Headerafbeelding
aanzicht ingang Jeroen Bosch Ziekenhuis met overkapping
Behandeling

Ballondilatatie en stentplaatsing

Ballondilatatie betekent het oprekken van een vernauwing in een bloedvat door middel van het opblazen van een ballon.

Daarna wordt eventueel, als daar een reden voor is, een stent geplaatst. Een stent is een buisje van geweven metaal dat in opgevouwen toestand via een katheter naar de plaats van de vernauwing wordt gebracht. Daarna kan het buisje zich ontplooien en het bloedvat verwijden. Het bloed kan dan weer beter door de slagader stromen.

LET OP! U moet zich voor deze behandeling voorbereiden. Lees daarom deze informatie minstens EEN DAG vóór de behandeling goed door! Het is belangrijk dat u deze instructies goed opvolgt. De behandeling kan anders misschien niet doorgaan. 

Hoe verloopt de behandeling?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over de behandeling.

Praktische tips

Wat neemt u mee?

Bij iedere afspraak in het ziekenhuis neemt u mee:

  • een geldig identiteitsbewijs
  • uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO).

Hier vindt u meer informatie over wat u moet meenemen.

Afspraak op onze hoofdlocatie in 's-Hertogenbosch? Meld u eerst digitaal aan. Lees hier hoe dit werkt.

De afdeling Radiologie

Op de afdeling Radiologie is de radioloog verantwoordelijk voor de onderzoeken. De radioloog is een arts die gespecialiseerd is in het uitvoeren en beoordelen van deze onderzoeken. De radiodiagnostisch laborant of physician assistent helpt de radioloog bij de onderzoeken. Ook kunnen zij deze onderzoeken in opdracht van de radioloog zelfstandig uitvoeren.

Bekijk uw zorgverzekering

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of u verzekerd bent voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Betrokken afdelingen

Code RAD-030
Laatste revisie: 19 oktober 2023 - 09:16
Hoe verloopt de behandeling?

Ballondilatatie en stentplaatsing

Opname in het ziekenhuis

Voor een ballondilatatie wordt u in het ziekenhuis opgenomen op de afdeling Dagbehandeling of op één van de andere verpleegafdelingen. Als u een nacht moet blijven, breng dan nachtkleding en toiletartikelen mee. U krijgt van tevoren een brief thuisgestuurd met daarin informatie over de opname.

Als u al bent opgenomen in het ziekenhuis wordt de afspraak voor de behandeling telefonisch doorgegeven aan de verpleegafdeling. De behandeling zelf vindt in de loop van de dag op de afdeling Radiologie plaats. Voor dit onderzoek wordt u in een bed van de verpleegafdeling naar de afdeling Radiologie gebracht.

Eten, drinken en roken

Voor dit onderzoek moet u nuchter zijn. Daarom mag u de laatste twee uur voor het onderzoek niet eten, drinken en roken.

Heeft u diabetes?

Dan is voor u speciale informatie beschikbaar. Volg de aanwijzingen goed op. Heeft u deze informatie niet ontvangen? Neem dan contact op met de afdeling Radiologie.

Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen of heeft u een stoornis van de bloedstolling?

Dan is het belangrijk dat de arts die dit onderzoek/deze behandeling aanvraagt dit weet. Uw behandelend arts zal u vertellen of u moet stoppen met de bloedverdunners of dat u ze mag blijven gebruiken.

Medicijnen ( en diabetes)

Let op: het medicijn metformine mag u NIET gebruiken. Alle andere medicijnen mag u wel gewoon innemen. 

Contrastmiddel

Het is mogelijk dat u vóór of tijdens het onderzoek een injectie met een jodiumhoudende contrastvloeistof krijgt. U krijgt deze injectie in uw arm.
Met deze vloeistof zijn de bloedvaten duidelijker te zien op de CT-scan.  

Een onderzoek met contrastvloeistof kan niet:

  • als u Metformine (Glucophage) gebruikt in combinatie met ernstige nierfunctiestoornissen
  • als u in het verleden ooit een allergische reactie op contrastvloeistof had;
  • bij hyperthyreoidie (een te snel werkende schildklier)

U heeft in deze gevallen een hoger risico op lichamelijke problemen. Hoort u tot één van deze risicogroepen?  Heeft uw behandelend arts hier niet naar gevraagd? Dan is het belangrijk dat u zelf contact opneemt met de behandelend arts.

Soms kan het onderzoek toch doorgaan als er vooraf speciale maatregelen zijn genomen. Uw behandelend arts kan in overleg met de radioloog beoordelen of een ander onderzoek ook voldoende informatie kan geven.

Plassen en blaaskathether

Het is verstandig om vlak voordat u naar de afdeling Radiologie wordt gebracht naar het toilet te gaan.

Wordt er verwacht dat het onderzoek bij u lang kan duren? Dan kan het zijn dat voor het onderzoek bij u een blaaskatheter wordt ingebracht, omdat u tijdens het onderzoek niet naar het toilet kunt.

Bent u zwanger?

Bent u zwanger of zou u zwanger kunnen zijn?  Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Vraag uw arts of het onderzoek kan worden uitgesteld. Meld dit óók altijd aan de laborant, voordat het onderzoek begint.

Wat gebeurt er tijdens de behandeling?

Op de verpleegafdeling wordt u verder voorbereid op de behandeling. U krijgt een operatiehemd aan. Zo nodig geeft de verpleegkundige u een rustgevend tabletje. U wordt naar de afdeling Radiologie gebracht. Daar komt u op een röntgentafel te liggen en wordt u aan bewakingsapparatuur aangesloten. Om infecties te voorkomen komt u onder steriele doeken te liggen. De radioloog en de laborant dragen ook steriele kleding en handschoenen.

