Onder de huid (subcutaan) injecteren met een voorgevulde injector

De plek van de injectie

Een injectie onder de huid kunt u op de volgende plekken geven:

• In een bovenbeen. Houd minimaal een handbreedte afstand boven de knie.
• In de buik, naast en onder de navel. Houd minimaal 2 centimeter afstand van de navel.
• In de buitenkant van een bovenarm.

Wissel bij iedere injectie de plek waar u injecteert. Zo voorkomt u een verdikking van het bindweefsel.

Let op: de huid moet schoon zijn, maar ontsmetten met desinfectiemiddel is niet nodig.

Spuit niet in:

• littekenweefsel of een moedervlek
• een wond, ontstoken huid of een blauwe plek
• een gebied dat geopereerd is of waar u een operatie krijgt
• een arm of been dat verlamd is
• een arm of been met oedeem of trombose
• een arm of been met een infuus of shunt
• een arm of been waarvan lymfeklieren zijn verwijderd.

Stap voor stap injecteren met een voorgevulde injector

1. Haal het medicijn 30 minuten vóór gebruik uit de koelkast (als dit in de koelkast bewaard moet worden).
2. Was uw handen met water en zeep.
3. Droog af met een schone doek.
4. Leg de materialen klaar op een schone ondergrond. Schud de injector niet, dan kan het medicijn beschadigd raken.
5. Controleer of de verpakking van de injector nog niet geopend is.
6. Kijk op de verpakking of de houdbaarheidsdatum nog geldig is.
7. Open de verpakking.
8. Controleer of de vloeistof in de injector helder is.
9. Ga in een gemakkelijke houding zitten of liggen.
10. Kies de plek waar u de injectie wilt zetten.
11. Ontsmet de injectieplaats 30 seconden met een alcoholdoekje.
12. Laat de injectieplaats 30 seconden aan de lucht drogen.
13. Draai en trek aan de dop om deze te verwijderen.
14. Injecteer binnen 5 minuten na het verwijderen van de dop.
15. Plaats de injector recht op uw huid en druk de injector met uw hand stevig en zover als u kunt naar beneden. Het grijze deel aan de onderkant mag niet meer zichtbaar zijn.
16.  Duw de knop van de injector met uw andere hand recht naar beneden. Druk net zolang door totdat u een klik hoort. 
17. Haal de injector in één rechte beweging van de huid. Als de injectieplaats gaat bloeden, moet u enkele minuten een vinger op de injectieplaats drukken.
18. Doe de lege injector in de naaldencontainer. 

 Let op!

• Wrijf na het injecteren niet over de plek waar u heeft geprikt. Dit veroorzaakt blauwe plekken.
• Gooi de injector nooit bij het huishoudelijk afval. Dan kan een ander zich niet per ongeluk aan de injector prikken. Een naaldencontainer is gratis verkrijgbaar bij uw apotheek. De container kunt u ook gratis inleveren bij uw apotheek.

Wanneer neemt u contact op?

U neemt contact op als u tijdens de behandeling ernstige bijwerkingen krijgt, zoals:

• Een flinke nabloeding
• Grote blauwe plekken
• Harde plekken onder de huid
• Bij roodheid en verdikking van de huid
• Bij aanhoudende jeuk