Behandeling

Pacemaker, belangrijke informatie na ontslag

Deze informatie is bedoeld om u te helpen in de periode die volgt na ontslag uit het ziekenhuis. Meestal neemt de huisarts de medische zorg weer over, naast de polikliniekcontrole bij de cardioloog en de pacemakertechnicus.

Naast deze informatie kunt u de folders doorlezen die tijdens de opname zijn uitgereikt, of folders van de Hartstichting.

Hier vindt u alle belangrijke informatie

Code CAR-808
Laatste revisie: 6 december 2024 - 15:40
Hier vindt u alle belangrijke informatie

Pacemaker, belangrijke informatie na ontslag

Het is belangrijk dat u zich de komende periode aan een aantal leefregels houdt. Dit houdt in dat u moet letten op de volgende zaken:

  • Neem uw medicijnen in volgens voorschrift van de arts.
  • Vertel bij iedere nieuwe arts die u bezoekt dat u een pacemaker heeft, zodat er bij een eventuele behandeling rekening mee gehouden kan worden.
  • Als u een MRI-scan krijgt of bij de fysiotherapie wordt behandeld met Ultra Korte Golf-apparatuur, vertel dan dat u een pacemaker heeft.
  • Uw mobiele telefoon moet minstens 15 cm van de pacemaker verwijderd blijven. Stop uw telefoon niet in het borstzakje aan de kant waar de pacemaker zit. Houd de telefoon aan het oor aan de kant waar de pacemaker niet zit.

Pacemakercontrole

  • Tijdens de 1e pacemakercontrole ontvangt u van de pacemakertechnicus een pacemakerpas. Zorg dat u deze altijd bij u draagt. Bij noodsituaties kunt u deze aan de hulpverlener geven.
  • De 1e werkdag na implantatie wordt de pacemaker doorgemeten en zo nodig bijgesteld.
  • De 2e pacemakercontrole is 10 tot 14 dagen na de implantatie. Tijdens deze controle bekijkt de pacemakertechnicus de wond, verwijdert eventuele hechtingen, meet de pacemaker door en stelt deze zo nodig bij.

Genezen van de wond

  • U kunt nog enige tijd de wond voelen trekken, vooral als u een strekkende beweging maakt met borstkas, schouders en armen.
  • Vermijd de eerste 6 weken na de implantatie hoogreikende en plotselinge bewegingen met de schouder of de arm aan de kant waar de pacemaker geïmplanteerd is. Houd de elleboog niet boven het schouderniveau en til geen zware dingen. Zo kunnen de elektroden goed vastgroeien in de hartwand. Uw arm moet wel in beweging blijven om te voorkomen dat de schouder gaat 'vastzitten'.
  • Om de wond rust te geven, mag u de 1e week geen auto rijden. Daarna is auto rijden met een pacemaker toegestaan. Kijk op de website van het CBR voor de actuele regelgeving rondom pacemaker en rijbewijs.

De wond kan worden gesloten met zichtbare hechtingen (agraves). De pacemakertechnicus verwijdert deze tijdens de 2 pacemakercontrole. Het kan ook zijn dat de wond onderhuids wordt gehecht met oplosbare hechtingen.

  • Houd de wond 5 dagen droog.
  • Geef de plaats van de wond rust.
  • Houd de wond 48 uur bedekt (pleister of verband). Lekt de wond niet meer en is deze goed gesloten? Dan mag de wond daarna drogen aan de lucht.
  • Zit er na 48 uur nog een pleister op de wond, dan moet u deze elke dag verwisselen.

Heeft u vóór uw 2e controleafspraak bij de pacemakertechnicus (na 10 tot 14 dagen) problemen die te maken hebben met de ingreep? Dan belt u het ziekenhuis.

Voorbeelden van klachten kunnen zijn:

  • duizeligheid en/of wegraken (flauw vallen);
  • benauwdheid/ kortademigheid/ nieuwe pijn op de borst;
  • dikke voeten;
  • voortdurende hik;
  • trekkingen van de arm/schouder/borstspier aan de kant waar de pacemaker is geïmplanteerd;
  • ontstekingsverschijnselen rondom de wond zoals roodheid, pus, zwelling of aanhoudende/terugkerende pijn;
  • temperatuurverhoging/koorts boven 38,5 graden.

Heeft u in de eerste 10 dagen na ontslag problemen die te maken hebben met de operatie, dan belt u tijdens kantoortijd naar de polikliniek Cardiologie, telefoonnummer (073) 553 60 40 en buiten kantoortijden naar de afdeling Hartbewaking, telefoonnummer (073) 553 25 00.

Bij vragen of problemen ná 10 dagen belt u uw huisarts.

In een acute situatie neemt u contact op met 112.

Als u bij de apotheek de recepten inlevert, kunt u daar een Actueel Medicatie Overzicht (AMO) vragen. Controleer samen met de apothekersassistent of de gegevens op het overzicht kloppen. Zorg dat het overzicht actueel blijft, geef wijzigingen door aan uw huisarts of apotheek.

Als u een geprinte versie van deze informatie gebruikt, kunt u hier uw gemaakte afspraken opschrijven of welke hulp er is ingeschakeld:

 

 

 

 

 

 

 

Als u een geprinte versie van deze informatie gebruikt, kunt u hier uw dieetvoorschrift opschrijven: