In het ziekenhuis bekijken we al of u problemen heeft met het denken, maar sommige van deze problemen zijn in het ziekenhuis moeilijk te herkennen. U merkt pas dat er iets veranderd is als u thuis weer uw leven oppakt.

Kenmerken zijn bijvoorbeeld:

• Sneller moe zijn (in uw hoofd).
• Sneller hoofdpijn hebben.
• Moeite hebben met lang concentreren of u niet kunnen concentreren als er drukte om u heen is. Bijvoorbeeld als de radio aanstaat.
• Prikkelgevoeligheid: slecht tegen geluiden of licht kunnen. Dit kan bijvoorbeeld ook een computerscherm zijn.
• Meer moeite hebben met het oplossen van problemen.
• Maar 1 ding tegelijk kunnen doen en moeite hebben met meerdere dingen tegelijk doen.
• Langzamer zijn in reageren.
• Het missen van belangrijke details.
• Het overzicht kwijt raken.
• Moeite hebben om de aandacht bij 1 taak te houden en hierdoor taken niet direct af te maken.
• Sneller afgeleid zijn.

Belangrijk

Iedereen is anders. Het gaat erom of u in het denken en in uw handelen veranderd bent na het niet-aangeboren hersenletsel.

• Merkt u thuis verschil in het denken en vindt het fijn vindt om hier hulp bij te krijgen? Dan kan ergotherapie u helpen.
• Een ergotherapeut zoekt uit van welke cognitieve stoornis u last heeft. Daarna zoekt de ergotherapeut met u naar manieren om deze stoornis te compenseren, zodat u uw activiteiten weer zo goed mogelijk uit kunt voeren.
• Soms kan training voor verbetering zorgen. Het is altijd mogelijk om te zoeken naar manieren waarop u het minste last heeft van deze problemen.

Voor het starten van ergotherapie kunt u contact opnemen met een ergotherapiepraktijk, of een verwijzing vragen aan de huisarts, neuroloog of revalidatiearts.