Hoe verloopt een bevalling?

De meeste vrouwen bevallen tussen de 37ste en de 42ste week van de zwangerschap.

Dat is drie weken voor en twee weken na de uitgerekende datum. Een bevalling begint meestal met weeën, maar het kan ook zijn dat eerst de vliezen breken. In de meeste gevallen breken de vliezen echter pas als de weeën al begonnen zijn. 

Fasen tijdens een bevalling

Een bevalling bestaat uit drie verschillende fasen: de ontsluitingsfase, de uitdrijvingsfase en de periode na de geboorte. Tijdens de ontsluitingsfase zorgen weeën ervoor dat de baarmoedermond en het onderste gedeelte van de baarmoeder worden opgerekt. Hierdoor gaat de baarmoedermond open en kan het hoofdje van de baby indalen. Weeën beginnen meestal rustig en worden steeds krachtiger. 

Als u 10 centimeter ontsluiting heeft, is de baarmoedermond volledig geopend. Dan begint de uitdrijvingsfase. Als de gynaecoloog of verloskundige dit aangeeft, mag u actief meepersen tijdens de persweeën. Het hoofdje van de baby daalt op die manier steeds dieper in. Na de geboorte wordt de baby op uw buik gelegd en mag uw partner de navelstreng doorknippen. Ook wordt dan de moederkoek (placenta) geboren. We geven u een injectie waardoor de moederkoek sneller loslaat. 

Meer informatie

Meer informatie over wat er gebeurt tijdens een bevalling en hoe u zich zo goed mogelijk kunt voorbereiden hierop leest u in de folder van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) 'Jouw bevalling, hoe bereid je je voor'

Laatste revisie: 21 december 2021 - 16:09