeeld zijn: Ascal, Acetosal, Sintrom enzovoort.

Opname

Voor deze behandeling wordt u meestal enkele uren opgenomen op de afdeling Dagbehandeling.

Vervoer naar huis

Wij adviseren u dringend om niet zelf auto te rijden. Regel daarom iemand die u naar huis kan brengen.

Waar meldt u zich?

U meldt zich bij de Infobalie van het ziekenhuis. De medewerker van de Infobalie wijst u verder naar de juiste afdeling.

Kunt u op de vastgestelde opnamedatum niet komen?

Belt u dan zo snel mogelijk, maar uiterlijk een werkdag voor de opnamedatum, naar de polikliniek. Bent u de dagen voor de operatie erg verkouden? Moet u veel hoesten of heeft u koorts? Neemt u dan minimaal 24 uur van tevoren contact op met de polikliniek.

Wat gebeurt er tijdens de behandeling?

De ingreep vindt meestal plaats op de polikliniek Urologie onder plaatselijke verdoving. Soms wordt vooraf een blaaskatheter ingebracht via de plasbuis om de blaas te kunnen vullen. Of dit gebeurt via een cystoscopie. Dit is een inwendig onderzoek waarbij de uroloog de binnenzijde van de plasbuis en blaas meteen kan bekijken.

Om infectie te voorkomen wordt de buik - tussen navel en schaambeen - zo nodig geschoren. Na desinfectie van de buik (meestal met jodium) wordt de huid verdoofd met een injectie.

Daarna maakt de arts een kleine snee in de verdoofde huid. Met een dikke naald wordt de blaas aangeprikt. Dit kan pijnlijk zijn. Om de naald zit een holle buis. Na verwijderen van de naald wordt de katheter - door deze buis - rechtstreeks in de blaas geplaatst. De buis wordt verwijderd en de ballon van de katheter wordt opgeblazen om te voorkomen dat de katheter uit de blaas raakt.

Als de suprapubische katheter goed zit, wordt de 'vulkatheter' weer verwijderd. Het wondje bij de suprapubische katheter wordt bedekt met een steriel gaas.

Plaatje van katheter via de buik in de blaas

Hoe lang duurt de behandeling?

De behandeling duurt ongeveer 15 minuten.

Na de behandeling

Na de behandeling wordt u teruggebracht naar de afdeling Dagbehandeling.

Risico's of bijwerkingen

Heel soms komen de volgende complicaties voor:

  • Bloedverlies uit de blaas als gevolg van de punctie. Soms is het dan noodzakelijk de blaas goed te spoelen.
  • Schade aan de omliggende weefsels, zoals een bloedvat of darmlis. Het risico wordt kleiner als de blaas goed gevuld kan worden voor de punctie.

De verzorging algemeen

Dagelijks moet de insteekopening van de katheter afgedekt worden met een gaas (splitgaas). Douchen en baden met de katheter is geen bezwaar.

Op de katheter kan een urinezakje worden aangesloten. Dit zakje kan eventueel op het been vastgebonden worden met een speciaal bandsysteem. 's Nachts kan het best een urinezak worden aangesloten met een bedhanger. Ook is het mogelijk overdag de katheter af te stoppen met een speciaal hiertoe ontworpen stopje. Wel moet u de blaas dan geregeld legen (bijvoorbeeld elke vier uur zoals afgesproken met uw arts).

Meer informatie over de verzorging vindt u in de folder URO-078 'Nazorg: naar huis gaan met een blaaskatheter'.

Hulp bij het verzorgen van de katheter

Verwacht u dat het niet lukt om de katheter zelf of door uw mantelzorger, te verzorgen? Neem dan voor de operatie contact op met de polikliniek Urologie. Dan kan hiervoor thuiszorg geregeld worden.

Verwisselen van de katheter

De katheter moet om de 6 tot 8 weken, of om de 3 maanden verwisseld worden (afhankelijk van de soort katheter). Dit moet onder steriele omstandigheden gebeuren. Gebruik bij voorkeur een soepele Silastic Foley ballon katheter. De ballon wordt opgeblazen met 8 tot 10 cc steriel water (geen lucht). Meteen nadat de oude katheter is verwijderd moet de nieuwe worden ingebracht omdat het insteekkanaal vrij snel kan sluiten. Als er veel steenaanslag op de katheter komt, kan de verwisseling soms beter vervroegd worden.

