Veel gestelde vragen over Reumatologie

Om een afspraak te kunnen maken op de polikliniek Reumatologie, heeft u een verwijsbrief nodig van een huisarts of andere specialist.

Zolang u onder behandeling blijft voor dezelfde zorgvraag (klachten) en de huisarts geen afsluitende brief van het ziekenhuis heeft ontvangen, heeft u geen nieuwe verwijzing van de huisarts nodig.

Als tijdens de behandeling in het ziekenhuis een bijkomende aandoening wordt ontdekt voor hetzelfde specialisme, heeft u hiervoor ook geen extra verwijzing nodig.

Als u voor een andere zorgvraag (nieuwe klachten) naar het ziekenhuis komt, heeft u daarvoor wel een nieuwe verwijzing nodig. Zonder verwijzing worden de zorgkosten niet vergoed door de zorgverzekering.

Patiënten met een verminderde weerstand en bij het gebruik van bepaalde reumamedicatie wordt het advies gegeven om de jaarlijkse griepprik te halen om zo de kans op griep te verkleinen of eventuele complicaties bij griep te verminderen. Meer informatie over de griepprik vindt u op de pagina 'de reumatologen adviseren jaarlijkse griepprik' of op de website van het RIVM.

Voor het maken van een kopie van uw medische gegevens hebben wij uw schriftelijke toestemming nodig. Hiervoor vult het aanvraagformulier in. U stuurt het ingevulde formulier en een kopie van uw (geldig) legitmatiebewijs op naar Jeroen Bosch Ziekenhuis, t.a.v. Polikliniek Reumatologie, Postbus 90153, 5223 GZ 's-Hertogenbosch. Wij nemen uw aanvraag dan zo snel mogelijk in behandeling.

Let er altijd goed op dat uw persoonlijke gegevens die bij ons bekend zijn kloppen. Denk hierbij aan uw adresgegevens, telefoonnummer, huisarts en zorgverzekeraar. Als er persoonlijke gegevens veranderd zijn, is het belangrijk dit zo snel mogelijk door te geven. Doet u dit in ieder geval voor uw volgende afspraak. U kunt wijzigingen online doorgeven of bij de balie van de afdeling Patiëntenregistratie (op de Boulevard).

Als er geen pijnklachten zijn, dan mag u stoppen. Dit is het enige medicijn dat patiënt, volgens voorschrift op het doosje zelf mag regelen. Wat betreft reumaremmers: Elke verandering in overleg met behandelaar.

Het is verstandig hierover meteen contact op te nemen met de polikliniek, zodat dit teruggekoppeld kan worden aan de reumatoloog. Stop het medicijn totdat u een reactie terug hebt gekregen van de reumatoloog of verpleegkundige.

Voor een herhaalrecept van de medicijnen die uw reumatoloog heeft voorgeschreven, kunt u bellen met de polikliniek Reumatologie.

U kunt ook via MijnJBZ een herhaalrecept aanvragen. Meestal krijgt u voor 3 tot 4 maanden medicijnen. Als u start met een medicijn is dit soms maar voor 2 weken. Kunt u geen herhaal recept aanvragen via MijnJBZ? Vraag dan eerst bij de apotheek na of er nog een (digitaal) herhaalrecept klaar staat voordat u de polikliniek Reumatologie belt.

Voor een nieuw recept van de medicijnen die u van andere artsen heeft gekregen kunt u het beste met de huisarts contact opnemen.

Laat de reumatoloog weten dat u een operatie krijgt. De reumatoloog bekijkt welke medicijnen u kunt blijven gebruiken en welke eventueel gestopt moeten worden. Het is ook belangrijk dat u uw behandelend arts en anesthesist vertelt welke medicijnen u gebruikt. Daarom is het verstandig altijd een actueel overzicht van uw medicatie (AMO) bij de apotheek op te halen en deze mee te brengen bij een bezoek aan een arts.

Uw reumatoloog beoordeelt of u een maagbeschermer moet gebruiken. Krijgt u maagklachten na de start met reumamedicijnen, overleg dan met uw reumatoloog.

Dit moet u navragen bij uw behandelend reumatoloog. De laatste jaren zijn er vele ontwikkelingen op het gebied van medicijnen tegen ontstekingsreuma. Diverse nieuwe medicijnen zijn geregistreerd voor ontstekingsziekten zoals 'reumatoïde artritis' en 'artritis psoriatica'. In overleg met de zorgverzekeraars zijn er in Nederland richtlijnen opgesteld, onder welke voorwaarde een patiënt behandeling mag starten met een nieuw medicijn.

