Behandeling

Antistollingsmedicijnen: LMWH

Het antistollingsmedicijn laag moleculair heparine (LMWH) gebruikt u in de vorm van een spuitje.

U kunt deze spuitjes bij uzelf zetten. Ook kan een naaste dit doen, of kan de thuiszorg ingeschakeld worden. De spuitjes geeft u via een injectie vlak onder de huid. Plaats de injectie in de voor- of zijkant van de buik of in zijkant van de bovenbenen. Vermijd toedienen in de buurt van een wond of litteken, en vermijdt de navelregio. Verwijder NIET de luchtbel in de injectiespuit! 

Deze spuitjes geven we vaak voor een korte tijd. U krijgt dit medicijn:

  • na een orthopedische operatie (zoals een heup- of knieoperatie)
  • tijdens een periode waarin u niet veel kunt bewegen en veel op bed moet liggen
  • als u zwanger bent en trombose heeft
  • als u zwanger bent en een verhoogde kans heeft op het krijgen van trombose
  • in sommige situaties wanneer u begint met een vitamine K-remmer
  •  in sommige situaties als u voor een operatie tijdelijk moet stoppen met antistollingsmedicijnen
  • in sommige situaties bij gips van het been
  • in sommige situaties als u COVID-19 (coronavirus) heeft
Lees meer

Voorbeelden van LMWH-spuitjes zijn:

  • dalteparine (Fragmin®)
  • enoxaparine (Clexane®)
  • nadroparine (Fraxiparine®, Fraxodi®=Fraxiparine forte®)
  • tinzaparine (Innohep®)
  • danaparoïde (Orgaran®)
  • fondaparinux (Arixtra®)

Belangrijke informatie over uw antistollingsmedicijnen

Praktische tips

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Bekijk uw zorgverzekering

Controleer zelf vóór een afspraak in het JBZ of uw zorg wordt vergoed:

  • Bekijk hier met welke zorgverzekeraars het JBZ een contract heeft.
  • Het hangt ook af van uw polis of uw zorgverzekeraar alle zorg volledig vergoedt.
  • Onze zorg valt voor volwassenen onder het wettelijk eigen risico. Dit betekent dat u ieder jaar eerst een bedrag zelf moet betalen, voordat uw zorgverzekeraar kosten gaat vergoeden. 

Meer informatie

Code LAB-003b
Laatste revisie: 18 april 2024 - 08:01
Belangrijke informatie over uw antistollingsmedicijnen

Antistollingsmedicijnen: LMWH

Wat zijn antistollingsmedicijnen?

Uw arts heeft u antistollingsmedicijnen voorgeschreven. We noemen deze medicijnen ook wel bloedverdunners. De naam bloedverdunners klopt eigenlijk niet. Deze medicijnen maken uw bloed namelijk niet dunner. Deze medicijnen zorgen er voor dat uw bloed minder snel stolt. Daarom noemen we ze ook wel antistollingsmedicijnen. Doordat u antistollingsmedicijnen gebruikt wordt de kans op een stolsel (trombose of embolie) kleiner.

Filmpje antistollingsmedicijnen

Bekijk ook het filmpje over antistollingsmedicijnen:

Indiveo video

Risico's van antistollingsmedicijnen

Wanneer u antistollingsmiddelen gebruikt, heeft u meer kans op bloedingen. U bloedt sneller, langer en heviger dan iemand die deze middelen niet gebruikt. Dit hoort bij uw behandeling. Maar er zijn wel situaties waarbij u direct contact op moet nemen met uw huisarts. 
U moet uw huisarts bellen als:

  • uw urine roodgekleurd is;
  • uw ontlasting zwart is;
  • u bijvoorbeeld uw arm of been niet goed meer kunt bewegen;
  • u plotseling niet meer goed kunt praten; 
  • u plots ontstane, hevige pijn heeft (bijvoorbeeld in uw buik);
  • u een blauwe plek heeft die groter is dan een bierviltje;
  • u plotseling meer dan vijf blauwe plekken heeft;
  • u een bloedneus heeft die langer dan een half uur duurt;
  • u bloed ophoest of bloed overgeeft;
  • u merkt dat u ergens anders een bloeding heeft.
     

Bel direct 112 als er een ernstige bloeding optreedt.

Het is ernstig als u:

  • steeds bloed blijft ophoesten of
  • bloed moet braken of
  • als u last heeft van meer dan een koffiekopje bloedverlies uit uw darm

Waar moet u op letten als u antistollingsmedicijnen gebruikt?

