De werking van het afweersysteem wordt aangepast waardoor er minder terugvallen voorkomen. Hoe glatirameeracetaat bij MS werkt is niet helemaal duidelijk.

Voordat u start met glatirameeracetaat wordt er bloedonderzoek gedaan. U kunt bloed laten prikken in het Jeroen Bosch Ziekenhuis of bij een van de prikposten. De uitslagen worden naar het MS-behandelcentrum gefaxt.

• U krijgt glatirameeracetaat in de vorm van een injectie. Deze injectie wordt vlak onder de huid geprikt.
• De eerste keer dat u de injectie krijgt, begeleidt een instructieverpleegkundige u. Deze verpleegkundige komt bij u thuis, en regelt bijvoorbeeld ook de prikpen en het medicijn.
• Het advies is om voor elke injectie een andere prikplaats te kiezen. Hierdoor verkleint de kans op irritatie of pijn van de prikplaats. U mag glatirameeracetaat spuiten in uw armen, buik, heupen en dijen.
• U kunt zelf kiezen of u de glatirameeracetaat 3 of 7 keer per week injecteert. U kunt glatirameeracetaat elke dag spuiten, dan is de dosering 20mg/ml. Spuit u 3 keer per week, dan is de dosering 40 mg/ml. Er moet minimaal 48 uur tussen de injecties zitten. Hieronder ziet u een voorbeeld van een injectieschema.

Levering

Glatirameeracetaat wordt geleverd door Eurocept apotheek. Het MS-behandelcentrum zorgt ervoor dat de apotheek het recept ontvangt. Eurocept regelt de instructieverpleegkundige en zorgt ervoor dat het medicijn bij u thuis geleverd wordt.

• 1 week na het starten met glatirameeracetaat heeft u een afspraak met de MS-verpleegkundige.
• Na 1 maand heeft u weer een controle bij de MS-verpleegkundige.
• Na 3 maanden heeft u een afspraak met de neuroloog om de behandeling en mogelijke bijwerkingen te bespreken.
• Na 6 maanden krijgt u een MRI-scan van de hersenen. Er wordt dan ook een controleafspraak gepland bij de neuroloog om de uitslag van de MRI-scan te bespreken.
• Daarna wordt er meestal iedere 6 maanden een afspraak voor u gemaakt. Dit gebeurt vaak om en om bij de MS-verpleegkundige en de neuroloog.
• De eerste jaren krijgt u ieder jaar een MRI-scan van de hersenen.

Deze afspraken plannen we in overleg met u. Er kan zeker van dit tijdpad worden afgeweken, bijvoorbeeld als er bijwerkingen of nieuwe klachten zijn.

Controle van uw bloed

Uw bloed wordt 1 jaar na start van de behandeling gecontroleerd. Meestal hoeft u daarna geen bloed meer te laten prikken, behalve als uw neuroloog dat anders heeft afgesproken. U kunt de uitslagen vinden in MijnJBZ.

Zoals bij elk medicijn kan glatirameeracetaat bijwerkingen geven. Niet iedereen heeft daar last van. De meest voorkomende bijwerkingen zijn:

• huidreacties zoals roodheid, zwelling, pijn, jeuk of een plaatselijke ontsteking van de huid;
• reactie kort na de injectie, waarbij u de volgende klachten kunt krijgen: vaatverwijding (blozen), pijn op de borst, angst, kortademigheid, hartkloppingen of een versnelde hartslag. Deze reactie ontstaat binnen enkele minuten na de injectie en verdwijnt vanzelf weer na 15 tot 30 minuten;
• infecties, zoals griep;
• hoofdpijn.

De bijwerkingen verdwijnen meestal vanzelf weer. Soms is het nodig om de behandeling met glatirameeracetaat stop te zetten vanwege de bijwerkingen. Heeft u last van bijwerkingen, neem dan contact op met de MS-verpleegkundige.

• Het gebruik van glatirameeracetaat tijdens de zwangerschap lijkt inmiddels geen nadelige effecten te hebben op de ontwikkeling van het kind.
• U kunt glatirameeracetaat in ieder geval blijven gebruiken tot u zwanger bent.
• De neuroloog kan er in overleg met u soms voor kiezen om glatirameeracetaat te blijven gebruiken tijdens de zwangerschap.
• Heeft u een zwangerschapswens? Neem dan contact op met de MS-verpleegkundige voor overleg over stoppen van glatirameeracetaat en verdere begeleiding.
• Er wordt bij glatirameeracetaat geen effect op de vruchtbaarheid van zowel mannen als vrouwen verwacht.

Borstvoeding kan waarschijnlijk ook veilig worden gegeven tijdens gebruik van glatirameeracetaat.