Behandeling

Embolisatie (algemeen)

Bij deze behandeling worden bloedvaten afgesloten (emboliseren) door flexibele metaaldraadjes, kleine bolletjes of een stent met een kunststof omhulsel. Er wordt gebruik gemaakt van röntgenstralen om de bloedvaten te vinden.

Voor een embolisatie wordt u in het ziekenhuis opgenomen in het ziekenhuis.

LET OP! U moet zich voor deze behandeling voorbereiden. Lees daarom deze informatie minstens EEN DAG vóór de behandeling goed door! Het is belangrijk dat u deze instructies goed opvolgt. De behandeling kan anders misschien niet doorgaan. 

Hoe verloopt de behandeling?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over uw behandeling

Praktische tips

Wat neemt u mee?

Komt u voor bloedprikken? Neem dan mee een geldig identiteitsbewijs, het aanvraagformulier of barcode die u heeft ontvangen.  

Komt u voor röntgenfoto's of een echografie? Neem dan mee een geldig identiteitsbewijs, en uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO).

Afspraak op onze hoofdlocatie in 's-Hertogenbosch? Meld u eerst digitaal aan. Lees hier hoe dit werkt.

De afdeling Radiologie

Op de afdeling Radiologie is de radioloog verantwoordelijk voor de onderzoeken. De radioloog is een arts die gespecialiseerd is in het uitvoeren en beoordelen van deze onderzoeken. De radiodiagnostisch laborant of physician assistent helpt de radioloog bij de onderzoeken. Ook kunnen zij deze onderzoeken in opdracht van de radioloog zelfstandig uitvoeren.

Bekijk uw zorgverzekering

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Betrokken afdelingen

Code RAD-109
Laatste revisie: 16 januari 2024 - 12:27
Hoe verloopt de behandeling?

Embolisatie (algemeen)

Opname in het ziekenhuis

Voor een embolisatie wordt u in het ziekenhuis opgenomen in het ziekenhuis. Breng nachtkleding en toiletartikelen mee. De arts die het onderzoek aanvraagt beslist hoe lang u in het ziekenhuis moet blijven. 

Als u al bent opgenomen in het ziekenhuis wordt de afspraak voor de behandeling telefonisch doorgegeven aan de verpleegafdeling.

De behandeling zelf vindt in de loop van de dag op de afdeling Radiologie plaats.

Eten en drinken

  • Is de behandeling ‘s ochtends, dan mag u vanaf 24.00 uur ‘s nachts niets meer eten. U mag nog wel drinken tot 2 voor het onderzoek.
  • Is de behandeling 's middags, dan mag u een licht ontbijt nemen. Dit is een kopje thee met 2 beschuiten (of 1 snee brood) met zoet beleg (geen kaas of vleeswaren). Daarna mag u niets meer eten. U mag nog wel drinken tot 2 uur voor het onderzoek.

Bent u zwanger?

Als u zwanger bent of zou kunnen zijn, moet u dit aan de arts vertellen. Het is niet zeker of de embolisatie dan door kan gaan.

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen of heeft u een stoornis van de bloedstolling?

Dan is het belangrijk dat de arts die dit onderzoek/deze behandeling aanvraagt dit weet. Uw behandelend arts zal u vertellen of u moet stoppen met de bloedverdunners of dat u ze mag blijven gebruiken.

Gebruikt u andere medicijnen?

Als u andere medicijnen gebruikt, mag u die gewoon innemen, behalve het medicijn metformine. (Lees ook de paragraaf ‘Heeft u diabetes?’).

Heeft u diabetes?

Bent u diabetespatiënt, dan mag u ‘s morgens vroeg een lichte maaltijd gebruiken en uw medicijnen innemen.

Gebruikt u metformine (ofwel Glucophage® of Glucovance®)? Als uw nierfunctie gestoord is, mag u dit medicijn een aantal dagen niet innemen. U krijgt hierover dan informatie.

Contrastmiddel

Het is mogelijk dat u vóór of tijdens het onderzoek een injectie met een jodiumhoudende contrastvloeistof krijgt. U krijgt deze injectie in uw arm.
Met deze vloeistof zijn de bloedvaten duidelijker te zien op de CT-scan.  

Een onderzoek met contrastvloeistof kan niet:

  • als u Metformine (Glucophage) gebruikt in combinatie met ernstige nierfunctiestoornissen
  • als u in het verleden ooit een allergische reactie op contrastvloeistof had;
  • bij hyperthyreoidie (een te snel werkende schildklier)

U heeft in deze gevallen een hoger risico op lichamelijke problemen. Hoort u tot één van deze risicogroepen?  Heeft uw behandelend arts hier niet naar gevraagd? Dan is het belangrijk dat u zelf contact opneemt met de behandelend arts.

Soms kan het onderzoek toch doorgaan als er vooraf speciale maatregelen zijn genomen. Uw behandelend arts kan in overleg met de radioloog beoordelen of een ander onderzoek ook voldoende informatie kan geven.

Wat gebeurt er tijdens de behandeling?

Op de verpleegafdeling wordt, als dat nodig is bloed geprikt. U krijgt een infuusnaald in de arm met een druppelinfuus en u krijgt een operatiejasje aan.

Op de afdeling Radiologie komt u op uw rug op een behandeltafel te liggen, onder steriele lakens. U wordt aan bewakingsapparatuur aangesloten. Het is belangrijk dat u tijdens de behandeling heel stil blijft liggen! De radioloog geeft u een verdovingsprik in een of beide liezen. Dan prikt hij een slagader in de lies aan. In dit bloedvat wordt een dun ventielslangetje geschoven.

In sommige gevallen kiest de arts ervoor om een bloedvat in de arm aan te prikken, in plaats in de lies. De procedure verandert hierdoor niet, maar de route naar de plek van behandeling is in die situatie beter bereikbaar. Soms is het nodig om rechtstreeks in het te behandelen bloedvat te prikken, dit is afhankelijk van de indicatie.

De radioloog schuift via het ingebrachte ventielslangetje een katheter naar het bloedvat dat afgesloten moet worden. Door de röntgendoorlichting en de contrastvloeistof kan de radioloog zien of de katheter op de goede plek komt. De contrastvloeistof geeft soms een warm gevoel. Aangekomen bij het bloedvat dat afgesloten moet worden, gaat de radioloog met speciale materialen het bloedvat dichtmaken. Deze materialen kunnen bestaan uit coils of partikels, of soms een gecoverde stent. Coils zijn kleine metalen veertjes (soms met zijhaartjes), waar het bloed op reageert door te stollen. Partikels zijn eigenlijk hele kleine deeltjes die de allerkleinste vaatjes (haarvaatjes) afsluiten. Een gecoverde stent is een stent met kunststof omhulsel. De radioloog kiest per situatie en behandeling welke materialen het beste zijn om te gebruiken. Zo wordt het bloedvat afgesloten.

Daarna gaat u terug naar de verpleegafdeling.

Zijn er bijwerkingen of risico's?

Hoewel deze behandeling veilig is, kunnen er zich complicaties voordoen (zoals bij elke medische behandeling). Er kan een bloeduitstorting in de lies ontstaan. Heel zelden ontstaat een nabloeding. Er bestaat een kleine kans op een infectie na de behandeling. 

Wat gebeurt er na de behandeling?

  • Na de behandeling wordt de vaatkatheter verwijderd.
  • Het gaatje in het bloedvat wordt gesloten. Dit kan met een apparaatje of door handmatig afdrukken.
  • U moet 1 tot 4 uur plat op bed blijven liggen. Hoe lang is afhankelijk van hoe het gaatje in de lies gesloten is.
  • Na terugkomst op de verpleegafdeling worden de eerste uren regelmatig controles bij u uitgevoerd.

Hoe lang duurt de behandeling?

De behandeling duurt 1 tot 2 uur.

Ik lees dat ik een infuus krijg, maar ik ben moeilijk te prikken. Wat nu?

Als u uit eerdere ervaringen weet dat u moeilijk te prikken bent, neemt u dan vóór het onderzoek contact op met de afdeling Radiologie

Ik kan niet naar de afspraak komen, wat moet ik doen?

Kunt u niet naar de afspraak komen? Geef dit dan zo snel mogelijk (minstens 24 uur voor het onderzoek/de behandeling) aan ons door via telefoonnummer (073) 553 26 00. We kunnen dan in uw plaats een andere patiënt helpen.

Ik heb nog vragen, waar kan ik die stellen?

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen naar de afdeling Radiologie. De afdeling is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur op het telefoonnummer (073) 553 26 00.