Voor een galwegdrainage wordt u in het ziekenhuis opgenomen op de afdeling Dagbehandeling of op één van de andere verpleegafdelingen. Als u een nacht moet blijven, breng dan nachtkleding en toiletartikelen mee. U krijgt van tevoren een brief met daarin informatie over de opname.

Als u al bent opgenomen in het ziekenhuis wordt de afspraak voor de behandeling telefonisch doorgegeven aan de verpleegafdeling. De behandeling zelf vindt in de loop van de dag op de afdeling Radiologie plaats.

Voor het onderzoek is het nodig dat u een antibioticum krijgt. Dit medicijn krijgt u al op de verpleegafdeling toegediend via een naaldje in de arm (infuus). Heeft u een allergie voor jodium, contrastmiddelen of antibiotica? Geef dit dan door aan uw behandelend arts!

De behandeling vindt plaats op de afdeling Radiologie. Op de afgesproken tijd brengt de verpleegkundige u hier naar toe.

U komt op uw rug op de onderzoektafel liggen. Eerst bepaalt de radioloog met behulp van echografie de plaats waar het slangetje (de drain) via de huid zal worden ingebracht.

Echografie is een onderzoek dat wordt gedaan met geluidsgolven en is pijnloos. U wordt aangesloten op bewakingsapparatuur om tijdens de behandeling uw hartslag en ademhaling te controleren. Via het infuus krijgt u 'sedatie'. Sedatie betekent letterlijk: 'het verlagen van het bewustzijn'. Zo zorgen we er voor dat het onderzoek zo comfortabel mogelijk verloopt voor u.

Eerst bepaalt de arts de plaats waar de drain wordt ingebracht. Dan dekken wij u af met steriele doeken om infectie te voorkomen. Daarna wordt uw huid plaatselijk verdoofd en prikt de arts via de huid een van de galwegen aan met een dunne naald. Via deze naald wordt een contrastmiddel ingespoten. Hierdoor zijn de galwegen te zien met behulp van röntgenstralen. Daarna brengt de arts via de naald een 'voerdraad' in. Over de draad wordt de drain geschoven.

De arts probeert de drain zo te plaatsen dat deze van de galwegen naar de dunne darm loopt. De gal kan dan via de normale weg afgevoerd worden, maar ook via de drain naar een katheterzak buiten het lichaam. Soms lukt het niet de drain naar de dunne darm te brengen. Dan blijft de drain in de galwegen liggen en wordt de gal alleen via de drain naar de katheterzak afgevoerd. U heeft dus na het plaatsen van een galwegdrain altijd een drain die uit de buikwand naar buiten komt.

Als het niet lukt de drain van de galwegen naar de dunne darm te leggen, kan uw behandelend arts besluiten om dit enkele dagen later opnieuw te proberen.

Het is mogelijk dat bovenstaande behandeling later moet worden herhaald, bijvoorbeeld omdat de drain verstopt is geraakt of niet meer op de juiste plaats ligt. Om het verschuiven van de drain te voorkomen, wordt deze meestal aan de huid vastgemaakt met een hechting.

Meestal is een uitwendige galwegdrainage een veilige behandelingsmethode. Zoals bij iedere behandeling kunnen er toch complicaties optreden.

• Er kan een infectie van de galwegen of galblaas ontstaan. Daarom wordt in een aantal gevallen langer antibiotica toegediend.
• Soms ontstaat er een ernstige infectie, die kan zorgen voor bloedvergiftiging (sepsis).
• Er kan een bloeding ontstaan op de plaats waar de huid is aangeprikt. Hierbij ontstaat vaak een blauwe plek.
• Er kan inwendig een bloeding optreden.
• Er kan sprake zijn van gallekkage. Hierdoor kan een buikvliesontsteking ontstaan.
• Het lukt niet altijd om de katheter op te voeren in de galwegen of de afvoergang.

Na de behandeling brengt de verpleegkundige u terug naar de verpleegafdeling. Op de afdeling controleert de verpleegkundige de eerste 2 uur uw bloeddruk, hartslag en temperatuur. Soms is dit langer nodig. De verpleegkundige controleert bij uw terugkomst ook de plaats waar de naald door de huid is gegaan. Het infuus blijft in principe tot de volgende dag zitten. Soms besluit uw behandelend arts dat het infuus langer nodig is.

De uitwendige galwegdrain moet gespoeld worden met fysiologisch zout (steriel zout water). De verpleegkundige van de afdeling doet dit 3 tot 4 keer per dag. Ook controleert de verpleegkundige dan de plaats waar de galwegdrain door de huid komt. Het verband wordt dagelijks verschoond.

Krijgt u de eerste uren na het onderzoek klachten zoals plotselinge buikpijn, klamheid, zweten en overmatig slap voelen? Waarschuw dan de verpleegkundige.

Uw behandelend arts bespreekt na de behandeling wat er verder gaat gebeuren.

De voorbereiding op de behandeling op de afdeling Radiologie duurt ongeveer 10 minuten, de behandeling zelf ongeveer 1 uur. Als de katheter moeilijk in de galwegen is te brengen, kan de behandeling langer duren.