Headerafbeelding
kind krijgt een ballon bij het winkeltje op de boulevard
Onderzoek

Voedselprovocatietest met placebo bij kinderen

Met een voedselprovocatietest onderzoekt de arts of uw kind allergisch is voor pinda, ei, hazelnoot of cashewnoot.

Met de provocatietest lokken we een mogelijke reactie uit op het verdachte voedingsmiddel. Een verpleegkundige controleert uw kind tijdens de test. 

Hoe verloopt het onderzoek?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over het onderzoek.

Praktische tips

Wat neemt u mee voor uw kind?

Bij iedere afspraak in het ziekenhuis moet u meenemen: een geldig legitimatiebewijs, JBZ-patiëntenpas en het Actueel Medicatie Overzicht (AMO) van uw kind. Hier vindt u meer informatie over wat u moet meenemen.

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

Controleer de zorgverzekering van uw kind

Het is uw eigen verantwoordelijkheid na te gaan of uw kind verzekerd is voor de zorg waarvoor u naar het Jeroen Bosch Ziekenhuis komt. Bekijk van tevoren uw polisvoorwaarden of informeer bij uw zorgverzekeraar.

MijnJBZ voor kinderen

Kinderen onder de 12 jaar en hun ouders kunnen niet inloggen in het dossier van het kind in MijnJBZ. Wilt u informatie in het dossier inzien? Dan kunt u mogelijk een machtiging voor uw kind aanvragen. Kijk voor de actuele informatie op www.mijnjbz.nl/machtiging.

Betrokken afdelingen

Code KIN-739
Laatste revisie: 15 augustus 2022 - 09:25
Hoe verloopt het onderzoek?

Voedselprovocatietest met placebo bij kinderen

Uw kind:

  • mag de 4 weken voor de test helemaal géén pinda, ei, hazelnoot of cashewnoot eten, of producten gebruiken waarin het te testen voedingsmiddel is verwerkt.
  • neemt de eventuele medicijnen tegen allergie niet in op de dag vóór en op de ochtend van de test.
  • mag op de dag van de test tot 07.00 uur een licht ontbijt hebben. Een licht ontbijt is een boterham, 2 beschuitjes met zoet beleg of een bordje pap. Geef geen producten die uw kind niet vaak of nooit eet.

Wat moet u doen als uw kind ziek is?

  • Is uw kind ziek? Of heeft uw kind klachten? Dan kan de test niet doorgaan. U neemt dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek Kindergeneeskunde. We maken dan voor uw kind een nieuwe afspraak.
  • Heeft uw kind kortgeleden de waterpokken gehad? Of is uw kind pas in contact geweest met iemand die de waterpokken heeft? Dan vragen wij u ook om naar de polikliniek te bellen.
  • Is uw kind ziek of heeft uw kind klachten op de dag van de test? Bel dan naar de afdeling Kinderdagbehandeling, telefoonnummer: (073) 553 25 26.

Uw kind voorbereiden

Een goede voorbereiding is belangrijk. Voor uw kind en voor u. Op Hallo ziekenhuis! kan uw kind alvast kennismaken met het ziekenhuis. Uw kind kan er onder andere filmpjes bekijken over een onderzoek en de afdeling Kinderdagbehandeling.

Kinderpaspoort

Heeft uw kind al een JBZ-kinderpaspoort? Vul deze in, samen met uw kind. Zo kunnen wij uw kind helpen bij de opname in het ziekenhuis. Heeft uw kind nog geen paspoort ontvangen? Vraag er naar in het ziekenhuis. Dit kan bij de afdeling Patiëntenregistratie, polikliniek of verpleegafdeling.  Neem het paspoort altijd mee als uw kind naar het ziekenhuis komt.

kinderpaspoort

Waar meldt u zich?

U meldt zich op de afdeling Kinderdagbehandeling. Gebouw A, verdieping 6. 

Het onderzoek

  • We nemen uw kind 2 keer in het ziekenhuis op voor minimaal 5 uur per keer. Dit gebeurt op de afdeling Kinderdagbehandeling. Tussen beide keren zit ongeveer 1 week.
  • Uw kind krijgt stukjes cake of vruchtenmoes te eten. We beginnen met een heel klein beetje.  Gaat dit goed? Dan krijgt uw kind iedere 30 minuten een steeds groter stuk cake of meer lepels moes te eten.
  • De ene keer zit er pinda, ei, hazelnoot of cashewnoot in de cake of moes verwerkt, de andere keer niet. Het verschil is niet te proeven of te zien.
  • Het is belangrijk om deze test betrouwbaar te laten verlopen. Daarom voeren we de test dubbelblind uit. Dat betekent dat de arts of Physician Assistant én de verpleegkundige niet weten op welke ochtend uw kind welke voeding krijgt.
  • Voordat uw kind aan de provocatietest begint, kijkt de arts of Physician Assistant uw kind goed na. Dit gebeurt door te voelen, te luisteren en te kijken naar de huid, slijmvliezen, klieren, longen en buik van uw kind.
  • Het is mogelijk dat uw kind een infuus krijgt, zodat bij eventuele klachten direct medische hulp gegeven kan worden. In dat geval is dat vooraf met u besproken.
  • Tijdens de test houdt de verpleegkundige bij of er reacties optreden, bijvoorbeeld aan de huid, de longen of de darmen.
  • Na de laatste testvoeding blijft uw kind 2 uur ter observatie in het ziekenhuis. Aan het einde van de test onderzoekt de arts of Physician Assistant uw kind opnieuw.

Wanneer u weer thuis bent, vragen wij u bij te houden of uw kind klachten krijgt. Deze klachten of bijzonderheden kunt u noteren op de lijst.

Naar invullijst

 

Ongeveer 1 week na de tweede provocatietest komt u met uw kind naar de arts of Physician Assistant op de polikliniek. U bespreekt dan met de arts of Physician Assistant hoe de provocatietest verlopen is. Pas daarna bekijken we samen op welke van de 2 testdagen uw kind de voeding met pinda, ei, hazelnoot of cashewnoot heeft gehad. Tijdens deze afspraak stelt de arts of Physician Assistant vast of uw kind een bewezen allergie heeft voor het betreffende voedingsmiddel.

Geen voedselallergie

Blijkt het dat uw kind géén voedselallergie heeft voor pinda, ei, hazelnoot of cashewnoot? Dan kunt u volgens een opbouwschema opnieuw beginnen met het geven van het betreffende voedingsmiddel. We plannen een telefonische afspraak met u in voor 4 weken later om te bespreken hoe dit verlopen is. 

Wel voedselallergie

Heeft uw kind wél een voedselallergie? Dan krijgt u regels mee over wat uw kind wel en niet mag eten. Het kan zijn dat we uw kind doorverwijzen naar een diëtist. Dit kan een diëtist van het ziekenhuis zijn of een diëtist bij u in de buurt.

Zijn er ernstige klachten ontstaan bij de provocatietest? Dan kan de arts een adrenalinepen voorschrijven. Deze pen moet uw kind gebruiken als er per ongeluk toch pinda, ei, hazelnoot of cashewnoot wordt gegeten en zich weer dezelfde klachten voordoen. De arts of Physician Assistant zal u hierover uitgebreid informeren. Als dat nodig is, herhalen we de provocatietest. In sommige gevallen kan het zijn dat uw kind over de allergie is heen gegroeid.

Bij vragen kunt u bellen naar de polikliniek Kindergeneeskunde, telefoonnummer: (073) 553 23 04.