Vrijdag 3 juli 2020

Brabantse corona-missie liet tropenartsen niet onberoerd

In voorbije jaren werkten ze onder soms erbarmelijke omstandigheden in landen als Syrië, Zuid-Sudan en Tsjaad. Wie had gedacht dat er in 2020, tijdens de piek van de corona-epidemie in Nederland, tropenartsen aan de slag zouden gaan in hartje Brabant? We vroegen twee van hen, Jetske Duncker en Maartje Goudswaard, hoe ze terugkijken op hun werk in het Jeroen Boschziekenhuis. 

Tropenartsen Jetske en Maartje

Jetske staat op het punt naar Bangladesh te reizen. De koffer is gepakt, ze wacht tot ze mee kan met een van de weinige vluchten. Als medisch teamleider voor Artsen zonder grenzen ligt er overal ter wereld werk op je te wachten. Eerst zit ze op 3 juli ’s avonds nog in debatcentrum De Balie in Amsterdam, waar een select gezelschap zich buigt over de vraag ‘Hoe stop je een pandemie’. Deelnemers zijn onder anderen oud-minister van Buitenlandse handel & Ontwikkelingssamenwerking Lilian Ploumen en directeur van Artsen zonder Grenzen Nelke Manders. Jetske is gevraagd om ook iets te vertellen over haar ervaringen in Den Bosch. Wat gaat ze vertellen? ‘Dat het een heftige, gekke tijd was. Wie had ooit gedacht dat we in een Nederlands ziekenhuis aan de slag zouden gaan? Toch was het logisch. Als tropenartsen weten we hoe je ondanks schaarse middelen toch veel kunt bereiken. En hoe je met een epidemie omgaat. Er is aandacht nodig voor die patiëntengroep en voor alle beschermingsmaatregelen. Daarnaast mag je andere patiënten niet uit het oog verliezen. Heeft iemand geen ebola? De koorts kan ook door malaria of iets anders worden veroorzaakt, je zoekt verder. Dat gebeurde in Nederland ook wel, maar toch zijn er ook patiëntengroepen uit beeld geraakt.’ 

Improviseren

‘Ik had eigenlijk 5 weken vakantie gepland staan, maar de wereld ging op slot. Toen ging de telefoon: of ik in het JBZ wilde komen werken’, herinnert Maartje zich. Dat was eind maart. Voor ze het wist was ze fulltime aan het werk, midden in de corona-brandhaard die Brabant toen was. ‘De eerste weken waren we vooral druk met dingen concreet op poten helpen zetten. Bijvoorbeeld het corona-zorgcentrum in Vught. Niet dat wij dat organiseerden, maar ik denk wel dat onze inbreng nuttig was. Er waren veel onduidelijkheden, niemand had ervaring met COVID-19. Dan merk je toch dat je als tropenarts gewend bent snel contacten te leggen, oplossingsgericht te denken en zo flexibel te bewegen dat er relatief snel resultaat is te zien. Wij hebben geleerd om te improviseren binnen de grenzen van wat veilig is. Ook met weinig mogelijkheden kun je vaak nog onverwacht veel bereiken. Goed nadenken, daarna besluitvaardig zijn en vertrouwen hebben, zonder dat iets over duizend schijven moet lopen. Dat werkt vaak wel, in Den Bosch net zo goed als in het kleine ziekenhuis in de Zuid-Afrikaanse bush waar ik jarenlang werkte.’

Heftige gebeurtenissen

Later kregen de tropenartsen een grotere rol bij het trainen en begeleiden van zorgmedewerkers, vertelt Maartje. ‘Bijvoorbeeld toen de co-assistenten en medisch studenten een spoedtraining kregen, voor ze op corona-afdelingen gingen werken. Na het medische deel kwamen wij om ze te vertellen over manieren om met heftige gebeurtenissen om te kunnen gaan. Waarbij zeker dit soort jonge artsen ook hun grenzen moeten leren aangeven. Voor deze groep vervulden wij een vertrouwensrol. Ze konden ons zo’n beetje dag en nacht bellen.’ 

Zijn er heftige gebeurtenissen die zij zelf niet zal vergeten? Maartje: ‘Er gebeurde zoveel, je zag angst en onzekerheid bij patiënten en ook bij medewerkers. Ik herinner me bijvoorbeeld een man die op een corona-afdeling lag, terwijl zijn vrouw werd beademd op de IC. Hij was zó alleen en ook zo bang voor wat haar kon overkomen. Zoiets raakt je.’ 