  • Gebruik de medicijnen zoals de arts ze heeft voorgeschreven,
  • Gebruik alleen medicijnen die zijn voorgeschreven door uw arts. Neem nooit zonder te overleggen andere medicijnen in. Doe dit ook niet met medicijnen die u zelf heeft gekocht bij apotheek of drogist. 
  • Gebruik geen pijnstillers die een ontsteking remmen, zoals aspirine, ibuprofen en voltaren, behalve als uw arts dit voorschrijft. Deze pijnstillers kunnen het risico op een bloeding verhogen.
  • Hebt u  koorts of pijn? Neem dan alleen paracetamol. Heeft u vragen hierover? Overleg dan met uw behandelend arts of apotheker welke andere medicijnen u mag gebruiken. 
  • Hebt u een ongeluk gehad? Of hebt u een bloeding zoals genoemd onder “risico’s van antistollingsmedicijnen”? Bel dan uw huisarts.
  • Meld bij elk bezoek aan huisarts, tandarts of specialist dat u antistollingsmedicatie gebruikt. Doe dit ook als u in het ziekenhuis opgenomen wordt.
     

Adviezen spuitjes

  • Spuitjes kunnen een- of tweemaal daags worden voorgeschreven. Volg altijd het advies van uw arts over hoe vaak u moet spuiten. Dit vindt u ook op het etiket van de apotheek.
  • Een groot aantal patiënten heeft een bloeduitstorting of irritatie op de injectieplaats. Als dit rond de plek waar u spuit blijft, is dit alleen vervelend, maar niet gevaarlijk. Als u gezwollen lippen, tong of keel krijgt, of uitslag, of als u kortademig wordt, waarschuw direct uw huisarts. Dit kan wijzen op een allergische reactie.

Sporten met antistollingsmedicijnen

Sporten en bewegen is heel goed voor u. Het belangrijkst is om een manier van bewegen te vinden die bij u en uw leven past. Wandelen, fietsen en zwemmen zijn goede manieren om te bewegen. 

Sporten als judo en boksen zijn niet goed om te doen. Doordat u bij deze sporten veel lichamelijk contact heeft is de kans op een verwonding groter. Let dus ook goed op bij andere sporten waarbij u lichamelijk contact heeft tijdens het sporten. Neem geen onnodige risico’s. Mocht u toch een verwonding krijgen, bel dan met uw huisarts. Zeker als u een wond heeft aan uw hoofd of op uw hoofd gevallen bent. 
 

Krijgt u een onderzoek of operatie?

Dan moet u soms tijdelijk stoppen met uw antistollingsmedicijnen. Dit doen we omdat u met deze medicijnen meer kans heeft op een ernstige bloeding rondom de ingreep. Het kan zijn dat u tijdelijk een ander antistollingsmedicijn moet gebruiken. Het is daarom van belang, dat degene die de ingreep gaat uitvoeren op de hoogte is van uw medicijngebruik. Hij/zij kan dan de noodzakelijke maatregelen treffen.

Krijgt u een kleine ingreep? Moet bijvoorbeeld uw kies getrokken worden? Dan hoeft u meestal niet te stoppen met uw antistollingsmedicijn. Overleg altijd even met de arts die de behandeling gaat doen wat verstandig is. Twijfelt u, of twijfelt de arts die de ingreep doet of stoppen met uw antistollingsmedicijn rondom de ingreep noodzakelijk en veilig is? Vraag dan of de behandelaar contact opneemt met degene die u het antistollingsmedicijn heeft voorgeschreven.

Medicijnen

Het is belangrijk dat u dit medicijn altijd netjes op de voorgeschreven tijden gebruikt. Mocht u toch een dosis vergeten zijn:

  • Gebruikt u de spuitjes 1x per dag?

Bij ontdekken binnen 4 uur na het vaste tijdstip kunt u de injectie alsnog toedienen. De volgende injectie neemt u weer op het vaste tijdstip. Als deze periode is verstreken, dan mag u de vergeten dosis niet zomaar inhalen. Neem dan contact op met de arts die de spuitjes heeft voorgeschreven.

  • Gebruikt u de spuitjes 2x per dag?

Bij ontdekking binnen 2 uur na het vaste tijdstip kunt u de injectie alsnog toedienen. De volgende injectie neemt u weer op het vaste tijdstip. Als deze periode verstreken is, dan mag u de vergeten dosis niet zomaar inhalen. Neem dan contact op met de arts die de spuitjes heeft voorgeschreven.

U mag zwanger worden als u antistolling in de vorm van spuitjes gebruikt. Deze medicijnen zijn veilig omdat ze niet door de placenta bij de baby komen. Een uitzondering hierop is de Fondaparinux. Deze mag niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap.

Na de bevalling

U kunt spuitjes veilig gebruiken na de bevalling, ook als u borstvoeding geeft. Het medicijn komt (mogelijk) in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht, maar is niet schadelijk voor het kind. Een uitzondering hierop is de Fondaparinux. Deze mag niet gebruikt worden bij het geven van borstvoeding.