Headerafbeelding
Vaas op tafel in wachtkamer met zicht op binnentuin
Behandeling

Chemotherapie en colostoma

Het kan zijn dat chemotherapie invloed heeft op de werking van de darmen, de colostoma en de verzorging hiervan.

Mogelijke bijwerkingen kunnen per persoon en soort chemotherapie verschillen. In deze informatie leest u meer over de meest voorkomende bijwerkingen bij een colostoma.

Bijwerkingen

Praktische tips

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Betrokken afdelingen

Code ONC-258
Laatste revisie: 6 december 2024 - 13:49
Bijwerkingen

Chemotherapie en colostoma

  • Afhankelijk van de soort chemokuur die u krijgt, kunt u diarree krijgen. Houd er dan rekening mee dat u veel vocht verliest.
  • Probeer dit vocht zoveel mogelijk aan te vullen door veel te drinken. Drink minimaal 2 liter per 24 uur.
  • Als u minder moet plassen (afnemen urineproductie), donkere urine heeft en snel gewicht verliest, dan kan dat wijzen op een vochttekort.
  • Heeft u langer dan 24 uur diarree? Neem dan contact op met uw behandelend arts of verpleegkundig specialist.

Gebruikt u bij de stomaverzorging gesloten zakjes? Dan kunt u het beste overstappen op zakjes die u aan de onderzijde kunt openen en boven het toilet kunt legen. We raden aan om voor het starten van de kuur al een aantal van deze zakjes in huis te hebben.

Als u uw stomazakje leegt, probeer dan te voorkomen dat u spettert. In ontlasting kunnen resten van chemotherapie voorkomen. Gebruik desnoods een kannetje om spetteren te voorkomen.

(Bij gebruik irinotecan kuur zie specifieke kuurinformatie.)

Chemotherapie en aanvullende medicijnen (tegen de misselijkheid) kunnen verstopping van de darmen geven. Het kan dan voorkomen dat u enkele dagen geen ontlasting in het zakje heeft.

Heeft u na 3 dagen geen ontlasting of heeft u een opgeblazen misselijk gevoel? Neem dan contact op met uw behandelend arts of verpleegkundig specialist. Zij kunnen dan eventueel een laxeermiddel voorschrijven.

  • Het slijmvlies van uw stoma kan door de chemotherapie opzwellen. Het kan dan nodig zijn om het stomamateriaal enkele millimeters groter te knippen.
  • Door de chemotherapie kan uw stoma sneller gaan bloeden. Wees voorzichtig met het verwijderen van het materiaal en schoonmaken van de stoma. Doe dit het liefst deppend. In het geval van een kleine bloeding kunt u dit stoppen door gaasjes met koud kraanwater over de stoma te leggen.
  • Ook kunnen er kleine zweertjes (zoals aften in de mond) ontstaan op het slijmvlies van de stoma. Dit verdwijnt vanzelf weer.
  • De huid rondom uw stoma kan gevoeliger worden door de chemotherapie. Ook kan uw huid droger worden. Hierdoor kan het gebeuren dat het materiaal minder goed blijft plakken op uw huid.
  • Als uw gewicht zwaarder wordt of u verliest gewicht, dan kan het voorkomen dat het materiaal niet meer goed past. Dit kan problemen geven bij de verzorging. Heeft u problemen met de verzorging van de stoma, neem dan contact op met de stomaverpleegkundige.
  • De huid rondom uw stoma kan verkleuren, deze kan er bleek of blauw uitzien. Dit is niet verontrustend. Als de huid rondom de stoma beschadigd raakt of er ontstaan kleine wondjes dan genezen deze minder snel door de chemotherapie. Als uw huid geïrriteerd raakt of er ontstaan wondjes, wacht dan niet te lang met contact opnemen met de stomaverpleegkundige.

In de ontlasting kunnen resten cytostatica voorkomen. Hoe lang uw ontlasting ‘besmet’ blijft, hangt af van de soort chemokuur.

  • Krijgt u hulp bij de stomaverzorging, meld dan altijd dat u chemotherapie heeft gehad.
  • Draag tijdens de verzorging van de stoma altijd handschoenen en probeer spatten zoveel mogelijk te voorkomen.
  • Het afvalmateriaal mag tijdens de chemotherapie bij het huishoudelijk materiaal weggegooid worden. Wel het afval dubbel verpakken in een afvalzakje.