Het onderzoek kan niet doorgaan als uw kind:

• nog aan het herstellen is van een kinderziekte;
• in contact is geweest met (een kind met) een kinderziekte;
• op de ochtend van het onderzoek ziek is, of koorts heeft boven de 38°;
• antibiotica gebruikt.

Geef het zo snel mogelijk door als u om een van deze redenen (of een andere reden) niet naar de afspraak kunt komen:

• Zou uw kind worden opgenomen? Geef het dan door aan de afdeling Kinderdagbehandeling, telefoonnummer: (073) 553 25 26.
• Zou uw kind niet worden opgenomen? Geef het dan door aan de afdeling Radiologie, telefoonnummer: (073) 553 26 00.

In overleg met u maken we dan een nieuwe afspraak.

Eén van de ouders/verzorgers mag mee in de onderzoeksruimte. Bent u als moeder/verzorgster (misschien) in verwachting? Omdat er nog te weinig onderzoek naar is gedaan om te bepalen of MRI schadelijk is voor het ongeboren kind, is het beter dat u niet bij het onderzoek aanwezig bent. Regel dan dat iemand anders uw kind begeleidt.

Op de website Hallo ziekenhuis! kan uw kind alvast kennismaken met het ziekenhuis. Uw kind kan er verschillende filmpjes over het ziekenhuis bekijken en u vindt er ouderinformatie. Zo kunt u zich samen voorbereiden op het onderzoek in het ziekenhuis.

Kinderpaspoort

Heeft uw kind al een JBZ-kinderpaspoort? Vul dit in, samen met uw kind. Zo kunnen wij uw kind helpen bij de opname in het ziekenhuis. Heeft uw kind nog geen paspoort ontvangen? Vraag er naar bij de afdeling Patiëntenregistratie, polikliniek of op verpleegafdeling. Neem het paspoort altijd mee als uw kind naar het ziekenhuis komt.

Als u het prettig vindt, kunt u van tevoren met uw kind komen kijken bij het MRI-apparaat. U kunt hiervoor langskomen tijdens kantooruren op de hoofdlocatie. U hoeft hiervoor geen afspraak te maken.

Het is belangrijk dat u uw kind van tevoren vertelt over het onderzoek. Het is prettig als uw kind weet:

• hoe het onderzoek ongeveer verloopt. Bekijk met uw kind het filmpje over het MRI-onderzoek.
• dat het inbrengen van een infuusnaald een prik is. Bekijk samen met uw kind het filmpje over het inbrengen van een infuusnaald;
• dat het misschien een slangetje via de neus of mond krijgt ingebracht en dat dit een onprettig gevoel kan zijn;
• dat het onderzoek niet pijnlijk is;
• dat het de ochtend voor het onderzoek helemaal niets meer mag eten.

Neem eventueel wat speelgoed mee voor tijdens het wachten.

Voor het onderzoek moet uw kind nuchter zijn. Dit betekent dat uw kind vanaf een bepaald tijdstip niet meer mag eten, drinken en roken.

Is het onderzoek vóór 12.00 uur? dan mag uw kind vanaf 24.00 uur niet meer eten, drinken en roken. Uw kind mag ook geen kauwgom meer kauwen.

Is het onderzoek ná 12.00 uur? Dan mag uw kind vanaf 24.00 uur niet meer roken. Uw kind mag dan ‘s morgens een licht ontbijt nemen (beschuit/cracker/thee).

Neem daarom eten en drinken mee voor uw kind voor na het onderzoek. Neem eventueel een eigen beker mee waaruit uw kind kan drinken.

Uw kind mag medicijnen innemen tot 2 uur voor het onderzoek, tenzij de kinderarts hierover met u andere afspraken heeft gemaakt.

Omdat bij het MRI-onderzoek gebruik wordt gemaakt van een heel sterk magneetveld is het volgende belangrijk voor uw kind en de begeleider:

• Metalen of magnetische voorwerpen moeten buiten de onderzoeksruimte blijven. Deze voorwerpen moet u daarom in het kleedkamertje laten liggen: sleutels, munten, gebitsprothesen, haarspelden, gehoorapparaten, sieraden, horloge, bankpasjes.
• Waardevolle bezittingen kunt u beter thuislaten.
• Een tatoeage of permanente make-up kan tijdens het onderzoek warm gaan aanvoelen.

Het is belangrijk dat uw kind tijdens het onderzoek goed stil blijft liggen. Anders mislukken de opnamen. Uw kind mag een knuffel (zonder metalen delen) meenemen.

Vertel uw kind dat er tijdens het onderzoek harde kloppende geluiden te horen zijn. Uw kind kan hier van schrikken. Ondanks de koptelefoon/oordoppen hoort uw kind de kloppende geluiden van het MRI-apparaat. Als uw kind dat wil, kan hij/zij via de koptelefoon naar muziek luisteren. De laborant bespreekt dit met uw kind.

