Column Carolien Burghout: ‘Hoe gaat het straks als er geen behandeling meer mogelijk is?’

Carolien Burghout is Verpleegkundig Specialist Hematologie en promovendus ‘Zorg in de laatste levensjaren’ in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. In haar column krijg je een inkijkje in haar werk.

Houten frame met rechtonderin een rood, stenen hartje

Het is niet de gemakkelijkste vraag om te stellen als patiënt die ongeneeslijk ziek is aan een arts of verpleegkundige. ‘Hoe gaat het straks als er geen behandeling meer mogelijk is?’ Toch houdt deze vraag patiënten bezig en wordt hij regelmatig gesteld in de spreekkamer. Het antwoord kan vanuit verschillende kanten worden benaderd.

Ik kan ingaan op de lichamelijke klachten waarmee de achteruitgang gepaard kan gaan. Hoewel ik vaak kort bespreek wat te verwachten is, probeer ik vanuit een diepere laag positieve inhoud aan de vraag te geven. Hoewel aan de dood vaak weinig positiefs te noemen is, zijn er op de weg naar de dood toe diverse momenten waarop beslissingen moeten worden gemaakt. Beslissingen die richting kunnen geven aan de invulling van het resterende leven. Vragen die dan gesteld kunnen worden zijn: Wie of wat maakt voor jou het leven waardevol? Aan wie heb je steun? Wat kan jou helpen in de laatste fase van het leven? Wil je nog opgenomen worden in het ziekenhuis? Of kies je voor zorg thuis? Het kan de patiënt helpen om weloverwogen keuzes te maken: wat wil je nog wel en vooral ook wat niet. Op welke manier wil je de laatste periode van je leven betekenis geven?

Deze manier van benaderen biedt mij inzicht in op welke manier zorg het beste kan worden afgestemd op de wensen van de patiënt. Het levert mooie, persoonlijke gesprekken op. In een enkel geval lijk ik door deze invulling van de vraag de plank mis te slaan. Dat vind ik dan heel vervelend om terug te horen. Het praten over proactieve zorg wordt vaak gezien als levenseindegesprekken, en dus praten over de dood. Vanuit dit perspectief confronteren deze gesprekken, alsof de dood dichtbij is, alsof alle hoop vervlogen zou zijn, alsof de dood in de schijnwerpers staat.

Ik kijk er anders tegenaan. Ik probeer met een positieve insteek juist op het (resterende) leven te richten, inzicht te geven in welke knoppen de patiënt zelf soms kan draaien en me te richten op de kwaliteit van leven. 

Een simpele vraag, zo leek het. Het gesprek dat erop volgde liet zien dat niets minder waar was. Ik dacht het over hetzelfde te hebben, maar de beleving bij de patiënt was totaal anders. Het is goed om me dat steeds te blijven realiseren en te verifiëren tijdens het bespreken van proactieve zorg, zodat ik wel dezelfde taal met de patiënt blijf spreken.

Bekijk onze website voor meer informatie over Zorg in de laatste levensjaren.

Laatste revisie: 16 januari 2024 - 15:24