Behandeling

Medicijnen bij diabetes mellitus

Als u diabetes heeft, kan de arts medicijnen voorschrijven. Dit kunnen tabletten zijn en/of insuline. Het doel van medicijnen is om het glucosegehalte in het bloed te verlagen.

Bij type 1 diabetes start u altijd met insuline. Heeft u type 2 diabetes dan is de eerste keuze vaak tabletten.

Sommige medicijnen zorgen ervoor dat uw lichaam beter reageert op insuline. Er zijn ook medicijnen waardoor uw alvleesklier meer insuline maakt. Weer andere medicijnen werken als een rem voor de lever. De lever maakt dan minder glucose. Glucose komt namelijk niet alleen uit de voeding maar ook de lever maakt glucose aan.

Welke soorten medicijnen zijn er voor diabetes?

Wie heeft er recht op een GLP1-agonisten?

GLP1-agonisten zijn medicijnen die de bloedglucose verlagen. Het is géén insuline. De bekendste GLP1-agonist is semaglutide. Het middel is bedoeld voor mensen met diabetes type 2. Maar ook steeds meer mensen zonder diabetes gebruiken dit medicijn om gewicht te verliezen. Hierdoor zijn er vaak tekorten, vooral van de soort die u moet spuiten. Op de website van diabetes.nl leest u hier meer over. Er staat ook uitgelegd wie er recht heeft op deze middelen.

Code INT-551
Laatste revisie: 18 november 2025 - 10:03
Welke soorten medicijnen zijn er voor diabetes?

Medicijnen bij diabetes mellitus

Overzicht

Hieronder vindt u een overzicht van medicijnen die worden ingezet bij diabetes. Meer informatie vindt u op de website van diabetes.nl

Metformine

  • Glucophage
  • Glucient

Sulfonylureum-derivaten (SU-derivaten)

  • Tolbutamide (Rastinon®)
  • Glibenclamide (Daonil®)
  • Gliclazide (Diamicron®)
  • Glimepiride (Amaryl®)

DPP4-remmers

  • Sitagliptine (Januvia®, Ristaben®, Xelevia®)
  • Vildagliptine (Galvus®)
  • Saxagliptine (Onglyza®)
  • Linagliptine (Trajenta®)

GLP1-agonisten

  • Semaglutide (Ozempic®, rybelsus®)

SGLT2-remmers

  • Dapagliflozine (Forxiga®)
  • Canagliflozine (Invokana®)
  • Empagliflozine (Jardiance®)
  • Ertugliflozine (Steglatro®)

Overige middelen

  • Repaglinide (Novonorm®)
  • Carbose (Glucobay®)
  • Pioglitazon (Actos®)

GLP1-agonisten

GLP1 is een medicijn, en geen insuline. Het bootst de werking van het hormoon GLP1 na, dat van nature in de darmen wordt aangemaakt na het eten. Dit medicijn wordt gebruikt bij mensen met diabetes type 2 om de bloedsuikerspiegel te verlagen. Het kan ook helpen om gewicht te verliezen doordat het de ontlediging van de maag vertraagt. Dit geeft een voller gevoel en helpt dus om hongergevoel te verminderen. GLP1 gaat altijd op voorschrift van een arts.

  • Exenatide (Bydureon®, Byetta®)
  • Liraglutide (Victoza®, Saxenda®)
  • Lixisenatide (Lyxumia®)
  • Dulaglutide (Trulicity®)
  • Tirzepatide (Mounjaro®)

Insuline

Er bestaan veel soorten en merken insuline, met verschillende werkingstijden: kortwerkende insuline, middellang werkende insuline, langwerkende insuline en mengvormen hiervan. Op de website van Diabetes Vereniging Nederland leest u hoe uw insuline werkt.

Er bestaat ook biosimular insuline. Deze is er ook in de verschillende werkingsmechanismes. Verdere uitleg over biosimular insuline vindt u op de website van Diabetes Vereniging Nederland.

Ultrakortwerkende insuline

  • Apidra® (Glulisine )
  • Humalog® (Lispro)
  • Lyumjev® (Lispro)
  • Novorapid® en Fiasp® (Aspart)
  • Insuline Aspart en Lispro sanofi (biosimular)

Kortwerkende insuline

Deze insulinesoorten worden bijna niet meer gebruikt.

  • Humuline Regular®
  • Insuman Rapid®
  • Insuman Infusat®
  • Actrapid®

Middellangwerkende insuline

  • Isofaan
  • Humuline NPH®

Langwerkende insuline

  • Levemir® (Detemir)
  • Lantus® Abasaglar® (Glargine)
  • Toujeo® (Glargine)
  • Tresiba® (Degludec)

Mengsel van verschillende soorten insuline

Mengsel van kort- en langwerkende insuline:

  • Humalog mix® (25 en 50)
  • Novomix 30 en novomix 50

Mengsel van kort- en middellangwerkende insuline: 

  • Insuman Comb®
  • Humuline®

Mengsel ultrakort- en langwerkende insuline: 

  • Ryzodeg (= 70% Degludec en 30% Aspart)

Mengsel langwerkende insuline en GLP1 analoog: 

  • Xultophy (Degludec en Liraglutide)

 

Hoe spuit u insuline?

Er zijn verschillende soorten insulinepennen: navulbaar en wegwerppennen. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis kiezen we voor wegwerppennen. De verpleegkundige legt u uit hoe en op welke plek u de insuline moet injecteren. U kunt onderstaand stappenplan als leidraad gebruiken.

Stappenplan

Stappenplan voor het gebruik van wegwerppennen (kwikpen, solostarpen, flexpen):

  1. Haal de dop eraf.
  2. Draai het naaldje erop.
  3. Verwijder het grote en klein kapje.
  4. Ontlucht de naald: dit doet u door in te stellen op 2 eenheden en leeg te spuiten.
  5. Zet de pen op het gewenste aantal eenheden.
  6. Prik in de buik of het been.
  7. Druk de pen leeg.
  8. Wacht 10 tellen.
  9. Haal de naald uit de huid.
  10.  Zet de grote kap er terug op.
  11.  Draai de naald eraf (met de kap erop).
  12.  Doe de dop op de pen.

Spuitinstructie

In dit filmpje kunt u de spuitinstructie nog eens bekijken (hier wordt een navulbare pen gebruikt)

Algemene tips:

  • Bewaar de pen met insuline die u gebruikt op kamertemperatuur.
  • Bewaar de voorraad insuline in de koelkast (groentelade of deur).
  • Gebruik voor elke injectie een nieuwe naald. Leg de pen dus altijd zonder naald weg.
  • Zorg ervoor dat u tot uw volgende polikliniekbezoek voldoende insuline op voorraad heeft.