Overmatige reactie rondom de insteekopening van de katheter kan worden aangestipt met zilvernitraat (helse steen). Het is raadzaam, maar niet perse noodzakelijk de insteekopening tijdens de verwisseling te desinfecteren. Wel moet, zoals gezegd, de insteekopening dagelijks met een nieuwe gaas afgedekt worden.

Spoelen van de blaas

Bij gebruik van een verblijfskatheter ontstaat er in de blaas vaak neerslag (slijm of gruis) door afgestoten blaaswandslijmvlies en soms ontstaat ook steenvorming. Om dit te voorkomen zijn 2 zaken belangrijk:

  1. U moet zo goed mogelijk drinken, meer dan 1,5 liter per 24 uur.
  2. Soms adviseert de uroloog om de blaas te spoelen. Dit gebeurt met fysiologisch zout of een citroenzure oplossing als Solutio G of R. Afhankelijk van de hoeveelheid neerslag in de blaas varieert het spoelen van 1 keer per dag tot 2 keer per week. Dit is dus niet bij iedereen nodig.

Als u langere tijd een katheter heeft kunnen de volgende problemen optreden:

  • Lekken van de katheter. Sommige patiënten met een katheter blijven - of worden - incontinent door urineverlies naast de katheter. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Meestal ligt de oorzaak in een eenvoudige knik of afsnoeren van de afvoerende slang naar de katheterzak. Bij een blaassamentrekking wordt dan urine geperst naast de katheter. Ook kunnen er blaaskrampen zijn door bijvoorbeeld een infectie. Vaak zijn blaaskrampen het gevolg van irritatie door de katheter.
  • Verstopping van de katheter. Is de katheter verstopt dan moet deze gespoeld worden. Is de katheter dan nòg niet doorgankelijk ,dan moet de katheter verwisseld worden.
  • Er uitvallen van de katheter. Wanneer de katheter er is uitgevallen, moet zo snel mogelijk een nieuwe katheter ingebracht worden. Dit moet snel, omdat het gaatje zeer snel kan sluiten. (Hoe snel het gaatje sluit is afhankelijk van hoe lang u de katheter heeft).

Blaaskrampen

Blaaskrampen zijn onwillekeurige samentrekkingen van een geprikkelde blaas. Mensen die last van blaaskrampen hebben, geven vaak de volgende klachten aan:

  • Pijn laag in de buik, net boven het schaambeen;
  • Urineverlies langs de katheter. Bij een suprapubisch katheter verliest men soms nog urine via de natuurlijke weg.
  • Mannen geven vaak ook pijn in de eikel aan.
  • Aandrang om te plassen of om te ontlasten.

Belangrijk is na te kijken of de katheter doorgankelijk is (komt er nog urine in de zak?). Heeft u een van deze klachten neem dan contact op met poli Urologie.

Wat doet u bij problemen thuis ?

Krijgt u vóór uw controleafspraak meer pijn of blijft u pijn houden? Of zijn er andere problemen die te maken hebben met de operatie? Dan belt u het ziekenhuis. 

Tijdens kantoortijden belt u naar de polikliniek Urologie, dan kunnen wij u het beste helpen. Het telefoonnummer is (073) 553 60 10. Heeft u een probleem buiten kantooruren dat echt niet kan wachten? Bel dan naar de afdeling Spoedeisende Hulp, (073) 553 27 00.

Bij vragen of problemen ná uw eerste controleafspraak belt u uw huisarts.

Heeft u geen controleafspraak in het ziekenhuis? Dan belt u met het ziekenhuis bij problemen in de eerste 10 dagen na de operatie. Ná 10 dagen belt u met uw  huisarts.

Heeft u nog vragen?

Deze informatie geeft algemene voorlichting en extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts. Door bijzondere omstandigheden kan een behandeling gewijzigd worden. Dit zal uw uroloog altijd aan u voorleggen.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen dan kunt u op werkdagen contact opnemen met de polikliniek Urologie, telefoonnummer: (073) 553 60 10, of met de verpleegafdeling Urologie, telefoonnummer (073) 553 67 00.