Headerafbeelding
De operatiekamer van het ziekenhuis
Behandeling

Bypass operatie bij vernauwing van de beenslagaders

Een bypassoperatie is een chirurgische ingreep voor de behandeling van vernauwde slagaders.

Bypass betekent letterlijk ‘omleiding’ of ‘overbrugging’. Bij deze operatie maakt de vaatchirurg een omleiding langs de afgesloten slagader. Hierdoor kan het bloed om de afgesloten plek heen stromen.

Lees meer

Wel of niet opereren?

Door een vernauwing in een beenslagader kunnen verschijnselen optreden van etalagebenen (claudicatio intermittens). Deze klachten ontstaan vaak pas als het bloedvat voor meer dan de helft vernauwd is. De bloedstroom neemt dan flink af. Ook de lengte van het vernauwde deel is belangrijk. En het komt vaak voor dat er in een bloedvat(traject) meerdere vernauwingen na elkaar zijn. Een bekend voorbeeld is de combinatie van een vernauwing in een bekkenslagader met daaronder een vernauwing in de bovenbeenslagader van hetzelfde been.

Een operatie kan nodig zijn als de klachten zo ernstig zijn dat er sprake is van ‘kritieke ischaemie’. Dit is het geval als u vooral ‘s nachts pijn heeft of als uw wonden heeft die niet willen genezen. Soms worden deze afwijkingen verholpen met een dotterbehandeling. Helaas is een dotterbehandeling niet voor iedereen mogelijk of de beste behandeling. Dan heeft een operatie de voorkeur.

Opereren geeft meer risico's dan dotteren. Om de risico’s zo veel mogelijk te beperken wordt u enige tijd voor de operatie onderzocht op de afdeling Preoperatieve Screening (POS). Het kan nodig zijn dat u ook nog onderzocht wordt door een internist, cardioloog en/of longarts. Om de operatie te ondergaan moet u in goede conditie zijn.

Om een beslissing te kunnen nemen over wel/niet opereren is het erg belangrijk dat alle vaatafwijkingen duidelijk in kaart worden gebracht. Dit wordt gedaan met een doppler- en/of duplex-onderzoek en een CT-scan of MRA-onderzoek van de bloedvaten.

Hoe verloopt de behandeling?

Hier vindt u alle belangrijke informatie over uw behandeling

Praktische tips

Wat neemt u mee bij een (dag)opname?

Als u voor een (dag)opname naar het ziekenhuis komt, neem dan uw geldig identiteitsbewijs mee. En ook de medicijnen die u thuis gebruikt. Lees goed de folder 'Voorbereiding op een (dag)opname'. Hierin staat een lijstje van zaken die u moet meenemen bij een (dag)opname. 

Bekijk uw zorgverzekering

Controleer zelf vóór een afspraak in het JBZ of uw zorg wordt vergoed:

  • Bekijk hier met welke zorgverzekeraars het JBZ een contract heeft.
  • Het hangt ook af van uw polis of uw zorgverzekeraar alle zorg volledig vergoedt.
  • Onze zorg valt voor volwassenen onder het wettelijk eigen risico. Dit betekent dat u ieder jaar eerst een bedrag zelf moet betalen, voordat uw zorgverzekeraar kosten gaat vergoeden. 

Opleidingsziekenhuis

In het JBZ leiden we verpleegkundigen, coassis­tenten, artsen en andere zorgverleners op. Dit betekent dat bij uw afspraak soms meerdere zorgverleners aanwezig zijn. En het kan zijn dat u onderzocht of behan­deld wordt door een zorgverlener in opleiding. Deze zorgverlener werkt altijd onder supervisie van een gekwali­ficeerde zorgverlener.

MijnJBZ

Via MijnJBZ kunt u zelf een deel van uw persoonlijke en medische gegevens inzien die in het JBZ over u bekend zijn. Zie ook: Wat kan ik in MijnJBZ zien? 

Gegevens delen

Wilt u dat zorgverleners buiten het Jeroen Bosch Ziekenhuis uw medische gegevens kunnen inzien? Dan moet u het JBZ toestemming geven om uw gegevens beschikbaar te stellen.

Code CHI-139
Laatste revisie: 11 december 2024 - 16:36
Hoe verloopt de behandeling?

Bypass operatie bij vernauwing van de beenslagaders

Informatiefolders voorbereiding dagopname en operatie

Het is belangrijk dat u zich goed voorbereid op deze operatie. Lees daarom ook de informatie: 'Anesthesie en voorbereiding op een operatie of onderzoek' goed door. 

U wordt voor deze operatie meestal opgenomen op de afdeling Dagbehandeling. Lees hierover de informatie: Voorbereiding op een (dag)opname in het ziekenhuis

Wat gebeurt er tijden de behandeling?

De operatie kan plaatsvinden onder algehele anesthesie (narcose) of met een ruggenprik. Bij de ruggenprik wordt alleen het onderste gedeelte van het lichaam gevoelloos gemaakt. Tijdens de operatie wordt de bovenste aansluiting van de bypass op de liesslagader gemaakt ter hoogte van de lies. Voor de onderste aansluiting wordt een plaats gezocht in het bloedvat voorbij de afsluiting. Dit kan boven de knie of onder de knie zijn.

Er zijn verschillende soorten bypasses:

  • Een bypass waarvoor een eigen ader van de patiënt wordt gebruikt. Dit heeft de voorkeur. U heeft genoeg aders in uw been die de functie van de verwijderde ader overnemen, zodat deze probleemloos gemist kan worden.
  • Een bypass van kunststof; als de eigen ader niet gebruikt kan worden.

Wat zijn de risico's?

Bij iedere ingreep is er kans op complicaties. Zo zijn ook bij deze operaties de normale risico’s op complicaties van een operatie aanwezig, zoals wondinfectie en bloeding. Minder vaak komen trombose en longembolie, longontsteking of blaasontsteking voor. In het operatiegebied kan een veranderd gevoel optreden. Ook een hartinfarct kan als complicatie optreden.

Er zijn ook complicaties die specifiek voorkomen bij operaties aan een slagader, zoals een nabloeding of een afsluiting van de vaatprothese of de gebruikte ader (trombose). Als een van deze complicaties optreedt, moet soms opnieuw geopereerd worden. Het komt voor dat het been uiteindelijk niet te redden is en amputatie van het been nodig is. Of u besluit in overleg met uw arts het natuurlijke beloop af te wachten, waarbij u vroeger of later een bloedvergiftiging krijgt vanuit het been, waar u aan zult komen te overlijden. De kans op deze complicaties hangt onder andere af van uw leeftijd en gezondheidstoestand.

Wat gebeurt er na de behandeling?

Op de uitslaapkamer en terug op de verpleegafdeling worden regelmatig een aantal controles gedaan. Er wordt gekeken naar:

  • het kloppen van de slagaders op de voet;
  • lekkage van de wond;
  • uw bloeddruk, hartslag en temperatuur.

Het is belangrijk dat u na de operatie zo snel mogelijk weer gaat lopen.

Adviezen en leefregels voor thuis

Na de operatie blijft u medicijnen gebruiken om het bloed dunner te houden. Het herstel kan langer duren dan u denkt. Een gezonde levenswijze is heel belangrijk, dus: absoluut niet roken, veel lichaamsbeweging, geen overgewicht. Suikerziekte, een te hoge bloeddruk of een te hoog cholesterolgehalte moeten goed onder controle zijn.

Controle

U komt regelmatig terug naar het ziekenhuis voor controle. Op het Vaatlaboratorium wordt onderzocht of de bypass goed werkt. Eventuele nieuwe vernauwingen in de bypass kunnen dan vroeg opgespoord en snel behandeld worden. Of de bypass op de lange termijn doorgankelijk blijft, hangt af van de lengte (hoe korter, hoe beter), de diameter, de kwaliteit van de gebruikte ader en van de kwaliteit van uw slagaderen.

Wat doet u bij problemen thuis ?

Krijgt u vóór uw controleafspraak meer pijn of blijft u pijn houden? Of zijn er andere problemen die te maken hebben met de operatie? Dan belt u het ziekenhuis. Tijdens kantoortijden belt u naar de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer: (073) 553 60 05. In dringende gevallen buiten kantoortijden belt u verpleegafdeling Chirurgie, telefoonnummer (073) 553 20 23.

Bij vragen of problemen ná uw eerste controleafspraak belt u uw huisarts.

Heeft u geen controleafspraak in het ziekenhuis? Dan belt u met het ziekenhuis bij problemen in de eerste 10 dagen na de operatie. Ná 10 dagen belt u met uw huisarts.

Registratie van uw implantaat

Het JBZ registreert de gegevens van een ingebracht implantaat in uw dossier. U kunt deze gegevens zien in uw MijnJBZ onder het kopje ‘Dossier’ en vervolgens ‘Implantaten’. De informatie over uw implantaat staat ook in uw ontslagbrief. Staat een implantaat niet in uw MijnJBZ? Neem dan contact op met de polikliniek waar u onder behandeling bent.

Het JBZ levert de informatie over ingebrachte implantaten aan bij het Landelijke Implantaten Register (LIR). Dit is wettelijk verplicht. In het register staan alleen gegevens over het implantaat en niet uw patiëntgegevens. Mocht er een probleem optreden met een bepaald implantaat, dan neemt het LIR contact op met de zorgverleners die de implantaatgegevens hebben aangeleverd, zodat zij hun patiënten kunnen informeren.

Heeft u nog vragen?

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u bellen naar de polikliniek Chirurgie, telefoonnummer: (073) 553 60 05.