Headerafbeelding
aanzicht ingang Jeroen Bosch Ziekenhuis met overkapping
Behandeling

Behandeling met radioactief jodium (I-131) bij schildklierkanker (LNG-072)

I-131 Natriumjodide in capsulevorm is een stof die niet officieel geregistreerd is in Nederland. Maar I-131 natriumjodide capsules voldoen wel aan alle kwaliteitseisen, net als geneesmiddelen die wel geregistreerd zijn. Het is volkomen veilig.

Na het verwijderen van de schildklier vanwege schildklierkanker, is er een kans dat er hele kleine restjes van de schildklier achterblijven in de hals.

Ook kunnen er (nog onzichtbare) uitzaaiingen in de lymfeklieren of ergens anders in het lichaam zijn. Daarom krijgt u een behandeling met radioactief jodium (I-131). Het radioactief jodium 'bestraalt' de schildklier van binnenuit. De straling beschadigt de nog aanwezige schildkliercellen. Deze kunnen zich dan niet meer verder ontwikkelen en verdwijnen. 

Hoe verloopt de behandeling?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over de behandeling.

Praktische tips

Wat neemt u mee?

Bij iedere afspraak in het ziekenhuis moet u meenemen: een geldig legitimatiebewijs, uw JBZ-patiëntenpas en uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO). Hier vindt u meer informatie over wat u moet meenemen.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Bekijk uw zorgverzekering

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Betrokken afdelingen

Code LNG-072
Laatste revisie: 16 november 2022 - 08:50
Hoe verloopt de behandeling?

Behandeling met radioactief jodium (I-131) bij schildklierkanker (LNG-072)

Hoe werkt radioactief jodium?

Het jodium wordt opgenomen in het restant schildklierweefsel. De straling die het radioactieve jodium uitzendt, beschadigt de nog aanwezige schildkliercellen. Deze kunnen zich dan niet meer verder ontwikkelen en zullen verdwijnen.

Hoe komt het radioactief jodium in uw schildklier?

U krijgt het radioactieve jodium toegediend in de vorm van een capsule. Bij een hogere dosis krijgt u het radioactieve jodium toegediend met een injectie in een bloedvat in uw arm. Een deel van het jodium wordt opgenomen in de schildklierrest. Het deel dat niet wordt opgenomen, wordt in de eerste 2 tot 3 dagen na de behandeling uitgescheiden. Dit gebeurt voornamelijk via de urine. Ook kan een kleine hoeveelheid radioactief jodium via speeksel, zweet en ontlasting uit het lichaam verdwijnen.

Het radioactieve jodium dat in de schildklierrest is opgenomen blijft langer zitten, maar dooft langzaam uit. Van het jodium merkt u verder niets; het is niet pijnlijk en u wordt er niet misselijk van.

Hoe wordt u voorbereid?

Een medewerker van de afdeling Nucleaire Geneeskunde neemt telefonisch contact met u op. U krijgt ook schriftelijk bericht van de afspraken. De voorbereiding op de behandeling kan op 2 manieren plaatsvinden. U hoort van onze medewerker welke op u van toepassing zal zijn.

Manier 1

U krijgt 2 dagen achter elkaar een injectie met Thyrogen. Deze krijgt u op de afdeling Nucleaire Geneeskunde of wordt verzorgd door Apotheekzorg en kan dan thuis worden gegeven. Een medewerker van de afdeling Nucleaire Geneeskunde spreekt dit met u af. Apotheekzorg neemt telefonisch contact met u op om de tijdstippen van de injecties aan u door te geven. U mag uw schildkliermedicijnen blijven innemen.

Manier 2

Ter voorbereiding dient u een aantal weken te stoppen met het gebruik van Thyrax. Een bepaalde waarde in het bloed (TSH) wordt gecontroleerd. Zodra deze waarde voldoende is gestegen, krijgt u bericht van een medewerker van de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Dan krijgt u te weten wanneer u kunt worden opgenomen voor de behandeling.

Bent u zwanger of zou u dit kunnen zijn? Of geeft u borstvoeding?

Geef dit dan door aan uw specialist. Als u zwanger bent is het beter deze behandeling niet te ondergaan. U kunt borstvoeding niet hervatten na dit onderzoek. Uw specialist zal dit met u bespreken.

