Handproblemen, adviezen en hulpmiddelen

In deze lijst kunt u vinden hoe u alledaagse activiteiten op een andere manier of met een hulpmiddel beter kunt uitvoeren. Hierdoor heeft u mogelijk minder pijnklachten en het is beter voor uw gewrichten.

Zelfverzorging

Wassen

Kraan openen

  • hendelmengkraan;
  • hulpstuk voor de kraan.

Rug wassen

  • rugborstel of badspons met een verlengd handvat;
  • lange rugwashand met linten.

Zeep, shampoo, lotion, huidcrème:

  • pompflesje gebruiken, met de volle hand erop duwen.
  • rug insmeren met een verlengde washand aan linten.

Afdrogen

Na bad of douche

  • hang uw handdoek aan een haakje en werk met 1 hand;
  • handdoek over een stoel hangen en er met uw rug tegenaan ‘schuren’;
  • badjas van badstof aantrekken;
  • handdoek over uw schouder leggen en schuin (diagonaal) over uw rug naar beneden trekken.

Naar het toilet gaan

Afvegen

  • afveger met verlengd handvat;
  • spoel-föhntoilet.

Haren, tanden en nagels verzorgen

Haren kammen/föhnen

  • haarborstel/kam met een verlengd handvat of gehoekte steel;
  • haarborstel/kam met een verdikt handvat;
  • föhn bevestigen aan de muur, bijvoorbeeld met zuignaphulp of ophanghaak.

Tanden poetsen

  • elektrische tandenborstel;
  • tandenborstel met verdikt handvat;
  • gebitsprothese reinigen door zuignapborstel in de wasbak te plaatsen.

Tube openen en tandpasta eruit halen

  • antislipdopje of stukje antislip doen om de dop;
  • tubeknijper (haalt alles uit tube bij naar voren trekken).

Nagels knippen

  • grote nagelknipper op blok, verdik de greepjes met bijvoorbeeld tape voor een betere grip;
  • fijn schuurpapier op een blokje plakken;
  • bezoek aan pedicure voor teennagels.

Aankleden

Schoenen aan- en uittrekken

  • lange schoenlepel;
  • laarzenknecht.

Sokken/steunkousen aantrekken

  • sok aantrekker;
  • aantrekhulp steunkousen.

Veters strikken

  • elastische veters;
  • veters met een stoppertje: run laces of quick laces;
  • krulveters;
  • klittenband;
  • instapschoenen;
  • strikmethode met 1 hand.

Ritssluitingen

  • ritsring, ring voor ritssluiting.

Knopen overhemd/blouse

  • knopenhaakje;
  • knoopje op knoopsgat vastzetten, onder het knoopje klittenband.

Knoop broek

  • stuk knopenelastiek door knoopsgat halen;
  • knoop vervangen door een lus door D-ring trekken.

Medicijnen

  • tablet uitdrukker;
  • oogdruppelbril.

Eten en drinken

Servies gebruiken

  • bord met opstaande nokken om brood en vlees te snijden;
  • bord met opstaande rand/diep bord;
  • bordrand, afneembaar van bord;
  • kopje of beker met groot oor, 2 oren of juist geen oren;
  • antislipmatje onder bord of beker plaatsen om wegschuiven te voorkomen;
  • lichtgewicht servies (plastic/camping servies);
  • 1 handig dienblad.

Bestek gebruiken

  • verdikt handvat;
  • verlengd handvat;
  • gehoekt handvat;
  • bestek met handclip om de hand heen;
  • vork rechtop gebruiken bij het snijden;
  • lepel in plaats van vork gebruiken;
  • extra vork aan de kant van het mes op tafel leggen;
  • kaasschaaf;
  • gehoekte kaasschaaf;
  • kaassnijder op plank;

Koffie en thee zetten

  • bij het vullen de kan in de spoelbak zetten;
  • bij uitschenken met 2 handen de kan vasthouden (ovenwant);
  • bij uitschenken de kan laten rusten op het aanrecht, mok/kopje in de spoelbak zetten.

Drinken inschenken en serveren

  • met 2 handen mok/kopje vasthouden;
  • dienblad gebruiken, steunen op onderarm;
  • kopje op pols of arm laten steunen;
  • elastiek om de fles geeft griprand.

Huishoudelijke taken

Maaltijd bereiden

Snijden/smeren van boterham of gebakken vlees

  • klein hoekmes/pizzames/kantelmesje/steakmes gebruiken;
  • verdikt handvat;
  • antislipmat of siliconendeegmat onder bord;
  • de boterham vastzetten op bordrand met haarklem;
  • bord met opstaande nokken om brood of vlees te snijden;

Groenten en fruit snijden

  • keukenhoekmes;
  • antislipmat onder de snijplank (zie hierboven);
  • eiersnijder voor onder andere champignons;
  • appelschiller/appelsnijder;
  • uienkam;
  • dunschiller T-model en verdikt handvat;
  • groente- en kruidenschaar, knippen in plaats van snijden;
  • alles-in-1 snijplank met opvangbak;
  • groentenhakker;
  • fixeerplank met spijkertjes;
  • keukenmachine.

Vlees snijden

  • gesneden vlees kopen;
  • met vork vastzetten op snijplank.

Pannen gebruiken

  • met ovenwanten pan met vlakke handen aan zijkant pakken;
  • roerbakken met 2 spatels of lepels;
  • (steel)pan met vlakke hand in ovenwant ondersteunen;
  • steelpan bij steel vastpakken met 2 handen;
  • op handdoek over aanrecht schuiven;
  • lichtgewicht pannen.

Afgieten

  • vergiet gebruiken;
  • met soeplepel teveel aan water uit pan scheppen, daarna rest afgieten;
  • pan steunen op zijrand spoelbak en kantelen;
  • pan in de spoelbak laten steunen en kantelen;
  • afgietdeksel met veer;
  • afgiet-stoommandje in de pan, makkelijk uit te nemen;
  • met schuimspaan eten uit de pan scheppen.

Verpakkingen openen

Plastic verpakking openen

  • folie met mesje doorsnijden;
  • platbektangetje om lipje van verpakking vast te pakken.

Potten/flessen openen

  • antislipdopje;
  • schroevendop opener, turnkey;
  • jarkey om vacuum op te heffen van een pot;
  • pot op antislipmat zetten op een tafel, stukje antislip op deksel, handpalm op de pot en elleboog recht, duwen naar beneden en draaien;
  • pot met antislipmat tussen de knieën klemmen;
  • gaatje in pot prikken om het vacuum eraf te halen en met tape dichtplakken.

Blikken openen

  • elektrische blikopener.
  • blik-ring-wipper;
  • steel van lepel door ring als hefboom gebruiken.

Drinkblikje openen

  • cankey opener.

Kroonkurk

  • kroonkurkopener aan de wand;
  • verdikte kroonkurkopener met lang heft.

Boodschappen doen

Tillen/sjouwen

  • gewicht verdelen over meerdere tassen/kratten;
  • gewicht dichtbij uw lichaam houden, niet ver reiken en dan tillen;
  • gebruik boodschappenkar op wieltjes/rugzak;
  • zelfscanner;
  • schoudertas kruiselings gebruiken in plaats van handtas;
  • bezorgservice.

Muntje in/uit winkelwagen

  • muntje met gat die u aan een sleutelhanger of keycord maakt.

Schoonmaken

Algemeen

  • rubber huishoudhandschoenen zijn antislip en vergroten de handkracht doordat ze minder schuiven.

Vuilniszak verwisselen

  • op tijd verwisselen zodat de zak niet te zwaar wordt;
  • klein model vuilnisbak.

Wringen

  • met 1 hand vasthouden, met de andere hand draaien;
  • doek om kraan draaien;
  • pijnlijke duimen ‘uit de hand’ plaatsen, pols naar strekstand en ellebogen naar elkaar bewegen;
  • wringemmer (duur, vaak niet effectief, eerst uitproberen);
  • handwringer.

Vegen

  • veger en blik met dikke steel of met lange steel;
  • tennisbal om uiteinde bezemsteel;
  • smalle veger gebruiken in plaats van brede;
  • dwarse greep op de steel vastmaken (zie bij tuingereedschap).

Stofzuigen

  • stofzuiger zelf laten rijden, stofzuigrobot;
  • meubels verplaatsen voordat u gaat stofzuigen;
  • dwarse greep op de steel.

Dweilen

  • mopkar, uitwringemmer;
  • zie bij ‘wringen’ en ‘stofzuiger’ en ‘vegen’.

Afwassen/afdrogen

  • grote spons in plaats van afwasborstel;
  • glasborstel op zuignap in spoelbak;
  • afdruiprekje;
  • theedoek om flessenborstel en daarmee in glas draaien;
  • 2 theedoeken: 1 op aanrecht, pan erop, met de 2e theedoek de pan afdrogen;
  • vaatwasmachine.

