Behandeling

Pacemaker, belangrijke informatie na ontslag

Deze informatie is bedoeld om u te helpen in de periode die volgt na ontslag uit het ziekenhuis. Meestal neemt de huisarts de medische zorg weer over, naast de polikliniekcontrole bij de cardioloog en de pacemakertechnicus.

Naast deze informatie kunt u de folders doorlezen die tijdens de opname zijn uitgereikt, of folders van de Hartstichting.

Hier vindt u alle belangrijke informatie

Code CAR-808
Laatste revisie: 20 mei 2025 - 16:01
Hier vindt u alle belangrijke informatie

Pacemaker, belangrijke informatie na ontslag

Het is belangrijk dat u zich de komende periode aan een aantal leefregels houdt. Dit houdt in dat u moet letten op de volgende zaken:

  • Neem uw medicijnen in volgens voorschrift van de arts.
  • Vertel bij iedere nieuwe arts die u bezoekt dat u een pacemaker heeft, zodat er bij een eventuele behandeling rekening mee gehouden kan worden.
  • Als u een MRI-scan krijgt of bij de fysiotherapie wordt behandeld met Ultra Korte Golf-apparatuur, vertel dan dat u een pacemaker heeft.
  • Uw mobiele telefoon moet minstens 15 cm van de pacemaker verwijderd blijven. Stop uw telefoon niet in het borstzakje aan de kant waar de pacemaker zit. Houd de telefoon aan het oor aan de kant waar de pacemaker niet zit.

Pacemakercontrole

  • Tijdens de eerste pacemakercontrole ontvangt u van de pacemakertechnicus een pacemakerpas. Zorg dat u deze altijd bij u draagt. Bij noodsituaties kunt u deze aan de hulpverlener geven.
  • De eerste werkdag na implantatie wordt de pacemaker doorgemeten en zo nodig bijgesteld.
  • De tweede pacemakercontrole is 2 tot 3 weken na de implantatie. Tijdens deze controle bekijkt de pacemakertechnicus de wond, meet de pacemaker door en stelt deze zo nodig bij.

Genezen van de wond

  • U kunt de wond nog een tijdje voelen trekken, vooral als u uw borst, schouders of armen strekt.
  • De eerste 6 weken na het plaatsen van de pacemaker mag u geen plotselinge bewegingen of bewegingen maken waarbij u omhoog moet reiken met uw schouder of arm aan de kant waar de pacemaker is geplaatst. Houd uw elleboog niet boven schouder hoogte en til geen zware dingen. Zo kunnen de elektroden goed vastgroeien in de hartwand. Het is wel belangrijk dat u uw arm blijft bewegen. Zo voorkomt u dat uw schouder gaat 'vastzitten'.
  • Om de wond rust te geven, mag u de eerste week geen auto rijden. Daarna is auto rijden met een pacemaker toegestaan. Kijk op de website van het CBR voor de actuele regels over pacemakers en het rijbewijs.

De wond wordt gesloten met oplosbare hechtingen en wondlijm.

  • U mag 24 uur na de behandeling weer douchen. In bad gaan en zwemmen wordt afgeraden.
  • Dep de huid rondom de wond voorzichtig droog.
  • Laat de pleister 24 uur op de wond zitten, daarna mag u de pleister verwijderen. U mag nog een nieuwe pleister plakken om de wond te beschermen, maar dit hoeft niet. De wondlijm is een beschermlaag. Meestal verdwijnt de wondlijm na ongeveer 14 dagen.
  • Het is belangrijk dat u de wond schoon en droog houdt.
  • Smeer de eerste week geen zalf op de wond.

Heeft u vóór uw tweede controleafspraak bij de pacemakertechnicus (binnen 2 tot 3 weken) problemen die te maken hebben met de ingreep? Dan belt u het ziekenhuis.

Voorbeelden van klachten kunnen zijn:

  • duizeligheid en/of wegraken (flauw vallen);
  • benauwdheid, kortademigheid of nieuwe pijn op de borst;
  • dikke voeten;
  • voortdurende hik;
  • trekkingen van uw arm, schouder, borstspier aan de kant waar de pacemaker is geplaatst;
  • ontstekingsverschijnselen rondom de wond zoals roodheid, pus, zwelling of aanhoudende of pijn die terugkomt;
  • temperatuurverhoging/koorts boven 38,5 graden.

Heeft u in de eerste 10 dagen na ontslag problemen die te maken hebben met de operatie, dan belt u tijdens kantoortijd naar de polikliniek Cardiologie, telefoonnummer (073) 553 60 40 en buiten kantoortijden naar de afdeling Hartbewaking, telefoonnummer (073) 553 25 00.

Bij vragen of problemen ná 10 dagen belt u uw huisarts.

In een acute situatie neemt u contact op met 112.

Als u bij de apotheek de recepten inlevert, kunt u daar een Actueel Medicatie Overzicht (AMO) vragen. Controleer samen met de apothekersassistent of de gegevens op het overzicht kloppen. Zorg dat het overzicht actueel blijft, geef wijzigingen door aan uw huisarts of apotheek.

Als u een geprinte versie van deze informatie gebruikt, kunt u hier uw gemaakte afspraken opschrijven of welke hulp er is ingeschakeld:

 

 

 

 

 

 

 

Als u een geprinte versie van deze informatie gebruikt, kunt u hier uw dieetvoorschrift opschrijven: