Via een voedingspomp loopt de voeding uw bloedbaan in. In de totale parenterale voeding zitten alle voedingsstoffen die uw lichaam nodig heeft. Afhankelijk van uw lengte, gewicht, leeftijd en activiteiten en uw behoefte aan energie, eiwit, vet, vitamines en vocht bepaalt de arts welke voeding u krijgt. Regelmatig controleert uw behandelend arts uw bloed. De diëtist houdt u gewicht in de gaten. Als het nodig is, passen we de parenterale voeding aan.

• U krijgt deze voeding als uw maag-darmkanaal tijdelijk niet gebruikt kan worden. Dit is bijvoorbeeld na een grote maag- en/of darmoperatie.
• Soms mag of kunt u langere tijd niet eten. Bijvoorbeeld omdat u een operatie krijgt. Terwijl goede voeding juist belangrijk is om aan te sterken. Totale parenterale voeding wordt voor maximaal 3 maanden gegeven en gebeurt alleen op voorschrift van de arts. Als het weer mogelijk is om via uw maag voeding te geven, dan heeft dat altijd de voorkeur.

• Parenterale voeding wordt direct in de bloedbaan toegediend. Daarom brengt de interventielaborant van de Radiologie eerst een centrale katheter (PICC), een lange lijn via de arm in. Dit gebeurt via een kleine ingreep.
• Bij de ingreep wordt een dun slangetje (katheter) via een bloedvat in uw bovenarm ingebracht. Het uiteinde van de PICC komt uit in een groot bloedvat, vlak boven het hart. Op het andere uiteinde van het slangetje, buiten uw lichaam, sluiten we de voeding aan.

• Als u de parenterale voeding niet zelf kunt aan- en afsluiten, dan komt de verpleegkundige van de thuiszorg dit iedere dag bij u doen. De verpleegkundige maakt met u een afspraak over de tijd waarop zij komt om de voeding te verwisselen.
• De voeding loopt in 24 uur in. U kunt de zak met voeding en het pompje in een rugzak opbergen. Daardoor kunt u ook overdag de voeding gebruiken zonder dat u hierdoor heel erg beperkt wordt.
• U mag de voeding niet halverwege afbreken en deze dan later weer opnieuw aansluiten. Als u dit wel doet, kunnen er bacteriën in uw bloedbaan terecht komen.

U heeft met parenterale voeding meestal geen hongergevoel, ook al heeft u een lege maag. Tussen de voedingen door heeft u daar meestal ook geen last van. Parenterale voeding en gewone voeding gaan heel goed samen, ze vullen elkaar aan. Uw arts vertelt u of u naast de parenterale voeding wel of niet mag eten.

• Het kan zijn dat u bijna geen ontlasting meer krijgt. Dit komt omdat er bij het gebruik van parenterale voeding geen reststoffen in de darm ontstaan.
• Er kan een infectie in de bloedbaan ontstaan. Krijgt u een rillerig gevoel en koorts? Bel dan naar de thuiszorg of het ziekenhuis.

Een specialistische bereidingsapotheek of uw eigen apotheek levert de parenterale voeding 1 of 2 keer per week bij u thuis.

Hygiëne is erg belangrijk als u parenterale voeding krijgt. Tijdens het aansluiten van de voeding mogen er geen huisdieren in de kamer zijn. Huisdieren verspreiden veel stof en daarin kunnen bacteriën zitten. De kamer moet goed worden schoongemaakt. Een schone omgeving helpt om deze kans zo klein mogelijk te maken.

Voordat u naar huis gaat, regelt de transferverpleegkundige de gespecialiseerde thuiszorg. Die neemt de zorg van de parenterale voeding thuis over.

De transferverpleegkundige bespreekt met u hoe de zorg thuis wordt geregeld. U spreekt samen af op welk tijdstip de thuiszorg dagelijks langskomt om de voeding aan te sluiten, af te koppelen en de katheter te verzorgen.

Voor thuiszorg moet u soms een eigen bijdrage betalen.

Er wordt in principe 1 keer per week bloed bij u afgenomen om te controleren of u voldoende vocht en voedingsstoffen binnen krijgt. Uw behandelend arts controleert de uitslagen. Als het nodig is belt de arts u op.

Het kan belangrijk zijn om uzelf thuis 1 keer per week te wegen. Zo kunnen we zien of u met de parenterale voeding genoeg voedingsstoffen en vocht binnen krijgt.

Als dit nodig is, bespreekt de diëtist dit met u. Ook heeft de diëtist regelmatig contact met u om te horen hoe het met u gaat.

Uw zorgverzekeraar vergoedt de kosten van de totale parenterale voeding. Het ziekenhuis regelt dit voordat u met ontslag gaat. Houd eventueel rekening met een verplicht eigen risico.

Als het infuussysteem verstopt is, bel dan naar het thuiszorgteam. Bij koorts boven 38,5°C, braken of diarree moet u bellen naar het thuiszorgteam of uw (huis)arts.

Wordt u opgenomen in het ziekenhuis en heeft u nog parenterale voeding? Dan is het belangrijk dat u dit doorgeeft aan het voedingsteam.

Heeft u vragen en/of problemen over de parenterale voeding thuis? Bel dan naar de verpleegkundige van het voedingsteam. Zij zijn te bereiken via telefoonnummer (073) 553 30 51.