Aanrecht droogmaken

  • spons voor schoonmaken, raamwisser voor droogtrekken.

Vaatwasser in- en uitruimen

  • spullen 1 voor 1 erin zetten/eruit pakken;
  • met 2 handen spullen pakken of schuiven.

Badkamer schoonmaken

  • microvezeldoek in washandmodel;
  • schoonmaakmiddel eerst in laten werken;
  • met dweilstok tegelmuur plafond en deuren schoonmaken.

Ramen zemen

  • vezeldoeken in washandmodel;
  • zeemapparaat;
  • wisser in plaats van zeem, met theedoek nadrogen.

De was

Uithangen van was

  • in huis: wasgoed zonder wasknijpers over lijn hangen;
  • ‘schuifbare’ wasknijpers, zogenaamde waspinnen.

Wasmachine/droger leeghalen

  • wasmand(en) op poten;
  • uitschuifblad tussen wasmachine en droger;
  • niet teveel wasgoed tegelijk eruit trekken.

Bed verschonen

  • hoeslaken: bij elektrisch bed hoofd- en voeteneind omhoog zetten bij verschonen;
  • vuist gebruiken om hoeken van het hoeslaken over het matras te vouwen;
  • dekbedhoes: niet optillen maar op bed leggen tijdens insteken van dekbed en aan de punten wat opschudden;
  • (was)knijpers op de hoeken dekbedhoes zetten.

Strijken

  • stoomstrijkijzer;
  • niet duwen: warmte en stoom doen het werk;
  • afwisselen met linker-/rechterhand;
  • strijkplank uitgeklapt laten staan als er ruimte voor is;
  • stoomstation/stoomgenerator gebruiken (wordt wel heet en is zwaar, soms moet de knop continu ingedrukt worden).

Diversen

Planten water geven

  • kleine gieter gebruiken;
  • gieter halfvol, met 2 handen dragen;
  • buiten tuinslang gebruiken.

Sleutel gebruiken

  • sleuteldraaihulp;
  • antisliphoesje om sleutel.
  • elektrisch slot eventueel met camera.

Auto wassen

  • naar de wasstraat;
  • microvezeldoeken/microvezelwashand.

Telefoon gebruiken

  • gebruik 2 handen;
  • luidsprekerstand;
  • headset;
  • toestel neerleggen bij toetsgebruik;
  • telefoon standhouder of ringhouder;
  • momostick smartphone houder.

Bankpas of parkeerkaart uit automaat halen

  • telvinger voor antislipgreep;
  • card puller, gratis te krijgen bij een aantal banken;
  • stukje antislip.

Voorwerp oppakken van de vloer

  • stoffer en blik met lange steel gebruiken;
  • helping hand.

Vrije tijd en ontspanning

Lezen

Bladzijden omslaan

  • bladzijde omslaghulp;
  • telvinger.

Boeken en kranten vasthouden

  • boekenhouder/-standaard;
  • boekenbutler;
  • boek op dienblad/schootkussen/hoofdkussen leggen.

Schrijven

Vasthouden van pen of potlood

  • penverdikker;
  • ergonomische pennen en potloden;
  • finger yokes, hulpstukjes om over vinger te schuiven;
  • pen tussen wijs- en middelvinger vasthouden.

Knippen

Gebruik van schaar

  • veerschaar;
  • elektrische schaar.

Kaarten

Kaarten vasthouden

  • speelkaartenhouder;
  • kaartenplankje.

Kaarten schudden

  • gebruik een kaartenschudder.

Handwerken

  • haaknaald verdikt: addi swing;
  • naald en draad-doorvoerapparaatje;
  • kijk bij quilt naaibenodigdheden.

Schilderen

Kwasten en penselen vasthouden

  • kwasten/penselen verdikken.

Tuinieren

Gereedschap

  • gereedschap met lange stelen;
  • gehoekt gereedschap;
  • gereedschap met armsteun of dwarse greep;
  • snoeischaar met zogenaamde dubbele veer.

Huisdieren

  • hondenlijn met magneetsluiting.

Website voor hulpmiddelen

De Vilans hulpmiddelenwijzer is een website met onafhankelijke informatie over hulpmiddelen.

Er zijn ook verschillende webshops waar u allerlei hulpmiddelen kunt aanschaffen. Uw ergotherapeut kan u hierover adviseren.

Veel kleine aanpassingen zijn ook zelf te maken, vraag hiernaar bij uw ergotherapeut.

Code REV-145
Laatste revisie: 6 november 2023 - 15:07