Hoe ouder de man, hoe hoger de normale PSA-waarde gemiddeld is. PSA kan soms wisselen en na een plotselinge stijging weer dalen. Als de gemeten PSA-waarde hoger is dan de normale bovengrens, kan uw arts besluiten om een MRI van de prostaat te laten maken en/of weefselonderzoek (biopten) van de prostaat te doen.

Misschien is het PSA al een keer eerder bij u gemeten. Als het PSA duidelijk is gestegen ten opzichte van deze eerdere meting, kan dit een reden zijn voor verder onderzoek. Soms zien we door het vergelijken van de huidige resultaten met een eerdere bepaling dat de PSA-waarde juist heel stabiel is. Dat kan dan juist een reden zijn om te wachten met verder onderzoek. Het is goed om te weten dat ook bij een normale waarde van het PSA er een enkele keer toch prostaatkanker kan bestaan.

Voordat besloten wordt tot verder onderzoek, doet uw arts meestal ook inwendig onderzoek.

Bij een preventieve screening op prostaatkanker, maken we gebruik van de PSA-waarde. Preventief screenen kan sterfte door prostaatkanker verminderen. De screening kan echter ook nadelen hebben. Bij veel mannen zal prostaatkanker worden vastgesteld, terwijl zij daar geen klachten van zouden hebben in hun verdere leven. Behandeling is dan niet noodzakelijk, maar de diagnose kanker heeft wel impact op de kwaliteit van leven.

Wilt u zich laten onderzoeken op prostaatkanker? Dan adviseert de Nederlandse Vereniging voor Urologie dat u zich laat informeren over het risico van de aanwezigheid van prostaatkanker, en de gevolgen van screening. De website www.prostaatwijzer.nl geeft hierover extra informatie. Ook uw huisarts kan u helpen bij het maken van een keuze.

Om de PSA-waarde te bepalen wordt er bloedonderzoek bij u gedaan.