Iemand die valt, heeft een grotere kans op blijvende schade, functioneert minder goed, woont minder zelfstandig en heeft meer kans om te komen overlijden. Er kunnen vele oorzaken zijn waarom u valt. Oorzaken kunnen zijn: obstakels in de omgeving, medicijnen, ouderdom, voeding en een gebrek aan training.
Onderzoeken
Bij het onderzoekstraject vallen proberen we er achter te komen welke problemen het vallen veroorzaken.
De geriater doet een algemeen onderzoek. Daarnaast kijkt hij of zij in het bijzonder naar de oorzaken waarom u gevallen bent.
De fysiotherapeut onderzoekt hoe het is met uw balans, kracht en uw gehele bewegingspatroon. De fysiotherapeut bekijkt of er eventuele aanpassingen nodig zijn.
Bij het verpleegkundig onderzoek is er vooral aandacht voor het psychosociale deel, zoals uw woon- en leefomstandigheden, uw sociale contacten, uw bezigheden enzovoorts. De verpleegkundige test ook uw geheugen en stemming. Verder meet zij uw bloeddruk, doet een oogmeting en maakt een hartfilmpje bij u.
Op de polikliniek Geriatrie onderzoeken we hoe het komt dat u valt. Hierbij werken een arts-assistent (basisarts vaak in opleiding tot geriater), geriater, een verpleegkundige en een fysiotherapeut samen. Zij onderzoeken u om de beurt.
Behandelingen
De behandeling is altijd ‘op maat’: afgestemd op de oorzaak of oorzaken van het vallen en uw persoonlijke situatie.
We willen zoveel mogelijk voorkómen dat u nog een keer valt. Kwaliteit van leven staat voorop en heeft onze grootste aandacht. U krijgt daarom ook adviezen voor thuis mee.
Het komt vaak voor dat uw arts de medicijnen moet aanpassen. Andere behandelmogelijkheden zijn fysiotherapie aan huis, adviezen over aanpassingen in uw huis, en een bezoek van de ergotherapeut bij u thuis.
