Met longrevalidatie kunt u de volgende doelen bereiken:

• Verminderen of voorkomen van luchtweginfecties.
• Verminderen of voorkomen van ziekenhuisopnames
• Verbeteren van uw conditie.
• Verminderen van het benauwdheidsgevoel.
• Versterken van uw zelfvertrouwen.
• Leren omgaan met angst en paniekreactie.
• Uw grenzen leren herkennen en accepteren en inzicht krijgen in uw mogelijkheden.

Voordat u start met de longrevalidatie

Voordat u begint met de poliklinische longrevalidatie, krijgt u eerst een intake.

Onderzoeken en gesprekken

Bij de intake doen we een aantal onderzoeken. Bijvoorbeeld een longfunctietest en een test om te kijken hoe het gaat met uw uithoudingsvermogen en kracht.

U heeft ook een gesprek met de longverpleegkundige en de longarts. Samen bespreken we uw klachten en beperkingen. Daarna maken we persoonlijke doelen en een persoonlijk behandelplan.

Na de revalidatie

Als het programma is afgelopen, heeft u een afsluitend gesprek met de longverpleegkundige en de longarts. We maken dan samen doelen waarmee u zelf thuis verder kunt.

In het longrevalidatieteam werken verschillende hulpverleners nauw samen.

De fysiotherapeut start samen met u een trainingsprogramma om uw conditie en kracht te verbeteren, afgestemd op uw doelen. Hierbij leert u ook uw eigen grenzen kennen. Tijdens de training kijken we hoe u activiteiten anders kunt doen. U krijgt ook advies over gezond bewegen.

Daarnaast leert de fysiotherapeut u hoe u slijm goed kunt ophoesten en hoe u beter kunt omgaan met kortademigheid. Natuurlijk is er ook aandacht hoe u fit kunt blijven na de longrevalidatie.

De longverpleegkundige geeft uitleg over verschillende onderwerpen die te maken hebben met uw longaandoening. Denk aan: het ziektebeeld, medicijnen, inhalatietechnieken, luchtweginfecties, leefregels, stoppen met roken en zuurstofgebruik.

De longverpleegkundige begeleidt u bij het leren omgaan met uw longaandoening. De longverpleegkundige gaat in op de beperkingen die u ervaart en helpt u bij het krijgen van inzicht in de aandoening en beperkingen. Zo kunt u uw eigen weg vinden in het omgaan met de ziekte.

Bij de longarts kunt u terecht voor medische vragen. De longarts bespreekt met u de uitslagen van de verschillende onderzoeken. Er is een vaste longarts verbonden aan de revalidatie, maar als het nodig is kan er overlegd worden met uw eigen longarts.

Medisch maatschappelijk werk biedt psychosociale begeleiding aan u en uw naasten bij problemen die te maken hebben met uw ziekte en/of behandeling. Zo nodig kunt u een verwijzing krijgen voor een persoonlijke verwijzing naar de maatschappelijk werk.

Goede voeding en training zijn belangrijk. Zij versterken elkaars werking. Training zorgt dat uw spieren sterker worden en (eiwitrijke) voeding levert de bouwstoffen voor deze spiergroei. Voeding en beweging kunnen dus niet zonder elkaar.

Om uw conditie op te bouwen, heeft u een gezonde voeding nodig waarin alle voedingsstoffen zitten. De diëtist kijkt naar uw eetpatroon en geeft u een persoonlijk voedingsadvies dat past bij uw wensen en behoeften. We verwijzen u naar een gespecialiseerde diëtist bij u in de buurt voor persoonlijke begeleiding dicht bij huis.

De ergotherapeut helpt u hoe u energie kunt besparen bij uw dagelijkse activiteiten die eigenlijk vanzelf zouden moeten gaan, zoals aankleden, traplopen of boodschappen doen. Dat kan bijvoorbeeld door iets op een andere manier te doen, uw houding te verbeteren of de snelheid aan te passen. Ook een hulpmiddelen kan hierbij helpen, zoals een rollator, loopfiets, step.

De psycholoog verzorgt een van de voorlichtingsbijeenkomsten van het revalidatieprogramma. Het accepteren en omgaan met een chronische aandoening staan hierin centraal. Tijdens de bijeenkomst is ook aandacht voor de psychosociale gevolgen. Het hebben van een chronische aandoening heeft invloed op de kwaliteit van leven. Ook kan het lastig zijn om uw leefstijl of gedrag aan te passen. Zo nodig kunt u een verwijzing krijgen naar de medisch psycholoog, voor persoonlijke begeleiding, advies en/of behandeling van de klachten.

De training gebeurt in een groep van maximaal 8 personen. Het programma duurt 12 weken, waarin u 2 keer per week 1 uur training heeft. Tijdens die bijeenkomsten volgt u een persoonlijk afgestemde fitnesstraining. De fysiotherapie begeleid u hierbij. Tijdens deze training wordt er afgewisseld met rustmomenten. Er heeft minimaal 2 coaching gesprekken met de longverpleegkundige.

Naast de training krijgt u voorlichting over uw aandoening en hoe u ermee om kunt gaan in het dagelijks leven. De voorlichtingsbijeenkomsten zijn meteen na de training en zijn een belangrijk onderdeel van het programma.

Uw partner of een naaste is van harte welkom om de bijeenkomsten bij te wonen. Ook bij het intakegesprek en het eindgesprek is uw partner of vertrouwenspersoon welkom.

• Draag gemakkelijk zittende kleding en schoenen waarmee u oefeningen kunt doen op de toestellen. Draag het liefst sportkleding en sportschoenen.
• Neem iets te drinken mee, bijvoorbeeld een flesje water, en eventueel een tussendoortje.
• Op de afdeling is een ruimte waar u zich kunt omkleden.
• Wij adviseren u om geen waardevolle spullen mee te nemen naar de training.
• Vanwege de gevoeligheid van de luchtwegen van de andere deelnemers, vragen we u om zo min mogelijk 'luchtjes' te gebruiken, zoals parfum of deodorant.
• Soms gaan we buiten wandelen als onderdeel van de therapie. Zorg daarom voor goede kleding en eventueel een jas.
• Neem uw eigen medicijnen mee, die u zo nodig mag gebruiken bij kortademigheid. Als u thuis zuurstof gebruikt, neem dan uw eigen systeem mee naar de training.
• Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten is er de mogelijkheid om een tussendoortje te nemen, wij zorgen voor koffie of thee.
• Bent u ziek of kunt u niet komen? dan is het belangrijk dat u zich afmeldt.

Als u nog vragen heeft dan kunt u die stellen aan de longverpleegkundige. Zij is te bereiken via de polikliniek Longgeneeskunde, telefoonnummer (073) 553 24 63.