Revalidatie na een beroerte, praktische informatie

Kort - of wat langer - geleden heeft u een beroerte gehad. Hierdoor gaan sommige dingen niet meer zoals vroeger. Bijvoorbeeld het bewegen, concentreren, onthouden of spreken. Daarom start u met revalidatie. In deze informatie vindt u praktische informatie.

Praktische informatie

Meekijken met de therapie

We vinden het erg belangrijk om uw naasten te betrekken bij de revalidatie. Met naaste bedoelen we: uw partner, kinderen of andere mensen in uw directe omgeving die belangrijk voor u zijn. Ook zij hebben namelijk te maken met de gevolgen van de beroerte. Het is niet de bedoeling dat er elke therapie iemand bij is. In overleg met uw eigen therapeut kunt u afspreken wanneer het belangrijk is dat er iemand bij zal zijn, en hoe vaak.

Soms nodigt een psycholoog of maatschappelijk werker ook uw partner of kinderen uit voor een gesprek. Dit gebeurd in overleg en met toestemming van uzelf.

Auto- of motorrijden

Bent u in het bezit van een rijbewijs voor auto of motor? Meer informatie over het rijden vindt u op de website van het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR).

Eigen Verklaring CBR

Het is uw eigen verantwoordelijkheid om bij het CBR te melden dat er iets is in uw gezondheid. Dit doet u door een Eigen Verklaring CBR in te vullen. Deze kunt u kopen via de gemeente.

Wmo-loket

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zorgt ervoor dat mensen zoveel mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij. Maar ook dat zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Vanuit de Wmo vergoedt de gemeente hulp en voorzieningen.

Voorbeelden hiervan zijn:

  • Hulp bij het huishouden, zoals opruimen, schoonmaken en ramen zemen.
  • Aanpassingen in de woning, zoals een traplift of het verwijderen van drempels en andere aanpassingen.
  • Specifieke begeleiding thuis of dagbesteding ergens anders.
  • Vervoersvoorzieningen in de regio voor mensen die slecht ter been zijn en niet met het openbaar vervoer kunnen reizen. Bijvoorbeeld de taxibus of een taxikostenvergoeding, scootmobiel of gehandicapten parkeerkaart.
  • Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers.
  • Rolstoel.
  • Maaltijdverzorging.
  • Sociaal cultureel werk, zoals buurthuizen en subsidies aan verenigingen.

Tijdelijke hulpmiddelen krijgt u meestal niet vergoed van de gemeente.

Alle gemeenten hebben een Wmo-loket

  • Bij dit loket kunt u vragen stellen of aanvragen doen.
  • De medewerkers vertellen u precies hoe de aanvraag gaat en hoelang deze gaat duren.
  • Soms kijken ze samen met u naar de juiste aanpassingen.
  • De Wmo beslist voor welke voorzieningen u in aanmerking komt.
  • Meestal wordt er een eigen bijdrage gevraagd bij de geleverde hulp/voorziening. De maximale eigen bijdrage wordt landelijk en jaarlijks vastgesteld door de overheid. Informatie hierover vindt u op de website van het CAK.

Overweegt u bepaalde aanpassingen of hulpmiddelen? Overleg dan tijdens uw revalidatie met uw behandelaar. Deze kan advies geven, of samen met u kijken naar de geschikte voorzieningen.

Werken

Tijdens uw revalidatie besteden wij ook aandacht aan uw werksituatie en krijgt u adviezen hoe u uw werk weer zou kunnen opbouwen en met welke begeleiding. Dit kunt u meenemen in het gesprek met de bedrijfsarts, die uiteindelijk beslist hoe de opbouw gaat plaatsvinden.

Tijdelijke hulpmiddelen

Tijdens de revalidatie oefenen we met u zodat u bepaalde handelingen straks weer zelf kunt doen. Daarom kunt u kort na de beroerte beter nog geen definitieve aanpassingen in huis laten doen. Mogelijk is het wel prettiger of veiliger om bepaalde dingen wel alvast te regelen, in de vorm van tijdelijke voorzieningen.

Deze tijdelijke hulpmiddelen kunt u vaak huren bij de thuiszorgwinkel bij u in de buurt. Bijvoorbeeld een douchestoel, po-stoel, badplank of rolstoel. Ook kunt u via de thuiszorgwinkel kleine aangepaste hulpmiddelen kopen. Maar we raden u aan om hier nog mee te wachten of dit te overleggen met uw therapeuten.

Huisarts

U komt tijdens de poliklinische revalidatie regelmatig bij de revalidatiearts en soms ook nog in de periode daarna. De revalidatiearts kijkt hoe het dan gaat met u en bespreekt een aantal zaken met u.

Voor alle andere vragen en controles kunt u het beste terecht bij uw eigen huisarts. Het gaat dan bijvoorbeeld om het controleren van uw bloeddruk, bloedsuikergehalte, wijzigingen in uw medicijnen, bijwerkingen van medicijnen enzovoort. Uw huisarts is meestal uw eerste aanspreekpunt als het om deze vragen gaat.

Heeft u nog vragen?

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, kunt u bellen naar Tolbrug specialistische revalidatie, telefoonnummer (073) 553 56 00. Wij zijn te bereiken op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur.

Code REV-129
Laatste revisie: 3 april 2024 - 13:42