Headerafbeelding
Zonder titel, Piet Clement
Onderzoek

Obductie

Als uw partner, familielid of dierbare is overleden, kan de behandelend arts of u zelf om obductie vragen. 

Obductie (ofwel ‘sectie’ of ‘autopsie’) is een inwendig onderzoek op een overleden persoon. Het onderzoek wordt verricht door een patholoog. Dit is een medisch specialist die gespecialiseerd is in deze vorm van onderzoek.

Een obductie is te vergelijken met een operatie. De patholoog onderzoekt vrijwel alle inwendige organen. Dit gebeurt op een respectvolle manier. Als de overledene aangekleed wordt opgebaard is van de obductie niets meer te zien. De enige uitzondering hierop is het litteken dat zichtbaar kan zijn als bij kale mensen de schedel is gelicht voor hersenonderzoek.

Alle informatie op een rij

Hier vindt u alle belangrijke informatie over obductie

Betrokken afdelingen

Code PAL-001
Laatste revisie: 18 oktober 2023 - 08:48
Alle informatie op een rij

Obductie

De meest voorkomende reden voor obductie is dat nabestaanden en artsen willen weten waaraan iemand is overleden. Een obductie kan in veel gevallen hierbij duidelijkheid geven. Door obductie kan ook duidelijk worden hoe het ziekteproces is verlopen. En de arts kan te weten komen of zijn medische behandeling juist is geweest. Dit is uiteraard van belang voor nieuwe patiënten.

Ook kan tot obductie worden besloten om vast te stellen of een ziekte erfelijk of besmettelijk is. Zo kan het voor ouders belangrijk zijn te weten of hun kind overleden is aan een erfelijke afwijking in verband met een kans op herhaling.

Bij een besmettelijke ziekte moet actie worden ondernomen om eventueel besmette personen op te sporen en te onderzoeken. 

Tenslotte is obductie van belang voor de wetenschap. Veel kennis over ziekten is verkregen door bestudering van obductiemateriaal.

Bij een obductie wordt het lichaam van de overledene geopend. De patholoog inspecteert de organen. Deze worden daarna uit het lichaam verwijderd, gewogen en ingesneden om de binnenkant te kunnen inspecteren. Uit elk orgaan wordt een klein stukje weefsel genomen. Dit wordt later microscopisch onderzocht. De organen worden teruggeplaatst in het lichaam, behalve de organen waarvan het onderzoek nog niet afgerond kan worden. Daarna wordt het lichaam gesloten en overgedragen aan de begrafenisondernemer. De obductie neemt ongeveer een tot drie uur in beslag.

De kleine stukjes weefsel worden bewaard voor het microscopisch onderzoek. Soms worden ook één of meer organen (bijvoorbeeld het hart of de hersenen) of delen daarvan bewaard. Het weefsel en organen worden bewaard tot het onderzoek klaar is. Dit is meestal na enkele maanden. Deze weefsels of organen kunnen niet met de overledene mee begraven of gecremeerd worden. Ze worden later alsnog gecremeerd door het ziekenhuis.

Toestemming

De procedure begint met de vraag van de arts of obductie mag worden verricht. U ontvangt deze folder. De arts zal u ook mondeling informeren en uw eventuele vragen beantwoorden.

U als nabestaande bent degene die besluit of u toestemming verleent voor obductie. Besluit u geen toestemming te verlenen, dan wordt geen obductie verricht. Het is mogelijk dat u wel toestemming wilt geven voor obductie, maar bezwaar heeft tegen het bewaren van organen of het uitnemen van de hersenen uit de schedel. U kunt dit dan kenbaar maken aan de arts. Als uw bezwaar ertoe leidt dat tijdens de obductie onvoldoende gegevens kunnen worden verkregen, dan zal de arts dit met u bespreken. U kunt dan in overleg tot een voor u aanvaardbare beslissing komen.

Tijd

Als u toestemming geeft voor obductie wordt de overledene naar het mortuarium overgebracht. Meestal wordt binnen één werkdag obductie verricht door een patholoog. Daarna haalt de begrafenisondernemer de overledene op en treft de voorbereidingen voor opbaring en/of begrafenis of crematie. Meestal maakt het feit dat er een obductie wordt verricht geen verschil voor de gang van zaken rond begrafenis of crematie. Bij overlijden in het weekend zou obductie tot vertraging kunnen leiden. Hier kan in overleg een oplossing voor worden gevonden.

Verslag

De patholoog stuurt een verslag van de obductie naar de arts die de obductie heeft aangevraagd. Als u dat op prijs stelt, bespreekt deze arts het verslag met u. Het verslag is meestal ongeveer 6 weken na de obductie afgerond.

Wilsbeschikking

Een obductie kan niet worden uitgevoerd als de overledene in een wilsbeschikking heeft laten opnemen dat hij/zij geen obductie wenst. U kunt dan ook als nabestaande niet meer toestemmen in een obductie.

Een niet-natuurlijke dood

Iemand die overlijdt na een ongeval, misdrijf of vermoeden daartoe, is een niet-natuurlijke dood gestorven en moet gezien worden door een gemeentelijke lijkschouwer. Deze beslist of gerechtelijke obductie verricht zal worden. Een gerechtelijke obductie wordt verricht door een gerechtelijke patholoog. Hiervoor is geen toestemming van de familie vereist.

Obductie bij kinderen

In principe is de obductieprocedure bij kinderen hetzelfde als bij volwassenen. Soms wordt weefsel uitgenomen voor genetisch onderzoek. Dit is vooral belangrijk als een kind tijdens de zwangerschap of rond de geboorte is overleden. Obductie kan uitwijzen of een afwijking erfelijk is; dan is er een kans op herhaling bij een volgende zwangerschap.

Bij hele kleine kinderen zijn de organen uiteraard ook heel klein. Dan zal eerder het hele orgaan microscopisch onderzocht moeten worden. Er zal sneller worden overgegaan tot het bewaren van de organen om ze op een later tijdstip beter te kunnen bekijken. Aangeboren afwijkingen bij kinderen zijn vaak complexer dan afwijkingen bij volwassenen en ze vereisen uitgebreider onderzoek.

Als u bezwaar heeft tegen het langer bewaren en niet mee begraven of cremeren van organen, kunt u dat kenbaar maken aan de arts en wordt met uw wensen rekening gehouden.

Uitgebreide informatie over het verrichten van obductie bij kinderen kunt u lezen in de brochure Obductie van de Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties betrokken bij erfelijke en/of aangeboren aandoeningen (VSOP) telefoonnummer (035) 602 85 55 of e-mail vsop@vsop.nl

Deze foldertekst is gebaseerd op een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Pathologie (NVVP).