JBZ voorkomt honderden ziekenhuisbezoeken met Intensieve Samenwerking Afdeling (ISA)

Dankzij een nieuwe manier van samenwerken tussen verschillende specialismen op de Intensieve Samenwerking Afdeling (ISA) van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) hoeven patiënten na ontslag veel minder vaak terug te komen. Uit onderzoek blijkt dat dit jaarlijks bijna 500 polikliniekbezoeken en ruim 150 bezoeken aan de Spoedeisende Hulp (SEH) bespaart. Dat zorgt voor kortere wachtlijsten, minder drukte op de SEH en meer rust en duidelijkheid voor patiënten.

Simon de Gans

Steeds meer mensen worden ouder en krijgen te maken met meerdere aandoeningen tegelijk. Voor patiënten betekende dit vroeger dat zij tijdens een opname verschillende specialisten zagen, die ieder hun eigen behandelplan opstelden. “Dat zorgde soms voor verwarring en onduidelijkheid,” vertelt promovendus Simon de Gans. Hij deed het onderzoek tijdens zijn coschappen en zijn tijd als ANIOS Geriatrie in het JBZ.

Zorg rondom de patiënt 
Om de zorg overzichtelijker en patiëntvriendelijker te maken, werd ruim vijf jaar geleden de Intensieve Samenwerking Afdeling (ISA) opgericht. Wat in de coronaperiode begon als experiment, is inmiddels uitgegroeid tot een blijvende en toekomstbestendige manier van werken. Jaarlijks worden er zo’n 545 patiënten opgenomen.

Op de ISA werken longartsen, klinisch geriaters, internisten, cardiologen en ziekenhuisartsen intensief samen. Elke ochtend bespreken zij gezamenlijk alle patiënten en stellen per patiënt één behandelplan op. De ziekenhuisarts is daarbij het vaste aanspreekpunt en loopt dagelijks visite. Zo weten zorgverleners beter van elkaar wat er speelt en krijgt de patiënt meer overzicht en rust.

Daarnaast is er drie keer per week overleg met verpleegkundigen en paramedici, zoals fysiotherapeuten en diëtisten. Ook de aanvullende zorg sluit daardoor goed op elkaar aan. “De zorg wordt dus echt rondom de patiënt georganiseerd,” vertelt De Gans.

Minder ziekenhuisbezoeken, meer rust na ontslag
De Gans onderzocht de effecten van de ISA volgens het Quintuple Aim-model. Dat kijkt naar vijf aspecten: patiënttevredenheid, gezondheidsuitkomsten, kosten, medewerkerswelzijn en de inzet van mensen en middelen. De resultaten zijn overtuigend. In de eerste zes maanden na ontslag kwamen ISA-patiënten 238 keer minder op de poli en 75 keer minder op de Spoedeisende Hulp. Omgerekend naar een jaar scheelt dat bijna 500 polibezoeken en ruim 150 SEH-bezoeken.

Hoe dat kan? “Door de korte lijnen stemmen specialisten de zorg na ontslag beter af en combineren zij afspraken waar mogelijk,” legt De Gans uit. “Zo kan een geriater tijdens een polikliniekafspraak de diabetesmedicatie aanpassen, in overleg met de internist. Daardoor hoeft de patiënt niet óók nog naar de internist voor een aparte afspraak.”

Daarnaast wordt al tijdens de opname op de ISA samen met paramedici en de transferverpleegkundige bekeken welke ondersteuning thuis nodig is. Dat verkleint de kans dat iemand thuis alsnog vastloopt en met spoed terug moet naar het ziekenhuis.

Kosteneffectief
Uit hetzelfde onderzoek bleek eerder al dat patiënten op de ISA gemiddeld twee dagen korter in het ziekenhuis liggen, bijna 70% minder medische consulten nodig hebben en de zorg waarderen met een 8,2. Nieuw is dat nu ook de kosteneffectiviteit is aangetoond: ondanks de extra inzet van de ziekenhuisarts en paramedici zijn de kosten niet hoger dan bij reguliere zorg. De zorg verloopt zelfs efficiënter. Daarmee laat de ISA zien niet alleen patiëntvriendelijk, maar ook kosteneffectief te zijn.

Promotieonderzoek
Simon de Gans deed zijn promotieonderzoek aan het Radboudumc. Het onderzoek vond plaats in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Op maandag 15 september verdedigde hij met succes zijn proefschrift aan de Radboud Universiteit. 

 

Laatste revisie: 18 september 2025 - 11:18