Als uit de 20-weken echo blijkt dat een kindje een of twee klompvoeten heeft, dan volgt meestal een nieuwe medische echo. Als deze echo bevestigt dat het kindje een klompvoet heeft, volgt een gesprek met de (kinder)orthopedisch chirurg.
Pas ná de geboorte stelt de (kinder)orthopedisch chirurg met een lichamelijk onderzoek de definitieve diagnose. Moeders die een kindje met klompvoeten verwachten en waarbij geen sprake is van extra complicaties, mogen gewoon zelf kiezen waar zij het liefst bevallen: thuis of in het ziekenhuis.
Heel soms blijkt pas na de geboorte dat het kind een klompvoet heeft. Ook dan stelt de (kinder)orthopedisch chirurg na een lichamelijk onderzoek de definitieve diagnose. Voor de diagnose is slechts zelden een röntgenfoto nodig.
Bij de diagnose maakt de (kinder)orthopedisch chirurg gebruik van twee zogenoemde ‘classificatiesystemen’. Zo’n classificatie of score zegt iets over de ernst van de klompvoet. Die informatie heeft de arts nodig voor de behandeling; bijvoorbeeld om de vooruitgang te kunnen vastleggen en om informatie uit te kunnen wisselen met andere behandelaars. Ook kan de arts u door deze informatie een betere inschatting geven over het resultaat dat u van de behandeling mag verwachten.
Klompvoet en heupdysplasie
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat klompvoetpatiëntjes een iets grotere kans hebben op heupdysplasie. Met een echo is, zonder schade voor het kind, te zien of een kind heupdysplasie heeft. Daarom is het advies om bij een leeftijd van drie maanden een heupecho te maken.