De behandeling kan plaatsvinden via een bloedvat in de lies, dit komt het meest voor, of via een bloedvat in de arm. Het ligt een beetje aan de locatie van de vernauwing en de route ernaartoe, of de radioloog kiest voor de lies of de arm. Dit kan zelfs tijdens de behandeling nog veranderen. Wanneer de behandeling begint geeft de radioloog u een verdovingsprik in de lies (of in de arm). Vervolgens prikt hij in de lies (of in de arm) een slagader aan. In dit bloedvat wordt een dun ventielslangetje geschoven. Hierdoor wordt contrastvloeistof in de slagader gespoten. De contrastvloeistof geeft soms een warm gevoel. De contrastvloeistof maakt het mogelijk om de slagaders op een beeldscherm zichtbaar te maken. Zo kan de radioloog de vernauwing in beeld brengen. Ook maakt de radioloog verschillende röntgenbeelden. Tijdens het maken hiervan vraagt de radioloog u even niet te ademen om een duidelijk röntgenbeeld te krijgen.

Wanneer de plaats van de vernauwing is bepaald, schuift de radioloog via het ingebrachte ventielslangetje een ballonkatheter naar de vernauwing. Dan blaast hij de ballon op. Daardoor wordt de vernauwing weggeperst en wordt de slagader op die plaats wijder gemaakt (zie afbeelding). De radioloog kan het resultaat van de behandeling direct beoordelen. Eventueel wordt met behulp van een katheter de bloeddruk in de slagader in het gebied van de vernauwing gemeten. Zo is te zien of de vernauwing
voldoende is opgeheven. Wanneer er ondanks de ballondilatatie nog steeds een vernauwing bestaat, wordt mogelijk besloten om een stent te plaatsen. De stent blijft in het bloedvat achter. Soms is van tevoren al duidelijk dat een stent moet worden geplaatst. Dat kan het geval zijn wanneer het bloedvat volledig is afgesloten.

Ballondilletatie bloedvat

Na de behandeling wordt de katheter verwijderd. De aanprikplaats wordt stevig afgedrukt en u krijgt een drukverband op de plaats waar de slagader is aangeprikt. Dit moet ongeveer vier uur blijven zitten. Gedurende deze tijd blijft u zo rustig mogelijk plat liggen, zonder de buik aan te spannen. Soms wordt besloten om het bloedvat in de lies op een andere manier te sluiten. U bent dan sneller mobiel en krijgt geen drukverband. Dit kan niet in alle gevallen. Wanneer de behandeling via de arm heeft plaatsgevonden, moet u een nacht in het ziekenhuis blijven.

Zijn er bijwerkingen of risico's?

Realiseert u zich dat deze behandeling zeer veilig is, maar dat zich soms complicaties kunnen voordoen. Zo kan er een bloeduitstorting in de lies ontstaan. Zeer zelden ontstaat een nabloeding.

Ook zeldzaam is het ontstaan van een stolsel in het behandelde bloedvat. Meestal kan dat tijdens de behandeling worden opgelost, maar een enkele keer is daar een operatie voor nodig.

Hoewel de behandeling meestal zeer doeltreffend is, is er geen garantie op een goed resultaat.

Wat gebeurt er na de behandeling?

Wordt de ingreep voor 12.00 uur ‘s middags uitgevoerd dan kunt u meestal dezelfde dag naar huis. Is de ingreep later uitgevoerd, dan blijft u een nacht in het ziekenhuis om een goede nazorg te garanderen. Bij een ballondilatatie of stentplaatsing van/in de niervaten is het bijna altijd nodig een nacht in het ziekenhuis te blijven.

Nadat u nog enige nazorginstructies hebt gekregen, kunt u naar huis. Dit mag echter niet op eigen gelegenheid. Spreekt u dus af dat iemand u ophaalt. Wanneer u thuiskomt is het belangrijk dat u direct gaat liggen om nabloeden te voorkomen. U houdt bedrust tot de volgende morgen.

De eerste twee dagen na de behandeling moet u rustig aan doen. Dat wil zeggen dat u geen zware voorwerpen mag tillen, geen grote afstanden mag lopen, en dergelijke.

Mochten er zich thuis als gevolg van de behandeling problemen voordoen, neemt u dan contact op met de afdeling Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis: telefoonnummer (073) 553 27 00.

Op de verpleegafdeling wordt een afspraak gemaakt voor controle bij uw behandelend arts. Als er een stent is geplaatst worden zo nodig ook controles gedaan op de afdeling Radiologie en op het Vaatlaboratorium. Hierbij wordt met echografie onderzocht of de behandeling succesvol is geweest. Deze controles worden zo nodig met u afgesproken.

Hoe lang duurt de behandeling?

De behandeling duurt 1 tot 2 uur.

Ik kan niet naar de afspraak komen, wat moet ik doen?

Kunt u niet naar de afspraak komen? Geef dit dan zo snel mogelijk (minstens 24 uur voor het onderzoek/de behandeling) aan ons door via telefoonnummer (073) 553 26 00. We kunnen dan in uw plaats een andere patiënt helpen.

Ik heb nog vragen, waar kan ik die stellen?

Heeft u nog vragen, dan kunt u bellen naar de afdeling Radiologie. De afdeling is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 08.00 tot 17.00 uur op het telefoonnummer (073) 553 26 00.