U mag geen make- up en gezichtscrème aanbrengen. 

Trek gemakkelijke kleding aan en laat sieraden zoveel mogelijk thuis.

U neemt plaats op de onderzoekstafel. Het aangedane oog wordt verdoofd door middel van oogdruppels. De radioloog gebruikt een van de twee ingangen van de traanwegen om een katheter (dun slangetje) een klein stukje op te schuiven in de traanwegen. Hierna wordt een contrastmiddel door het slangetje in de traanwegen gespoten, vermengd met een verdovingsvloeistof. Op deze manier worden de traanwegen afgebeeld. Het is belangrijk dat u tijdens het maken van de opnames stil blijft liggen.

Na het maken van de opnames worden deze beoordeeld door de radioloog. Als uw oogarts wil dat een eventuele vernauwing behandeld wordt door de radioloog, dan is het mogelijk dat de behandeling aansluitend plaatsvindt.

De behandeling begint met het verdoven van de binnenkant van de neus met een spray. Vervolgens wordt een dunne draad via de ingang van de traanweg door het traankanaal naar de uitgang van uw neus gestuurd. Als deze draad voldoende ver uit uw neus steekt, wordt er een katheter overheen geschoven tot in de traanwegen. Aan de punt van de katheter zit een klein ballonnetje, dat in de vernauwing van de traanwegen wordt geschoven en daar wordt opgeblazen. Dit oprekken van de vernauwing heet ‘dotteren’.

Als de vernauwing gedotterd is, worden voerdraad en ballonkatheter verwijderd. Soms is het nodig een stent (dun plastic slangetje) in de traanweg te plaatsen. Deze wordt na een aantal weken verwijderd. Uw traanweg wordt doorgespoten met een zoutoplossing. Als laatste wordt een medicijn in de traanweg gespoten. U mag het eerste kwartier niet snuiten of opsnuiven.

U krijgt een recept mee, waarmee u bij uw eigen apotheek oogdruppels (ontstekingsremmers) kunt halen. U kunt na het onderzoek en/of behandeling zelf naar huis rijden.

Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.

De behandeling duurt 1 uur.