Oefening 1
Zittend op een stoel de ogen bewegen, hierbij het hoofd stil houden.
- Beweeg uw ogen van boven naar beneden.
- Strek uw arm met opgestoken wijsvinger voor u uit (armlengte afstand) en beweeg uw arm van links naar rechts, waarbij u met uw ogen uw wijsvinger volgt.
- Richt uw ogen op uw vinger, die naar u toe en van u af beweegt, van ongeveer 1 meter (gestrekte arm) naar ongeveer 30 cm. (gebogen arm).
Oefening 2
Zittend op een stoel het hoofd bewegen, de ogen geopend.
- Buig uw hoofd voorover en achterover.
- Draai uw hoofd van rechts naar links en terug.
Oefening 3
Zittend op een stoel het hoofd bewegen, ogen dicht.
- Buig uw hoofd voorover en achterover.
- Draai uw hoofd van rechts naar links en terug.
Oefening 4
Staand, bewegen van de romp, ogen open. Volg met uw ogen en hoofd het voorwerp.
- Buig voorover om een voorwerp van de grond te pakken en kom daarna weer rechtop staan.
- Buig voorover om een voorwerp van de grond te pakken, draai naar links en leg het voorwerp achter u (op een stoel of tafeltje). Laat het voorwerp liggen, draai naar rechts, pak het voorwerp weer op en leg het weer voor u neer (op de grond).
- Beweeg uw hoofd en schouders zijwaarts van rechts naar links en terug.
- Steek, met een voorwerp in de hand, afwisselend uw linker- en uw rechterhand omhoog; volg hierbij uw hand met uw hoofd en ogen.
- Pak een voorwerp van de grond en steek het hoog de lucht in, afwisselend met links en rechts; volg hierbij uw hand met uw hoofd en ogen.
- Ga van zitten naar staan, draai een rondje naar links en ga zitten, ga dan weer staan en draai een rondje de andere kant op, waarna u weer gaat zitten.
- Draai uw bovenlichaam van rechts naar links en terug.
Oefening 5
Staand, bewegen van de romp, ogen dicht.
- Buig voorover, tik de grond aan en kom weer overeind.
- Buig voorover en tik de grond aan, kom weer overeind, draai naar links en tik de stoel achter u aan, draai naar rechts en tik de stoel aan en kom weer recht staan.
- Beweeg uw hoofd en schouders zijwaarts van rechts naar links en terug.
- Tik de grond aan en maak u daarna zo lang mogelijk met de armen de lucht in, afwisselend links en rechts; volg hierbij in gedachten met uw hoofd en ogen uw handen.
- Ga van zitten naar staan, draai een rondje naar links en ga zitten, ga dan weer staan en draai een rondje de andere kant op, waarna u weer gaat zitten.
- Draai uw bovenlichaam van rechts naar links en terug.
Oefening 6
Ruglig (zo mogelijk zonder hoofdkussen), ogen open.
- Rol uw hoofd van rechts naar links en terug.
- Rol uw hele lichaam van rechts naar links en terug.
- Ga recht overeind zitten (recht voorwaarts).
- Rol op uw zij, kom op de rand van het bed zitten, ga dan op uw andere zij liggen en draai terug op uw rug.
Oefening 7
Ruglig (zo mogelijk zonder hoofdkussen), ogen dicht.
- Rol uw hoofd van rechts naar links en terug.
- Rol uw hele lichaam van rechts naar links en terug.
- Ga recht overeind zitten (recht voorwaarts).
- Draai op uw zij, kom op de rand van het bed zitten, ga dan op uw andere zij liggen en draai terug op uw rug.