Clonazepam (Rivotril®)kunt u zelf geven aan uw naaste, in de vorm van clonazepam druppels. U wrijft deze druppels in het wangslijmvlies.

Uw arts bespreekt met u wanneer u het medicijn toegediend mag krijgen, dus hoeveel minuten na het begin van de aanval. U kunt hier opschrijven wat u daarover heeft afgesproken:

Uw arts heeft een bepaalde dosering voorgeschreven:

Clonazepam werkt het snelst als de werkzame stof door het wangslijmvlies wordt opgenomen en dan in de bloedbaan terechtkomt. Het is dus niet de bedoeling dat uw naaste de druppels inslikt. Druppel de clonazepam nooit rechtstreeks vanuit het flesje in de mond, omdat u dan niet zeker bent van het aantal druppels dat u toedient.

Toedienen met een theelepeltje

1. Leg uw naaste op zijn/haar zij. Houd de ademweg van de patiënt vrij en zorg dat speeksel uit de mond kan weglopen.
2. Druppel op een theelepeltje het aantal druppels dat is voorgeschreven.
3. Stop het lepeltje in de mond, aan de zijkant tussen de wang en het gebit. Doe dit bij de bovenste wang. Houd de holle kant van het lepeltje naar boven zodat de vloeistof er niet meteen afloopt.
4. Zorg dat de wangzak (de ruimte tussen de wang en het gebit) contact maakt met de vloeistof op het lepeltje. Wrijf zachtjes over de buitenkant van de wang om zo de vloeistof in te masseren.
5. Onthoud het tijdstip waarop u de clonazepam heeft gegeven.

Toedienen met een spuitje

1. U kunt de clonazepam in een bakje (bijvoorbeeld eierdopje) druppelen en met een heel dun spuitje (zonder naald!) opzuigen.
2. Spuit daarna de vloeistof in de wangzak (de ruimte tussen het gebit en de wang). Doe dit bij de onderste wang. Hierna masseert u zachtjes de wang zodat de vloeistof goed opgenomen wordt.

De vloeistof wordt via het wangslijmvlies opgenomen in het bloed. Bijna altijd stopt de aanval dan na enkele minuten. Spreek af met uw arts wat u moet doen als de aanval niet zou stoppen, ondanks de clonazepam. Bijvoorbeeld nog een aantal druppels toedienen en/of een ambulance bellen.

Is een aanval anders verlopen, of duurde die langer dan u gewend bent? Neemt u dan op een ander moment contact op met uw behandelend arts. U kunt dan met uw arts bespreken hoe u het beste kunt handelen bij een mogelijke volgende aanval.

Als u nog vragen heeft, stel ze dan gerust aan uw arts. U kunt bellen naar de polikliniek Neurologie, telefoon (073) 553 23 25.