Laboratoriumuitslagen en röntgenuitslagen krijgt u bij uw controlebezoek bij de reumatoloog of reumaverpleegkundige. Soms wordt er ook een belafspraak gemaakt. U wordt dan door de reumatoloog, verpleegkundige of eventueel de polikliniekmedewerker gebeld.

Is er tussen controle afspraken door bloed geprikt (bv vanwege de reumamedicatie die gestart is), en de uitslag is goed, dan wordt u daar niet over gebeld. Er wordt dan alleen met u contact opgenomen b.v. om een keer extra te laten prikken.

Als u uw bloed laat prikken bij een prikpost van het ziekenhuis zijn al deze gegevens meteen voor de arts beschikbaar. Indien u in een ander ziekenhuis of medisch centrum bloed laat prikken krijgen wij deze uitslagen via de post gestuurd. Het kan dan langer duren voordat de uitslag bekend is.

Goede voeding is voor iedereen belangrijk, zowel voor gezonde als voor zieke mensen. Voor de meeste reumatische aandoeningen hebben specifieke diëten geen effect op het ziekteproces. Slechts voor enkele aandoeningen zijn dieetadviezen wel zinvol. Jicht is hier een voorbeeld van.

Jicht is een aandoening waarbij aanvallen van gewrichtsontstekingen voorkomen, veroorzaakt door een te hoog urinezuurgehalte in het bloed. Door het verlagen van de urinezuurspiegel in het bloed kunnen aanvallen voorkomen worden. Specifieke dieetaanpassingen met als doel het verlagen van de urinezuurspiegel kunnen een klein effect hebben. Meestal zijn er toch nog medicijnen nodig zijn om ervoor te zorgen dat het urinezuurgehalte weer normaal wordt. Voedingsmiddelen die het urinezuur in het bloed doen toenemen zijn bijvoorbeeld alcohol, vette vissoorten zoals haring en makreel, ansjovis, orgaanvlees en peulvruchten.

Ook bij osteoporose (botontkalking) is voeding belangrijk. Voor de kwaliteit van de botten is het belangrijk om te zorgen voor voldoende zuivelinname. Om de botten zo sterk mogelijk te houden, is ±1000 - 1200 mg calcium per dag nodig. Dit kan gehaald worden door voldoende zuivelproducten te gebruiken zoals melk, vla en kaas. Ook voldoende vitamine D is belangrijk (halvarine/zonlicht).

Meestal geldt, dat op een goede manier in beweging blijven heel erg belangrijk is. Zowel te zware inspanning (overbelasting) als weinig activiteiten (onderbelasting) heeft nadelige effecten op de kwaliteit en conditie van de spieren, gewrichten en botten.

Bij een reumapatiënt moet de intensiteit van werk en sport zo nodig moeten worden aangepast aan de ernst en activiteit van de reuma-aandoening. In fases met actieve gewrichtsontstekingen moeten de betreffende gewrichten niet zwaar belast worden. Welke adviezen nodig zijn in iedere persoonlijke situatie moet per patiënt worden bekeken.

Algemene adviezen voor de mate van lichamelijke belasting krijgt u van de reumatoloog en paramedici (zoals de reumaverpleegkundige, fysiotherapeut, ergotherapeut). Een bedrijfsarts en/of keuringsarts neemt uiteindelijk de beslissing of u wel of niet uw werk mag blijven doen of dat u vervangend werk kan doen.

Bij een aantal vormen van reuma speelt erfelijkheid een rol, maar bij heel veel vormen niet. Daarnaast zijn er nog andere factoren van belang bij het ontstaan van de ziekte. Er zijn géén betrouwbare testen waarmee je kunt voorspellen of een kind later eenzelfde vorm van reuma zal krijgen als zijn moeder of vader. Testen van kinderen is dus niet zinvol. Daarnaast is er geen bewijs beschikbaar waaruit blijkt dat behandeling met medicijnen vóórdat verschijnselen van de ziekte zich openbaren zinvol is. Dat betekent dus, dat behandeling voor chronische reumatologische aandoeningen pas start, op het moment dat een patiënt klachten krijgt van de ziekte. Dus al zou betrouwbare screening op aanleg voor ontwikkeling van reuma in de toekomst mogelijk zijn dan heeft het nog geen meerwaarde.