U meldt u samen met uw kind ruim op tijd bij de afdeling Radiologie, op de locatie die op de afspraakbevestiging vermeld staat. Hierna neemt u plaats in de wachtruimte. Zodra uw kind aan de beurt is, neemt de radiodiagnostisch laborant u beiden mee naar de onderzoeksruimte.

Is uw kind jonger dan 12 jaar én heeft de arts aan u verteld dat u met uw kind voor dit onderzoek op de afdeling Kinderdagbehandeling wordt verwacht? Meldt u dan op de afgesproken tijd met uw kind op de afdeling Kinderdagbehandeling. Meestal is dit 2 uur voor aanvang van het onderzoek op de afdeling Radiologie. Op de afdeling Kinderdagbehandeling vinden de voorbereidingen voor het onderzoek plaats.

Op de afdeling Radiologie:

• Heeft uw kind nog geen infuus? Dan wordt dit hier ingebracht.
• Uw kind krijgt een contrastvloeistof te drinken. Wordt uw kind op de kinderdag-behandeling opgenomen dan krijgt uw kind daar de vloeistof te drinken. Komt u vanuit huis dan moet uw kind zich 45 minuten voor het onderzoek melden bij de afdeling Radiologie voor het drinken van de contrastvloeistof. De contrastvloeistof is een oplossing van Mannitol (een suikervervanger) in water. Mannitol heeft een laxerende werking. Het kan zijn dat uw kind na het onderzoek last krijgt van diarree. Dit gaat vanzelf weer over.
• Heeft uw kind een maagsonde omdat het niet zelf kan drinken? Dan wordt eerst gecontroleerd of de maagsonde goed zit. Daarna wordt de contrastvloeistof gegeven via de sonde.
• Tijdens het MRI-onderzoek krijgt uw kind een medicijn via het infuus om de darmen te ontspannen en er wordt een contrastmiddel gegeven.

Op de afdeling Kinderdagbehandeling:

• Krijgt uw kind een maagsonde ingebracht als het niet zelf kan drinken. Dit is een slangetje dat via de neus of mond naar de maag gaat (maagsonde).
• Wordt een infuus ingebracht.

Het MRI-apparaat is een grote tunnel, met een opening aan de voor- en achterkant. Tijdens het onderzoek ligt uw kind op een onderzoektafel. De radiodiagnostisch laborant schuift deze tafel in de opening van het MRI-apparaat tot aan de plaats die moet worden onderzocht. Dat betekent voor kinderen meestal dat ze helemaal in deze tunnel liggen. Tijdens het onderzoek worden zogenaamde ‘spoelen’ op de buik gelegd. Dit zijn lichtgewicht plankjes die het signaal verwerken dat het MRI-apparaat produceert.

Het apparaat maakt veel lawaai. U en uw kind krijgen oordoppen en een koptelefoon om het lawaai van het apparaat te verminderen. Als uw kind dat wil, kan hij/zij via de koptelefoon naar de radio luisteren. De laborant bespreekt dit met uw kind.

De tunnel is aan het hoofd- en voeteneinde open. In de opening zit een microfoon en een luidspreker. Uw kind krijgt een balletje in de hand. Als uw kind hierin knijpt krijgt het contact met de laborant. De bediening van het apparaat gebeurt vanuit een ruimte buiten de onderzoekkamer. Daar zijn de radiodiagnostisch laboranten die de apparatuur bedienen en die uw kind daarbij voortdurend in de gaten houden. De laborant maakt een serie opnamen van het onderzoeksgebied. Elke opname vertoont een dwarsdoorsnede van het onderzoeksgebied met een dikte van enkele millimeters. Zo kan de radioloog precies de vorm, structuur en ligging van alle inwendige organen of weefsels in het onderzochte gebied onderscheiden. Het onderzoek is geheel pijnloos.

• Probeer zelf zo rustig mogelijk te zijn; dit maakt uw kind rustig.
• Richt uw aandacht op uw kind. Hij/zij heeft uw steun nodig.
• Stel gerust vragen wanneer u of uw kind iets niet begrijpt.

Na het onderzoek wordt op de afdeling Radiologie het infuus verwijderd en mag uw kind naar huis.

Na het onderzoek zit er nog vocht in de darmen (de Mannitol-oplossing die uw kind gedronken heeft). Daarom raden we aan uw kind naar het toilet te laten gaan vóórdat u naar huis gaat. Uw kind kan dan via de ontlasting wat vocht kwijtraken.

In zeldzame gevallen ontstaan door het gebruik van het contrastmiddel onschuldige bijwerkingen zoals waterige ontlasting, darmkrampen, misselijkheid en braken. Het ingespoten contrastmiddel kan een warm gevoel in hoofd, keel en onderbuik veroorzaken. Dit trekt na enkele minuten weer weg. In zeldzame gevallen komt het voor dat een kind een allergische reactie krijgt op de contrastvloeistof. Zo nodig wordt dit behandeld met medicijnen.

Het MRI-enterografie onderzoek duurt 35 minuten.