Pijn in uw elleboog kan wijzen op artrose. Vaak kunt u de elleboog ook minder goed buigen en strekken als u artrose heeft. U merkt dit bijvoorbeeld bij het dragen van zware spullen.
If you wish to view the page on your phone or tablet, then the steps below may not work. Please switch to a desktop computer to translate this website. For translating the text, please follow this instruction:
1. Select the text you want to translate.
2. Choose ‘Vertalen’.
3. Select the language you prefer.
4. You can read and/or listen to the translated text (by Google).
We spreken van artrose in een gewricht als er sprake is van slijtage van het kraakbeen. Dit veroorzaakt pijn. Ook kan er een zwelling ontstaan doordat zich vocht ophoopt in het gewricht. Zowel de pijn als de zwelling maken bewegen moeilijk.
Onderzoeken
De orthopedisch chirurg luistert naar uw klachten en doet een lichamelijk onderzoek. Ook maken we röntgenfoto’s.
Behandelingen
Meestal adviseren we u eerst een behandeling met fysiotherapie.
De fysiotherapeut kan u oefeningen geven waarmee u de spieren rondom de elleboog traint. Goed getrainde spieren rondom de elleboog kunnen de pijn verminderen. De fysiotherapeut kan ook proberen om de beweeglijkheid van de elleboog te verbeteren.
Meestal worden de klachten bij artrose in de elleboog maar heel langzaam erger. De elleboog is namelijk een gewricht dat niet zwaar wordt belast. We opereren pas als de slijtage heel ernstig is. Bij zo’n operatie vervangen we de elleboog door een nieuwe elleboog (een prothese).
Door de artrose kunnen er botsplinters in het gewricht terechtkomen. De elleboog kan dan ‘op slot’ raken. U kunt de elleboog dan niet meer strekken. Een operatie is dan nodig om de botsplinters te verwijderen.
