Overstimulatie

Door het vocht in de buikholte, kunt u de volgende klachten hebben:

• Opgezette pijnlijke buik of een opgeblazen gevoel
• Groter worden van de buikomvang
• Het gewicht stijgt met meer dan 1 kg per dag
• Misselijkheid en/of braken
• Kortademigheid
• Duizeligheid
• Minder plassen/donkere urine

Heeft u  één van deze klachten? Bel dan meteen naar het Centrum Voortplantingsgeneeskunde. Bel met deze klachten niet naar uw huisarts of huisartsenpost. Zij zijn niet altijd op de hoogte van mogelijke complicaties bij een behandeling. Afhankelijk van de klachten, kan het zijn dat u naar het ziekenhuis moet komen. Met een echo en/of bloedonderzoek onderzoeken we verder uw klachten.

Na de controle op de polikliniek, krijgt u een aantal leefregels mee naar huis. Wanneer u deze regels goed opvolgt, is dat meestal voldoende om de klachten te verminderen.

Waar let u op?

• Drink minimaal 2 tot 3 liter vocht per dag. Doordat vocht uit de bloedbaan in de buik lekt, wordt het bloed stroperig. Door veel te drinken, kunt u dit voorkomen.
• Controleer elke dag op een vast  tijdstip uw gewicht en buikomvang. Gewichtstoename zegt iets over de ernst en het verloop van de overstimulatie.
• Neem voldoende rust en ga niet sporten. Doordat de eierstokken vergroot zijn, kunnen ze bij beweging pijn veroorzaken en beschadigd raken. Door rust te nemen verminderen de pijnklachten.
• Blijf in beweging. Als het bloed stroperig wordt, is er een verhoogde kans op stolling van het bloed. Dit noemen we trombose. Door regelmatig te bewegen (rustig lopen) of door regelmatig de kuitspieren aan te spannen, verkleint u de kans op trombose.

Wanneer u de leefregels goed opvolgt, geeft dat meestal voldoende verbetering van de klachten. Soms is een opname in het Jeroen Bosch Ziekenhuis nodig.

Wat gebeurt er tijdens een opname?

• U krijgt een infuus met extra vocht.
• Mogelijk krijgt u dagelijks een spuit om stolling van het bloed te voorkomen.
• We nemen bloed af om de bloedwaarden te controleren.
• Iedere dag wordt u gewogen en meten we de buikomvang. Houd goed bij wat u drinkt. De verpleegkundige houdt bij hoeveel u plast.
• Het is belangrijk dat u rust neemt. U mag wel uit bed.
• Met de echo’s controleren we de eierstokken.
• Heel soms nemen we met een dunne slang (drain) het vocht uit de buikholte.

Overstimulatie heeft geen invloed op de kans op zwangerschap.  Als de overstimulatie laat optreedt (na de embryo terugplaatsing) kan dit wijzen op een zwangerschap. Dit komt doordat het lichaam HCG aanmaakt als u zwanger bent. HCG is een zwangerschapshormoon en kan de klachten van overstimulatie veroorzaken. Tijdens een zwangerschap kunnen de klachten van de overstimulatie daardoor erger worden. Dit kan ongeveer ongeveer 3 tot 5 weken duren.

We proberen het overstimulatiesyndroom tegen te gaan door een zo laag mogelijke hoeveelheid hormonen te geven en regelmatig controles te doen.

Tellen we vóór de eicelpunctie 20 of meer eiblaasjes? Dan zijn er meestal nog niet heel veel klachten. Dan spreken we van een dreigende overstimulatie. Is het risico van een overstimulatie te groot? Dan kan IVF-arts de behandeling beëindigen. Het IVF-traject begint dan opnieuw met een lagere hoeveelheid hormonen.

Soms heeft u de punctie al gehad en is er een verhoogd risico op overstimulatie vanwege het aantal gevonden eicellen. Dan spreken we over meer dan 15 eicellen. U krijgt dan de leefregels mee en we controleren regelmatig uw bloed.

Het is mogelijk dat de arts besluit om geen embryo’s terug te plaatsen omdat bij een eventuele zwangerschap de klachten en risico’s groter worden. Door ervaring en verbeterde kennis komt de ernstige vorm van overstimulatie veel minder voor. Hoe een overstimulatie precies verloopt is bij iedere vrouw anders.

Herkent u de klachten, die eerder besproken zijn? Dan belt u tijdens kantoortijden naar het Centrum Voortplantingsgeneeskunde (073) 553 86 60.

In dringende gevallen buiten kantoortijden belt u de Spoedafdeling Gynaecologie & Verloskunde, telefoonnummer: (073) 553 20 20.