Reden behandeling

Er zijn verschillende redenen om patiënten met een schildkliercarcinoom te behandelen met radioactief jodium (I-131):

  • De chirurg heeft bij u de schildklier verwijderd. Hoewel geprobeerd wordt al het schildklierweefsel weg te nemen, blijft er altijd wat weefsel in de hals achter. Het is noodzakelijk om ook achtergebleven schildklierweefsel (wat niet per definitie
    kwaadaardig hoeft te zijn) te verwijderen. Dit wordt gedaan door de bestraling met radioactief I-131;
  • Er is een verdenking - of er is geconstateerd - dat het  schildkliercarcinoom weer is teruggekomen.

Wat gebeurt er tijdens de behandeling?

Dag 1

Op dag 1 geeft u, zo nodig, ochtendurine af voor een zwangerschapstest en/of laat u bloed prikken bij de polikliniek Bloedafname (gebouw B, verdieping 0, ontvangst 3) met bijgevoegd laboratoriumformulier. Vervolgens meldt u zich rond 11.15 uur bij de informatiebalie op de Boulevard. Daarna wordt u verwacht op de verpleegafdeling (gebouw C, verdieping 5, Noord). De verpleegkundige zal u wegwijs maken op uw kamer. Een arts-assistent van de Interne Geneeskunde zal u onderzoeken. De nucleair geneeskundige komt u in de loop van de middag de therapiedosis toedienen.

Dag 3

Als u bent voorbereid via ‘manier 1’, moet u op dag 3 weer bloed laten prikken bij de polikliniek Bloedafname. Als u op deze dag bent opgenomen in het ziekenhuis, regelt de verpleegafdeling het bloedprikken.

Dag 8

Op dag 8 meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling Nucleaire Geneeskunde voor een controlescan. Nadat u bent aangemeld, neemt u plaats in de wachtruimte. De laborant haalt u op uit de wachtruimte en neemt u mee naar de onderzoeksruimte.

Tijdens het onderzoek ligt u op een smal bed, met de camerakoppen boven en onder u. De camera wordt zo ingesteld dat deze u niet kan raken tijdens het maken van de scan. Het is belangrijk dat u goed stil ligt. Het maken van de scan duurt ongeveer 45 minuten. In enkele gevallen wordt de radioactiviteit in uw hals gemeten. Hierbij zit u in een stoel. Deze meting duurt 1 minuut. De uitslag gaat naar uw behandelend specialist.

Opname en verblijf in het ziekenhuis

Voor deze behandeling met radioactief jodium is het noodzakelijk dat u in het ziekenhuis wordt opgenomen. U krijgt een eigen kamer, waar u enkele dagen niet uit mag. De kamer heeft een eigen douche en toilet waar niemand anders gebruik van mag maken. Hiermee wordt besmetting met het radioactieve jodium voorkomen dat met uw urine het lichaam verlaat. Deze kamer is speciaal afgeschermd, zodat personeel en andere patiënten geen extra straling zullen ontvangen. Een klein deel van de straling uit de schildklier straalt namelijk ook buiten uw lichaam. Roken is op deze kamer verboden (zoals in het gehele ziekenhuis).

Het is raadzaam om makkelijke kleding mee te nemen om tijdens uw verblijf te dragen. Ook is het nodig om een paar makkelijke schoenen of pantoffels voor uw verblijf in de kamer mee te nemen. De schoenen, waarmee u buiten de kamer over straat gaat, blijven namelijk staan tot u weer naar huis mag. Op de kamer is een radio, een televisie en een telefoon aanwezig. Verder is het verstandig om bijvoorbeeld tijdschriften, boeken, handwerk of puzzels mee te nemen.

De kamer is een geïsoleerde ruimte. U mag niet zelf van de kamer af en u mag de deur naar de gang niet zelf openen. Personeel en bezoek moeten in de voorruimte (de ‘sluis’) slofjes over de eigen schoenen aandoen. En bij vertrek moeten zij hun handen wassen in de voorruimte.

Het is de bedoeling dat u zich tijdens de opname zoveel mogelijk zelf verzorgt. Ook zal de kamer tijdens uw verblijf niet worden schoongemaakt en het bed niet worden opgemaakt. De verpleegkundigen zijn wel op de afdeling aanwezig, maar zullen nauw contact met u ook zoveel mogelijk beperken. U kunt ze natuurlijk wel altijd bereiken en vragen stellen.

De maaltijden worden u geserveerd en de lege bladen worden door de verpleging opgehaald. De verpleegkundige zal u voorzien van drankjes en maaltijden, maar u mag ook eigen drankjes of sappen meenemen. Het is goed om de eerste dagen van de jodiumtherapie extra te drinken om niet-gebruikte activiteit sneller uit het lichaam te laten verdwijnen. Soms kunnen klachten als een droge mond of heesheid ontstaan. Het is daarom aan te raden om kauwgom of zuurtjes mee te nemen. Zo wordt de speekselproductie gestimuleerd.

