Zwangerschapscontrole in het ziekenhuis
Uw verloskundige of huisarts verwijst u voor uw zwangerschapscontroles door naar het ziekenhuis als u een medische indicatie heeft.
Translate instructions
If you wish to view the page on your phone or tablet, then the steps below may not work. Please switch to a desktop computer to translate this website. For translating the text, please follow this instruction:
1. Select the text you want to translate.
2. Choose ‘Vertalen’.
3. Select the language you prefer.
4. You can read and/or listen to the translated text (by Google).
Dit betekent dat er tijdens de zwangerschap een verhoogd risico is voor moeder en/of kind.
Hoe vaak heeft u een afspraak in het ziekenhuis?
Tot 36 weken heeft u elke 4 weken een controle afspraak. Van 36 - 40 weken zijn de controles elke 2 weken en daarna iedere week. Als er bijzonderheden zijn, zien we u vaker terug op het spreekuur.
Hoe verloopt een zwangerschapscontrole in het ziekenhuis?
Als u voor de eerste keer naar het ziekenhuis komt voor een zwangerschapscontrole, vragen wij u vooraf een vragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst is bedoeld om een compleet beeld te krijgen van uw voorgeschiedenis. U kunt hier bijvoorbeeld aangeven hoe eventuele vorige zwangerschappen zijn verlopen en of er bepaalde afwijkingen of ziektes in uw familie of die van uw partner zijn.
De zwangerschapscontrole wordt gedaan door de gynaecoloog, de arts-assistent of de klinisch verloskundige. De gynaecoloog is altijd eindverantwoordelijk voor uw zwangerschapscontrole. Tijdens elke zwangerschapscontrole wordt u onderzocht. We meten uw bloeddruk en luisteren naar het hartje van het kindje. Soms wegen we u ook. Daarnaast onderzoeken we uw buik van buiten om de groei van uw baarmoeder en het kindje te bepalen. Als dat nodig is, maken we ook een echo.
Als u vanaf het begin van uw zwangerschap naar het ziekenhuis komt voor uw zwangerschapscontrole, krijgt u ook een bloedonderzoek. Als u pas later naar het ziekenhuis komt, heeft de verloskundige dit al gedaan. Uw bloed wordt gecontroleerd op:
- Bloedgroep/rhesusfactor
- Irregulaire antistoffen
- Hb (ijzergehalte)
- HIV (aidstest)
- TPHA (syphilis)
- Hepatitis-B (geelzucht)
- Glucose
Prenataal onderzoek
De gynaecoloog bespreekt in het begin van uw zwangerschap ook met u of u en uw partner gebruik willen maken van een prenataal onderzoek. De verschillende onderzoeken kunnen alleen in het begin van de zwangerschap worden uitgevoerd. Komt u pas later in uw zwangerschap bij de gynaecoloog? Dan heeft de verloskundige dit al met u besproken.
Echo’s
Wanneer u 13 weken en 20 weken zwanger bent, krijgt u een uitgebreide echo waarbij uw kindje wordt nagekeken op eventuele afwijkingen.
Bij alle medische echo's in de zwangerschap mogen geen kinderen meekomen. Zonder kinderen kan de echoscopist of arts zich beter concentreren. Alle aandacht is voor u en uw kindje in de buik. Wij plannen de echo ver vooruit. Dan kunt u op tijd opvang regelen voor uw kind. Natuurlijk mag u wel 1 andere volwassene meenemen.
Aan het einde van de zwangerschap bepaalt de gynaecoloog met behulp van een echo de ligging van uw kind (bijvoorbeeld hoofdligging of stuitligging).
Aanvullend onderzoek
Soms is aanvullend onderzoek nodig, zoals een gedetailleerde echo, een CTG (hartfilmpje) of urineonderzoek. Met een gedetailleerde echo worden, in tegenstelling tot een ‘gewone’ echo, alle organen van uw kindje nauwkeurig bekeken. Een CTG is een scan waarbij het kloppen van het hart van uw kind en eventuele weeënactiviteit grafisch wordt weergegeven. Urineonderzoek kan nodig zijn als uw bloeddruk te hoog is. Uw urine wordt dan gecontroleerd op de aanwezigheid van eiwit.