De operatie gebeurt onder algehele narcose. De arts brengt een dun plakje (donor)kraakbeen of kraakbeen uit uw oorschelp diep onder de huid aan de binnenzijde in de neusvleugel. Dit kraakbeen is niet te zien, alleen te voelen, zoals u ook het kraakbeen in het topje van uw neus voelt.

Door dit kraakbeen en door het litteken  van de operatie wordt de zijwand van de neus steviger, waardoor de neusvleugels niet meer invallen. Sommigen denken dat het kraakbeen de neus breder laat lijken. Met de normale zwelling na de operatie is dit wel zo, maar dit neemt met de tijd af. Dit kan zeker wel een jaar duren. Het kan zijn dat het uiterlijk van uw neus iets verandert, doordat de neusvleugels iets voller worden. Dit zal minimaal zijn. Mogelijk valt u dit op, anderen zien dat meestal niet.

Eenmaal terug op de afdeling heeft u een infuus waardoor u vocht en eventueel pijnstilling krijgt.

Als u zich goed voelt, mag u aan het eind van de dag naar huis. Het infuus wordt dan verwijderd. 

De volgende dag komt u terug naar het ziekenhuis om de tampons te laten verwijderen. U krijgt hiervoor een afspraak mee.

Nadat de tampons zijn verwijderd, kan er een bloedneus optreden. Deze stopt bijna altijd spontaan. U begint nu met neusspoelen.

Bij iedere operatie, ook een neusoperatie, is er sprake van enig risico. U kunt een infectie krijgen of een onverwachte bloeding. Deze complicaties zijn echter goed behandelbaar. Complicaties bij een neusoperatie zijn zeer zeldzaam.

Uw lichaam heeft tijd nodig om te genezen. U kunt zich na de operatie moe voelen. Uw lichaam moet tenslotte herstellen van een operatie. Ook kan uw reactievermogen wat vertraagd zijn. De pijn na de operatie valt meestal mee. U kunt hiervoor eventueel pijnstillers nemen. 

In de neus en omgeving kunt u een dof gevoel hebben. Dit komt omdat de kleine zenuwen zijn uitgeschakeld. Dit verdwijnt vanzelf. Het normale gevoel komt binnen enkele weken tot maanden terug. 

Na de operatie kan de huid rond de ogen en neusrug blauw en opgezwollen zijn. Dit is het gevolg van kleine onderhuidse bloeduitstortingen. Deze verkleuring en zwelling verdwijnen meestal binnen enkele dagen.

Soms kunnen er veel korstjes in de neus blijven zitten. Als u dit vervelend vindt, kan de KNO-arts hiervoor een neuszalf voorschrijven.

De eerste weken na de operatie kan de neus en bovenlip wat stijf aanvoelen. Dit is normaal en wordt vanzelf minder. Ook kan het soms wat langer duren voordat de hechtingen zijn opgelost.

Door de genezing kunnen er wondjes ontstaan. Daarom is het belangrijk dat u thuis uw neus 3 tot 4 weken spoelt om de neus te reinigen. Dit moet u 2 tot 3 keer per dag  doen.  Voor het spoelen van de neus zijn diverse systemen op de markt. Via de polikliniek kunt u een spoelset kopen. 

U kunt ook uw neus spoelen met een spuit en spoelvloeistof. De assistente geeft u hier uitleg over en geeft u informatie mee.

De adviezen die we u meegeven helpen bij de genezing. Ook heeft u hierdoor een kleiner kans op eventuele complicaties.

• Wanneer u een kapje over uw neus heeft, zorg dan dat uw gezicht droog blijft. De pleisters laten anders los.
• Vermijd warmte: laat eten en drinken iets afkoelen.
• Niet te heet douchen, geen zonnebank of naar de sauna gaan.
• U mag tot aan de eerste controle uw neus niet snuiten, alleen ophalen. Het is beter om uw neus schoon te spoelen. Dit kan met een spuitje met keukenzoutoplossing of met het aangeschafte neusspoelsetje.
• U mag niet tillen, persen of bukken tot aan de eerste controle.

Na 1 week komt u bij de KNO-arts op controle.