Poetsen met ammoniak

Jetske herinnert zich soortgelijke taferelen, ook van families van wie iemand naar een Duits ziekenhuis werd getransporteerd. Honderden patiënten gingen naar andere ziekenhuizen, op grote afstand. Zou de familie hun geliefde nog levend terugzien, op tijd komen als vader of moeder in levensgevaar verkeerde? Er was zoveel angst. Een dochter die via de iPad huilend afscheid neemt van haar stervende vader: we hoorden alle verhalen, elke dag weer. En ook bij veel medewerkers was de onzekerheid groot. Na enkele weken gingen we gedrieën langs zorgafdelingen, ook los van de COVID-zorg: een ziekenhuishygiënist, een psycholoog en ik. Dan kwamen er veel vragen van medewerkers. Over besmettingsgevaar via liftknopjes en kleding bijvoorbeeld. Ook uit angst voor wat je mee naar huis neemt. We hoorden over het thuis afnemen van alle boodschappen met ammoniak, wat trouwens onnodig is. We trokken veel op met het team voor mental support dat het JBZ in het leven had geroepen. Samen hebben we veel vragen kunnen beantwoorden en een deel van de onzekerheid kunnen wegnemen.’

Onmogelijke berg werk

Wat de tropenartsen ook opviel, is hoe belangrijk en zichtbaar de ondersteunende diensten opeens werden. Maartje: ‘Ik kreeg tranen in m’n ogen toen ik hoorde vertellen over hoe de schoonmaak zich inspande om een haast onmogelijke hoeveelheid werk toch verzet te krijgen. Opeens realiseer je je hoe belangrijk hun werk is.’ Jetske: ‘Schoonmaak, maar ook ict’ers, technici en ga zo maar door. De saamhorigheid was groot, veel mensen wilden wat extra doen. Een vreemde maar ook mooie tijd als je het op die manier bekijkt.’ 

Opschuivende ziekten

Als er een tweede golf zou komen, mag het JBZ dan weer bellen? Maartje: ‘Ik heb een baan als forensisch arts in Amsterdam, het zal niet zomaar kunnen. Maar anders zou ik het zo weer doen.’ Jetske: ‘Er zijn veel plekken op de wereld waar medische hulp nodig is. De kans is groot dat ik niet in Nederland ben. Maar dat tropenartsen heel bruikbaar zijn, ook in de setting van een rijk land met een goed zorgsysteem, daarvan ben ik overtuigd. Dankzij de tropenopleiding brengen we een aantal andere, extra vaardigheden mee. Plus extra kennis over bepaalde ziekten. Denk aan malaria, dat oprukt naar Zuid-Italië. Onder meer door klimaatverandering schuiven ziekten op. Om ze te herkennen, helpt het als je ze al eens gezien hebt. Zo bezien, komt er misschien een tijd waarin het gewoon is om binnen Nederland een tropenarts in te zetten.’ << 

 

‘Gelukkig hebben wij tropenartsen’

‘Hoe behandel je nou een epidemie? Dat weten wij niet, maar gelukkig hebben wij tropenartsen en die weten dat wel’, zei Piet-Hein Buiting toen hij eind maart aan tafel zat bij het tv-programma Op1. De voorzitter van de Raad van Bestuur van het JBZ kijkt tevreden terug op de inzet van tropenartsen in enkele Brabantse ziekenhuizen: ‘Als ziekenhuis kregen we van vele kanten steun, dat was geweldig. De hulp van de tropenartsen was nuttig, verbindend en inspirerend, hoor ik ook terug vanuit de organisatie. Denk aan hun praktische insteek, hun coachingsvaardigheden maar ook hun inbreng als het over medisch-ethische kwesties gaat. Door meningen en ervaringen uit te wisselen, konden onze artsen en de ‘tropenartsen’ elkaar helpen en versterken.‘ 
Als er een tweede besmettingsgolf komt, keren de tropenartsen dan terug? ‘Dat hangt van de omstandigheden af’, geeft Buiting aan. ‘Er zijn lessen geleerd, een tweede golf zal ons en ook de rest van Nederland waarschijnlijk minder verrassen dan de eerste. Maar als we taken zien voor ‘onze’ tropenartsen, zodat ze zich weer met al hun kennis, kunde en menselijke warmte kunnen inzetten, dan zullen we niet aarzelen ze opnieuw te vragen.’

 

3 juli: tropenarts Jetske live in pandemie-debat

Vrijdagavond 3 juli a.s. organiseert De Balie in Amsterdam het debat ‘Hoe stop je een pandemie?’ Ook tropenarts en medisch teamleider van Artsen Zonder Grenzen Jetske Duncker doet mee. Zij heeft werkervaring in o.a. Zuid-Sudan, Syrië, Irak, Democratische Republiek Congo en… het JBZ. Jetske vertelt onder meer over haar ervaringen in het JBZ en welke kennis in ons ziekenhuis kon inzetten. 
Aan tafel zitten ook Nelke Manders, directeur van Artsen zonder Grenzen en Lilian Ploumen, lid Tweede Kamer en oud-minister Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking in kabinet-Rutte II. Ook een verpleegkundig hoofd van een IC en een anesthesioloog-intensivist geven hun visie. 
Interesse? Het debat is vanaf 20.00 uur als livestream  te volgen via:   

Laatste revisie: 6 augustus 2020 - 09:16