Headerafbeelding
Foto orchidee
Behandeling

Borstreconstructie, oefeningen en adviezen na de operatie

Na een borstreconstructie kunt u de schouder aan de geopereerde zijde minder goed bewegen.

De fysiotherapeut geeft u oefeningen en adviezen die u helpen om op de langere termijn uw schouder weer normaal te kunnen bewegen.

Oefeningen en adviezen

Betrokken afdelingen

Code PMD-304
Laatste revisie: 23 april 2024 - 09:05
Oefeningen en adviezen

Borstreconstructie, oefeningen en adviezen na de operatie

Tijdens de eerste weken van herstel kunt u nog niet veel van uw dagelijks bezigheden doen. Na ongeveer 2 weken kunt u beginnen met lichte lichamelijke activiteiten.

Is bij u een definitieve prothese of een tissue-expander geplaatst?

Om te voorkomen dat de prothese verschuift mag u:

  • de eerste 2 weken uw armen niet boven schouderhoogte tillen;
  • de eerste 3 weken niet met uw volle gewicht op uw armen steunen;
  • de eerste 6 weken geen zware lasten (boven de 6 kilo) tillen.

Om de borst met een definitieve prothese zo min mogelijk te belasten, kunt u het beste de eerste 4 weken een speciaal aangemeten beha of een sportbeha dragen. Draag deze beha zowel overdag als ‘s nachts.

Heeft u een borstreconstructie ondergaan volgens de rugspiermethode of met een expander?

Draag dan een sportbeha, zowel tijdens het vullen van de expander als de eerste 3 weken daarna.

Na de borstreconstructie kan uw lichaam stijf zijn. De fysiotherapeut komt een dag na de operatie oefeningen met u doornemen. Deze oefeningen helpen om de stijfheid te verminderen. Algemene adviezen bij de oefeningen zijn:

  • De eerste 2 weken mag u uw armen niet boven de 90° te heffen. Dit geldt voor zowel voorwaarts als zijwaarts heffen. Na 2 weken mag u het heffen langzaam gaan uitbreiden tot maximaal.
  • Vooral tijdens de ziekenhuisopname is het belangrijk dat u de oefeningen rustig uitvoert. Beweeg tot net voor de pijngrens!
  • Herhaal een oefening 5 tot 10 keer. Doe de oefening 3 keer per dag.
  • Na 2 weken mag u de herhaling van de oefening verhogen naar 10 keer per oefening; doe dit 3 keer per dag.
  • Het is belangrijk dat u tijdens het oefenen goed blijft doorademen.
  • Een goede houding van uw bovenlichaam en de schouders is belangrijk voor het goed uitvoeren van de oefeningen. Zit of sta dus goed rechtop.
  • Let op dat u bij het oefenen niet met de armen gaat veren.
maak een rollende beweging met de schouders
Oefening 1a / 1b / 1c
  • Zit op een stoel
  • Laat de armen langs het lichaam hangen.

Oefening 1a: Maak een vuist en open de hand weer.

Oefening 1b: Buig en strek de elleboog

Oefening 1c: Maak een voorwaarts en achterwaarts rollende beweging met de schouders. 

beweeg uw armen gestrekt voorwaarts
Oefening 2
  • Beweeg uw armen gestrekt voorwaarts, tot maximaal recht vooruit (90 graden).
  • U mag de handen los hebben of gevouwen houden.
houd de handen achter de rug vast en beweeg omhoog
Oefening 3
  • Zit op de stoel.
  • Houd achter de rug met gestrekte ellebogen beide handen vast en probeer de armen langzaam omhoog te bewegen.
schuif de handen achter de rug naar boven en naar beneden
Oefening 4
  • Leg uw handen laag op de rug en schuif ze langs de rug naar boven.
leg de handen op de wangen en beweeg de ellebogen naar voren en naar achteren
Oefening 5
  • Leg de handen op de wangen. 
  • Houd uw ellebogen eerst ontspannen naar voren en breng ze daarna rustig naar achteren.

U mag de bovenstaande oefeningen blijven doen. U mag dit uitbreiden naar 10 keer per oefening, dit meerdere malen per dag. U mag geen pijn krijgen tijdens het oefenen. De wond verkeert nog in een herstelfase. Vermijd zware belasting. U mag lichte activiteiten doen binnen de grenzen van de beweeglijkheid van uw schouder, maar deze mogen geen pijn doen. Blijf oefenen tot de volledige beweeglijkheid weer normaal is. U mag dan in principe alles doen met uw schouder en geleidelijk uw sportactiviteiten rustig hervatten.

strengel de handen ineen achter het hoofd
Oefening 6
  • Leg de handen achter de oren tegen het achterhoofd en strengel vervolgens de vingers ineen.
  • Houd de ellebogen eerst ontspannen naar voren en breng ze dan zo ver mogelijk naar achteren.
beweeg de arm gestrekt omhoog en omlaag
Oefening 7
  • Vouw de handen in elkaar, zo ondersteunt u met uw gezonde arm de geopereerde zijde.
  • Probeer de beide handen zo ver mogelijk omhoog te krijgen.
beweeg de arm omhoog langs de muur
Oefening 8
  • Ga een stukje van de muur afstaan (15 cm) en krabbel met beide handen tegelijkertijd langs de muur omhoog tot schouderhoogte.
beweeg de arm gestrekt opzij omhoog en omlaag
Oefening 9
  • Ga met de rug tegen de muur aan staan. Plaats de handen met de handrug tegen de muur.  
  • Beweeg beide armen zo hoog mogelijk zijwaarts.
  • De handen blijven contact houden met de muur.
  • Herhaal de oefening 5 tot 10 keer.

Bij vragen of onduidelijkheden kunt u tijdens kantooruren bellen met de afdeling Paramedische ziekenhuiszorg, telefoonnummer (073) 553 61 55.