Fysiotherapie bij hartfalen, tijdens opname in het ziekenhuis
Als u bent opgenomen vanwege hartfalen, bespreekt de fysiotherapeut uw bewegingsmogelijkheden met u en geeft u adviezen.
Translate instructions
For translating the text, please follow this instruction:
1. Select the text you want to translate.
2. Choose ‘Vertalen’.
3. Select the language you prefer.
4. You can read and/or listen to the translated text (by Google).
Lees meer
Uw fysiotherapeut op de afdeling kan u helpen om uw bewegingsmogelijkheden te laten ervaren. In het algemeen geldt: hoe meer u beweegt hoe beter, maar de inspanning mag niet te zwaar zijn. Liever 5 maal kortdurend bewegen dan 1 maal te veel en overbelasten!
Betrokken afdelingen
Fysiotherapie bij hartfalen, tijdens opname in het ziekenhuis
De fysiotherapie is gericht op het onderhouden en verbeteren van uw uithoudingsvermogen, spierkracht en balans. Maar ook op het trainen van functionele activiteiten die u thuis nodig heeft, zoals het opstaan uit een stoel, afstanden lopen of het traplopen.
Borgschaal
Om te kunnen bepalen wat voor u een goede mate van inspanning is, moet u steeds bewust te letten op de signalen van overbelasting. Bijvoorbeeld:
- kortademigheid
- duizeligheid
- vermoeidheid
Een hulpmiddel dat u hierbij kunt gebruiken is de inspannings-Borgschaal.
De borgschaal heeft verschillende treden die de mate van inspanning weergeven. U oefent borg 6 tot en met 12 als u geen tekenen heeft van kortademigheid, duizeligheid of vermoeidheid.
Bent u opgenomen met hartklachten onder andere om vocht kwijt te raken (ontwateren)? Dan adviseren we inspanning van maximaal 12 op de borgschaal. U mag een lichte inspanning ervaren, iets dieper ademhalen, het gevoel krijgen dat het u wat moeite kost om te bewegen. U traint uzelf dan door wat vaker en/of langer te bewegen, liefst ieder uur.
U kunt tijdens verschillende activiteiten op de dag met de borgschaal oefenen en de score invullen in het onderste schema. Op die manier krijgt u meer duidelijkheid over uw belastbaarheid bij verschillende activiteiten.
| Dag 1 | Dag 2 | Dag 3 | Dag 4 | Dag 5 | |
| Toiletbezoek | |||||
| Douchen | |||||
| Aankleden | |||||
| Eten aan tafel | |||||
| Wandelen | |||||
| Traplopen | |||||
| Bezoek ontvangen | |||||
| Oefeningen |
Staand achter het voeteneind van het bed
- Ga op 1 been staan, met minimaal vasthouden aan bedrand. Hou dit per been 20 seconden vol. Herhaal 5 keer.
- Breng 1 been zijwaarts omhoog. Herhaal dit met ieder been 5 tot 10 keer.
- Ga op uw tenen staan. Herhaal dit 10 keer.
- Buig door de knieën. Herhaal dit 5 tot 10 keer.
U kunt deze oefeningen 3 keer herhalen en proberen minstens 2 maal daags uit te voeren.
Vanuit zit op bedrand of stoel
- Sta op en ga weer zitten. Herhaal dit 5 tot 10 keer.
- Strek uw knie. Herhaal dit per been 5 tot 10 keer.
- Hef uw knie. Herhaal dit per been 5 tot 10 keer.
U kunt deze oefeningen 3 keer herhalen en proberen minstens 2 maal daags uit te voeren.
Zithouding
Let op u zithouding; probeer zo rechtop mogelijk gesteund te zitten. Eventueel gebruikt u hiervoor 2 kussens onder de ellebogen of u steunt met de onderarmen op een tafel.
Rollator
Het lopen met een rollator heeft hetzelfde positieve effect. Hierdoor kunt u mogelijk gemakkelijker een langere afstand lopen.
Ademhalingsoefening
- Adem rustig in door de neus
- Blaas zachtjes uit door de mond via gespleten lippen (als of u een kaars rustig uitblaast)
Doe deze ademhalingsoefening in uw eigen tempo en oefen het regelmatig (liefst ieder uur).
Heeft u vragen? Bespreekt u deze dan met de fysiotherapeut op de afdeling.