Omdat een belangrijk deel van de toegediende hoeveelheid radioactief jodium met de urine het lichaam weer verlaat, is deze urine een belangrijke oorzaak van een eventuele besmetting. U moet daarom extra opletten bij het plassen. Mannen moeten zittend op het toilet plassen. Om besmetting van onderkleding te beperken, moet u inlegkruisjes of maandverband gebruiken. Dit geldt ook voor mannen!

Bezoek 

Op de eerste dag na een behandeling in het ziekenhuis mag u geen bezoek ontvangen. De volgende dagen zal dit minimaal mogelijk zijn. Echter niet van kinderen jonger dan 18 jaar of vrouwen die zwanger zijn. Een bezoeker mag maximaal een half uur per dag bij u zijn en moet op ongeveer 2 meter afstand van u blijven. Lichamelijk contact moet worden vermeden. Het bezoek mag geen gebruikmaken van de wastafel of het toilet op de patiëntenkamer. Ook mag het bezoek in de kamer niet eten of drinken. Niets mag er uit de kamer meegenomen worden. 

Ontslag uit het ziekenhuis

De nucleair geneeskundige zal dagelijks bij u in het ziekenhuis de hoeveelheid straling meten die nog in uw lichaam aanwezig is. Wanneer deze onder een bepaalde grens is gedaald, mag u weer naar huis. Kleding mag gewoon thuis worden gewassen.

Na de behandeling gelden thuis leefregels waaraan u zich gedurende 1 of 2 weken (de arts vertelt u precies hoe lang) moet houden. 

De nucleaire geneeskundige geeft u advies over de controleafspraak bij de specialist. Dit is meestal de internist. 

Zijn er bijwerkingen of risico's?

De therapie met radioactief jodium wordt al meer dan 50 jaar toegepast. Onderzoeken hebben geen nadelige effecten op korte en langere termijn aangetoond, naast het bedoelde effect. De stralingsdosis die bijvoorbeeld door de geslachtsorganen wordt ontvangen, is vergelijkbaar met die van sommige röntgenonderzoeken.

Voor vrouwen geldt dat de behandeling met radioactief jodium niet mag worden toegepast tijdens de zwangerschap. Het radioactieve jodium kan namelijk via de placenta het ongeboren kind en zijn of haar schildklier bereiken. Daarmee kan een onbedoelde bestraling worden gegeven. Daarom wordt aan vrouwen in de vruchtbare leeftijd gevraagd urine in te leveren voor een zwangerschapstest.

Wanneer moet u contact opnemen met uw arts?

Neem contact op met uw behandelend internist als u thuis last krijgt van: 

  • zweten;
  • warmtegevoel;
  • hartkloppingen;
  • gejaagdheid.

Dit kan duiden op een verhoogd gehalte aan schildklierhormoon in uw bloed. Dit kan kort na de jodiumbehandeling voorkomen en is vaak maar tijdelijk. Schildkliermedicatie kan dit beperken.

Het is belangrijk dat u zich thuis aan de onderstaande leefregels houdt.

U bent met radioactief jodium behandeld. Er is nog maar zo weinig radioactief jodium in uw lichaam overgebleven dat u niet (meer) geïsoleerd hoeft te blijven. U kunt echter nog steeds in lichte mate andere personen aan straling blootstellen. Dit brengt weliswaar geen direct gevaar met zich mee, maar de hoeveelheid straling moet toch altijd zo klein mogelijk zijn. Dit geldt voor iedereen, maar voor kleine kinderen in het bijzonder.

Wij adviseren u daarom dringend de gedragsregels hieronder zo goed mogelijk te volgen. De hoeveelheid straling die anderen en met name uw huisgenoten op deze manier kunnen ontvangen, zal dan aanvaardbaar zijn.

Uw behandelend arts vertelt hoe lang u deze leefregels moet volgen. Dit is namelijk onder andere afhankelijk van de hoeveelheid radioactief jodium die zich bij ontslag nog in uw lichaam bevindt. Daarna kunt u weer alles doen wat u gewend was.

Algemeen

Uw huisgenoten moeten zoveel mogelijk afstand van u nemen. In ieder geval 1 meter, maar bij langdurige aanwezigheid (zoals bij televisie kijken of eten) 2 meter of meer.

Toilet

Tijdens de opname in het ziekenhuis verdwijnt de grootste hoeveelheid radioactief jodium al via de urine uit uw lichaam. Toch is het verstandig om thuis zittend te plassen (ook mannen). Ook als u alleen hoeft te plassen, moet u steeds toiletpapier gebruiken. De handen moeten zo mogelijk op het toilet gewassen worden, zodat deurknoppen en dergelijke zo schoon mogelijk blijven.

Kinderen

Kinderen tot 10 jaar zijn gevoeliger voor straling dan de gemiddelde volwassene. Daarom moet u direct lichamelijk contact zoveel mogelijk vermijden en een zo groot mogelijke afstand tot kleine kinderen bewaren. Laat baby’s en jonge kinderen daarom door huisgenoten verzorgen of breng ze de eerste dagen onder bij familie of vrienden.

Partners

Het valt te overwegen dat u en uw partner apart slapen. U moet op minstens 2 meter afstand van elkaar slapen en indien mogelijk in aparte kamers. Aangeraden wordt knuffelen en seks te beperken tot maximaal 30 minuten per dag.

Oudere partners

Bij personen van ongeveer 60 jaar of ouder is de kans op stralingsschade zeer klein (een factor 5 tot 10 minder dan voor de gemiddelde volwassene). Als uw partner of huisgenoten deze leeftijd bereikt hebben, hoeft u de maatregelen zoals vermeld bij ‘Algemeen’ en bij ‘Partners’ dus niet zo streng op te volgen. U hoeft dan in feite alleen de aanbevolen leefregels te volgen die u zonder problemen kunt nemen. U hoeft dus bijvoorbeeld niet met bedden te gaan slepen. Afstand houden tijdens urenlang televisie kijken of andere situaties is vaak wel mogelijk zonder al te veel moeite. De andere maatregelen moeten gewoon opgevolgd worden.

Bezoekers

Bij kortdurend bezoek, bijvoorbeeld een avond of middag, hoeft u voor bezoekers geen speciale maatregelen te nemen. U moet wel afstand houden en direct lichamelijk contact vermijden (zie ‘Algemeen’). Kleine kinderen en zwangere vrouwen kunnen beter niet op bezoek komen.

Vervoer

In de eerste week moet u niet langer dan maximaal 1 uur achter elkaar met het openbaar vervoer reizen. Bij vervoer per taxi moet u zover mogelijk van de chauffeur af gaan zitten. Reizen met dezelfde taxichauffeur moet tot ongeveer 2 uur beperkt blijven.

Bijeenkomsten

U moet bioscoopbezoeken en andere bijeenkomsten, waar u enige uren vlakbij iemand anders zit, vermijden.

Werk

Na ontslag uit het ziekenhuis kunt u gewoon gaan werken. Dit geldt alleen niet als u werkzaam bent in het basisonderwijs of in de opvang van kinderen tot en met 10 jaar. Dan kunt u pas weer gaan werken als u deze leefregels niet meer hoeft te volgen (na 1 tot 2 weken). Ook op het werk moet u, net als thuis, zoveel mogelijk afstand bewaren. In twijfelgevallen kunt u overleggen met de arts die u in het ziekenhuis heeft behandeld.

Ziekenhuisopname

Bij een onverwachte ziekenhuisopname moet u de arts die u in het ziekenhuis heeft behandeld waarschuwen. Dit geldt voor de periode waarin deze leefregels gevolgd moeten worden. 

Ik lees dat ik een infuus of injectie krijg, maar ik ben moeilijk te prikken. Wat nu?

Als u uit eerdere ervaringen weet dat u moeilijk te prikken bent, neemt u dan vóór het onderzoek contact op met de afdeling Nucleaire Geneeskunde. 

Ik lees dat ik capsules moet slikken, maar dat kan ik niet of moeilijk. Wat nu?

Kunt u niet of heel moeilijk capsules doorslikken? Neem dan contact op met afdeling Nucleaire Geneeskunde, dan bestellen wij een vloeistof in plaats van capsules. 

Ik kan niet naar de afspraak komen, wat moet ik doen?

Kunt u niet naar de afspraak komen? Geef dit dan zo snel mogelijk (minstens 24 uur voor de behandeling) aan ons door via telefoonnummer (073) 553 26 90. We kunnen dan in uw plaats een andere patiënt helpen.

Ik heb nog vragen, waar kan ik die stellen?

U kunt telefonisch contact opnemen met de afdeling Nucleaire Geneeskunde, telefoonnummer (073) 553 26 90. De afdeling is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.